maandag 28 mei 2018

God beloont (2)


“Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.”                                           Hebreeën 11:6




Eigenlijk is dit een vreemde tekst. Logischer zou namelijk zijn: Iemand die ernstig God gaat zoeken zal Hem vinden en dus gaan geloven dat Hij bestaat. Maar dat staat er niet. Het begint met ‘geloof dat Hij bestaat’, daarna komt ‘ernstig zoeken’ en dan volgt de beloning. Het lijkt een beetje op wat goudzoekers doen. Die geloven dat er ‘ergens goud te vinden is’. Dat geloof brengt hen in actie en dus gaan ze er hard naar op zoek. En als ze het goud vinden is hun geloof erin beloond. 

Goudzoekers worden meestal gelovig omdat ze uit -voor hen- betrouwbare bron hebben gehoord dat ergens goud verborgen ligt. Met in God geloven is het eigenlijk net zo. Mensen gaan in God geloven omdat ze uit -voor hen- betrouwbare bron gehoord hebben dat Hij bestaat. Getuigenissen van andere mensen, lezen in de bijbel of een eigen speciale ervaring: op allerlei verschillende manieren ‘komen mensen tot geloof in God’.

Het spannende is dan de volgende fase: zullen ze ook ernstig op zoek gaan naar God in hun eigen leven? Sommige goudzoekers raken namelijk teleurgesteld als het allemaal niet snel genoeg gaat. Maar anderen weten dat het soms veel tijd kost om het kostbare metaal te vinden. Met God is het net zo. Je bent niet zomaar ‘op Hem afgestemd’. Dat heeft tijd nodig. Dat zie je ook in het leven van grote geloofshelden als Abraham en Jozef. Die probeerden te doen wat God van hen vroeg maar moesten beide jaren wachten voordat er een beloning kwam.

(wordt vervolgd.)  
  


maandag 21 mei 2018

God beloont


“Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.”                                           Hebreeën 11:6

Het bloed kruipt waar het niet gaan kan: in wezen ben en blijf ik een predikant, iemand die het niet kan nalaten om te preken. Afgelopen week schoot opeens deze tekst bij me naar binnen, gewoon, tijdens de afwas. En de rest van de week liep ik erover te peinzen. In onze kerk in de Westereen geloven mensen dat God bestaat, want waarom zou je anders naar de kerk gaan? Maar zijn al die kerkgangers ook mensen die ‘God ernstig zoeken’? En ben ik zelf iemand die ‘God ernstig zoekt’ of ‘geloof ik het allemaal wel?

’“Zus en zo gaat niet meer naar de kerk, maar hij (of zij) gelooft wel hoor”: heel vaak hoor ik dit. Je gelooft dat God bestaat, of je gelooft het niet. Daar ligt voor veel mensen de scheidslijn. De bijbel ziet dat heel anders. In Jacobus 2:19 staat ‘dat zelfs de boze geesten geloven dat God bestaat en dat zij sidderen’: beven van angst. De boze geesten weten dat ‘het allemaal wel geloven’ niet voldoende is maar dat ‘ernstig naar Hem op zoek gaan’ erbij hoort. Boze geesten doen dat niet, die doen hun eigen boze dingen. Maar iemand die God ernstig zoekt vraagt zich steeds af “Wat wil God eigenlijk dat ik doe?” 

Vandaag is tweede Pinksterdag waarop de kerk de ‘uitstorting van de Heilige Geest’ herdenkt. Ernstig God zoeken begint altijd met een verlangen naar die Geest. Want elk eerlijk mens weet van de boze geest die er ook in hem of haar huist. De Heilige Geest van Jezus Christus is bij machte die boze geest te temmen en het huis uit te jagen. Dat is Gods beloning voor wie Hem ernstig zoekt!
(Wordt vervolgd)

maandag 14 mei 2018

Leve de koningin

Bij het Kruidvat waren ze te koop onlangs: oranje T-shirts voor dames om te dragen op Koningsdag met als tekst: ”I am queen for a day.” Als verse broodjes gingen ze over de toonbank, want wie wil dat nu niet? Koningin zijn voor een dag? Koningin Maxima staat al meer dan tien jaar met stip bovenaan op het lijstje van koningsgezinde mensen. Overal waar zij verschijnt krijgt ze alle aandacht. Terecht want ze is een hele innemende persoonlijkheid. Altijd een lach en een belangstellend woordje voor iedereen, arm of rijk. Altijd supermooi gekleed. Als er één vrouw een rolmodel is voor de Nederlandse vrouw dan is zij dat. Ook ik kocht daarom twee T-shirts, eentje voor mijn jongste dochter en eentje voor mezelf. En de komende jaren zullen we ze één keer per jaar dragen. 

Maar vorige week, toen Koningsdag al lang geweest was en het T-shirt opgeborgen voor het volgend jaar, maakte ik een dag mee waar ik me de hele dag voelde als de koningin. En dat was op het reisje van de vrouwenvereniging van de kerk. Het was voor mij de eerste keer, maar voor de meer dan veertig andere vrouwen het jaarlijkse uitje. Als ‘nieuweling’ (ik ben zelf geen lid) en als vrouw van de dominee werd ik overladen met aandacht en belangstelling. Ik had een klein opschrijfboekje bij me om de namen van vrouwen die ik nog niet ken op te schrijven. Maar al na vijf ‘nieuwe’ gesprekken bleek het moeilijk om de nieuwe namen te onthouden en besloot ik vooral te praten met vrouwen die ik al wat beter ken. En toen ik ’s avonds -voldaan maar vermoeid- in bed lag dacht ik: Koningin zijn mag mooi lijken aan de buitenkant, maar is natuurlijk een buitengewoon afmattende baan. Leve koningin Maxima!

maandag 7 mei 2018

Zeil-les


Van één ding ben je zeker als je in Friesland woont: het is er bijna nooit windstil. Om die reden is Friesland dé zeil-provincie bij uitstek. Wij wonen nu vlak bij het Bergumermeer. (Inderdaad, van de BM’er, de zeilboot die begin twintigste eeuw ontworpen werd door kapper Hendrik Bulthuis uit Bergum. De naam van het aquaduct over het Prinses Margriet Kanaal verwijst naar hem, ere wie ere toekomt.) April is de maand waar het zeilseizoen opent en zeilscholen rond het Bergumermeer hopen op veel leerlingen. Voor mijzelf is dit alleen maar theorie, want de eerste keer dat ik samen met mijn kersverse vriend Bernard Terlouw in een Valk het Sneekermeer opging was tegelijk de laatste. Midden op het meer brak namelijk de stag en konden we het zeil niet meer hijsen. Dankzij de hulp van een aardige Duitser kwamen we uiteindelijk toch nog aan wal. 

Ik kan me nog levendig herinneren dat Bernard van te voren heel enthousiast was: “De wind is goed, niet te hard, niet te zacht, echt mooi windje voor een beginner.” En eigenlijk best sneu voor hem dat ik zelfs niet een beginner ben geworden. Mij krijgen ze niet meer in een zeilboot. Waarom dan toch een heel blog over de wind en de zeilen? Omdat ik afgelopen week in Handelingen 1:4 de laatst opdracht las die Jezus aan zijn leerlingen gaf. Hele merkwaardige opdracht: ”Jullie mogen Jeruzalem niet verlaten maar moeten blijven wachten op de Heilige Geest.” Ze zouden net zo lang moeten wachten tot ze die Geest letterlijk om hun oren voelden waaien. En dan zou het, gedreven door die goddelijke wind, bijna vanzelf gaan. Zeilers weten dat ze aan de kant moeten blijven als het windstil is, discipelen zouden daar een voorbeeld aan moeten nemen. Ik dus.