Het
kwam binnen als een bliksemschicht en als het suizen van een zachte koelte: God
wil in de eerste plaats dat ik Hem van Hem houd en ik mag er van overtuigd zijn
dat Hij van mij houdt. Daar stond ik dan koffie te drinken in de Nieuwe Kerk,
het was er niet meer stil, de dienst was voorbij, de mensen praatten en lachten.
Maar ikzelf was nog steeds een beetje verdwaasd: dus God houdt van mij?
Ik
was twintig en hield niet van mezelf. Ik vond mezelf te dik, te lawaaiig, te
vol van allerlei ergernissen, bepaald niet een liefdevolle persoon. Niet naar
andere mensen toe in elk geval. En nu had God gefluisterd: Ik houd van jou. Dus
God keek voorbij dat lawaaiige en dat praterige? Had God daar geen moeite mee? ‘Hallo,
ik heb je inmiddels al een paar keer hier gezien, ik ben Marjan, ben je lid van
onze gemeente?’ Een jonge vrouw met een blond bobkapsel, hele lichtblauwe ogen
en een zwierige bloemetjes rok sprak me aan. ‘Uh, nee’, stamelde ik. ‘Nou ja,
vind je het leuk om bij mij te lunchen of heb je daar geen tijd voor?’ Dat was
me nog nooit overkomen als student, een wildvreemde die me uitnodigde bij haar
thuis. Als het niet een kerkganger was had ik misschien bedenkingen gehad, maar
die zwierige bloemetjes jurk en stralende ogen verjoegen elke twijfel.
‘Je
vindt het dus wel leuk in onze kerk?’, vroeg Marjan in haar huis. Ik knikte en zij
zei: ’Ik dank de heer elke zondag als ik thuiskom van de dienst.’ ‘Welke heer?’,
vroeg ik verbaasd. Even leek het alsof Marjan van haar stuk gebracht was, of
verbeeldde ik me dat? Ze stond op en liep naar de keuken en toen ze terugkwam
met iets voor de lunch vroeg ze: ’Weet je echt niet wie ik bedoelde?’ Ik
schudde mijn hoofd. ‘Maar je vader is toch dominee, preekte die nooit over de
Here Jezus?’, Marjan hield voet bij stuk. ‘O, bedoel je die?’, zei ik, ‘dat is
de zoon van God die voor de zonden van de wereld gestorven is, dat noemt hij
heel vaak, maar ik ben niet een grote
zondaar, dus dat boeit me niet echt.’
Marjan ging weer bij de tafel zitten en ik keek recht in die grote lichtblauwe ogen. Had ze er spijt van dat ze met uitgenodigd had? (Wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten