maandag 28 augustus 2023

Verliefd (slot)

 

‘De Vader heeft Jezus naar de wereld gezonden om de Beste Vriend te worden van ieder mens die daar naar verlangt. Je hoeft alleen maar ‘ja ik wil’ tegen Hem te zeggen.’ Het was de uitdrukking op haar gezicht die mij het meest raakte. ‘De Heer is zo bijzonder’, zei ze uit de grond van haar hart en ik begon te blozen want ik dacht aan de jongen over wie ik nu al vijf jaar droomde. Ik wist nog steeds niet hoe hij over mij dacht, het was een beetje zoals sommige vriendinnen verliefd waren op Rod Stewart. En nu vertelde Marjan mij dat zij verliefd was op Jezus, de Zoon van God.

‘Maar hoe kan je een relatie hebben met iemand die twintig eeuwen geleden leefde?’, vroeg ik. Marjan knikte, dus het was geen domme vraag.’ Dat kan inderdaad niet’, zei ze. Ik pakte weer een boterham van de schaal en zag dat Marjan nadacht voordat ze verder ging: ‘Voor veel mensen is Jezus Christus eigenlijk alleen een belangrijk historisch figuur. Belangrijk omdat Hij voor onze zonden is gestorven. Ik knikte, dat was de Jezus die ik kende. ‘Maar die mensen missen de clue, want als Jezus niet meer was dan dat zou ik niet naar de kerk gaan elke zondag.’ Met opgetrokken wenkbrauwen keek ik haar aan. ‘Die mensen missen de clue’: miste ik ook de clue?

‘Weet je Margriet, God is veel dichterbij dan veel mensen beseffen. Hij is hier bij ons in de kamer, onzichtbaar, dat wel, maar niet onvoorstelbaar, want bij Jezus kun je je echt wel iemand voorstellen, toch?’ Ik knikte want ik had de verhalen uit het Nieuwe Testament van jongsafaan aan gehoord. ‘En de vraag die Jezus aan Petrus stelde, vlak voordat Hij naar de hemel ging , stelt Hij ook aan jou.’ Ik kende de vraag: ‘Heb je Mij lief?’ En opeens schaamde ik me. Want ik wist dat mijn antwoord tot nu toe ‘nee’ was geweest. Mijn geliefde was een onbereikbare jongen en het idee van Jezus als geliefde was nog nooit bij me opgekomen.

Hoe ons gesprek verder ging weet ik niet maar terug op de fiets bedacht ik het volgende: Zodra ik op mijn kamer ben, kniel ik voor mijn bed en zeg ik ‘ja ik wil’ tegen Jezus. Ik was twintig en vanaf dat moment werd mijn leven een avontuur dat nog steeds niet afgelopen is.  

maandag 21 augustus 2023

Een statement


Ik smeerde mijn derde boterhammetje bij Marjan en bedacht dat ik ’s middags  een andere afspraak had. Gelukkig keek ze niet teleurgesteld toen ik wegging. Ze vroeg wel: ’Kom je nog eens terug?’ Een paar weken later was het zover. ‘Ik heb veel over je nagedacht’, zei ze toen we weer samen aan haar eettafel zaten. Ik begon te blozen, ik had helemaal niet aan haar gedacht. ‘Wat mooi dat je vader veel preekte over het kruis waar de Here Jezus aan stierf’. Ik haalde opgelucht adem want ik had natuurlijk wel een flater geslagen de vorige keer toen ik haar vroeg over welk heer ze het eigenlijk had.

‘Maar weet je ook dat de heer niet dood is gebleven? ’ Ja, Hij is opgestaan uit de dood’, zei ik nog voor ze verder zou gaan, ‘dat vieren we met Pasen.’ Ze moest vooral niet denken dat dat ik dat niet wist. Marjan lachte vriendelijk en zei: ’Ja, dat is het goede nieuws van de kerk: Jezus leeft, Hij is Heer, Hij is mijn Heer en ik heb hem net bedankt dat hij mijn gebed verhoord heeft en dat je weer bent gekomen.’ Ik legde mijn vork naast mijn bord en keek haar aan. Daar begon ze dus weer over die heer alsof ze de hele dag met Hem in gesprek was. ‘Gebeden?’, vroeg ik ongelovig. Marjan knikte: ’Ik bespreek altijd alles met hem, ik zou niet weten hoe ik zonder hem zou moeten leven’.

‘Ik ben gestopt met bidden toen ik zestien wat’, zei ik zachtjes:’ Tot dan toe bad ik altijd ’s avonds in bed, maar opeens leek dat zo kinderlijk en ik was ook niet meer zeker van het bestaan van God. Maar ik geloof sinds kort dat God wil dat ik van Hem houd en ook dat Hij van mij houdt. Alleen begrijp ik niet hoe dat allemaal kan.

Ik zag Marjan oplettend luisteren en toen ik stil was stond ze op, liep naar me toe, ging voor me staan en zei plechtig: ’Dus daarom heeft de heer jou naar mij gestuurd: ik mag je vertellen dat ook jij een relatie met hem kunt hebben, net zoals ik. De Vader heeft Jezus naar de wereld gezonden om de Beste Vriend te worden van elk mens die daar naar verlangt, je hoeft alleen maar ‘ja ik wil’ tegen Hem te zeggen.’ Ik was verbouwereerd. Marjan had een statement gemaakt. 

(Wordt vervolgd)

maandag 14 augustus 2023

Verliefd (3)

 

Het kwam binnen als een bliksemschicht en als het suizen van een zachte koelte: God wil in de eerste plaats dat ik Hem van Hem houd en ik mag er van overtuigd zijn dat Hij van mij houdt. Daar stond ik dan koffie te drinken in de Nieuwe Kerk, het was er niet meer stil, de dienst was voorbij, de mensen praatten en lachten. Maar ikzelf was nog steeds een beetje verdwaasd: dus God houdt van mij?

Ik was twintig en hield niet van mezelf. Ik vond mezelf te dik, te lawaaiig, te vol van allerlei ergernissen, bepaald niet een liefdevolle persoon. Niet naar andere mensen toe in elk geval. En nu had God gefluisterd: Ik houd van jou. Dus God keek voorbij dat lawaaiige en dat praterige? Had God daar geen moeite mee? ‘Hallo, ik heb je inmiddels al een paar keer hier gezien, ik ben Marjan, ben je lid van onze gemeente?’ Een jonge vrouw met een blond bobkapsel, hele lichtblauwe ogen en een zwierige bloemetjes rok sprak me aan. ‘Uh, nee’, stamelde ik. ‘Nou ja, vind je het leuk om bij mij te lunchen of heb je daar geen tijd voor?’ Dat was me nog nooit overkomen als student, een wildvreemde die me uitnodigde bij haar thuis. Als het niet een kerkganger was had ik misschien bedenkingen gehad, maar die zwierige bloemetjes jurk en stralende ogen verjoegen elke twijfel. 

‘Je vindt het dus wel leuk in onze kerk?’, vroeg Marjan in haar huis. Ik knikte en zij zei: ’Ik dank de heer elke zondag als ik thuiskom van de dienst.’ ‘Welke heer?’, vroeg ik verbaasd. Even leek het alsof Marjan van haar stuk gebracht was, of verbeeldde ik me dat? Ze stond op en liep naar de keuken en toen ze terugkwam met iets voor de lunch vroeg ze: ’Weet je echt niet wie ik bedoelde?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Maar je vader is toch dominee, preekte die nooit over de Here Jezus?’, Marjan hield voet bij stuk. ‘O, bedoel je die?’, zei ik, ‘dat is de zoon van God die voor de zonden van de wereld gestorven is, dat noemt hij heel vaak, maar ik ben niet een grote zondaar, dus dat boeit me niet echt.’

Marjan ging weer bij de tafel zitten en ik keek recht in die grote lichtblauwe ogen. Had ze er spijt van dat ze met uitgenodigd had?         (Wordt vervolgd)

maandag 7 augustus 2023

Verliefd (2)


’Het grootste gebod is om de Here uw God lief te hebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand en uw naaste als uzelf.’  Als een bliksemschicht kwam dit mijn leven binnen toen ik vijftien was en voor de eerste keer verliefd. Dus God wil dat ik Hem liefheb, met nadruk op Hem. Tot dat moment had ik God beschouwd als iemand die met name eist om veel dingen niet te doen. Een ding mocht dus wel, moest zelfs: Hem liefhebben!  

Als achttienjarige, toen ik ging studeren in Groningen, liet ik de kerk achter me. Want God mocht dan met liefde te maken hebben, liefde is niet iets dat je kunt eisen, liefde laat zich niet dwingen, liefde is iets dat je overkomt. Ik was nog steeds verliefd op dezelfde jongen en hoefde alleen maar  een glimp van hem op te vangen om daar dagen op te teren.

 Maar de kerk liet mij niet los. Was het een schuldgevoel naar mijn vader en moeder toe dat ik in Groningen weer een voet over de drempel zette? Daar was het precies zoals eerder : het leek alsof alle andere kerkgangers iets hadden waar ik geen grip op kreeg. God liefhebben boven alles, hoe moest dat? Zou ik daar ooit toe in staat zijn?

En toen kwam op een bewuste zondag opnieuw een preek die mijn leven op zijn kop zette. Deze keer niet als een bliksemschicht maar eerder als het suizen van een zachte stilte. Vijf jaar had ik (bewust en onbewust) lopen peinzen over dat grote gebod en opeens was daar het antwoord: ’Wij hebben lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.’* Dus dat liefdesgebod van God was niet zomaar een eis in het wilde weg. Het was alsof God me tussen de kalksteen muren en pilaren van die kerk toefluisterde: ‘Ik houd van jou, net zoals ik houd van al die andere mensen die hier zitten. Wanneer ga jij daar eindelijk eens op reageren?’ Na de dienst was er koffiedrinken en opeens keek ik met andere ogen naar de mensen die lachend met elkaar spraken. Zouden zij dit geheim al eerder ontdekt hebben?

         *1 Johannes 4:19                                        (Wordt vervolgd)