maandag 14 oktober 2024

Kwetsbaar

 

Als ik, om wat voor reden dan ook, een bemoediging nodig heb grijp ik vaak naar de bijbel. En dan is er één gedeelte dat me altijd weer een hart onder de riem steekt: het begin van Jesaja 43. ‘Vrees niet, want Ik heb je verlost, Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van Mij.’ Het is de Here God die aan het woord is tegen Israël, dat kleine volkje te midden van de grootmachten in het Midden Oosten. Ik pas de tekst altijd toe op mezelf, een nietig mensje dat het soms moeilijk vindt om zich staande te houden. En elke keer weer fluistert dit gedeelte me toe dat ik er niet alleen voor sta, dat de Here God me zal helpen en ik dwars door allerlei beproevingen staande zal blijven.

          Vorige week was het opnieuw zover. Ik was net wakker en met een slaperig hoofd las ik ‘omdat je kwetsbaar bent in mijn ogen…’ Ik knipperde met mijn eigen ogen: stond dat daar echt? Wist God hoe kwetsbaar ik me voelde? Waarom had ik dat nog nooit eerder gelezen? Toen mijn ogen opnieuw over de pagina gingen schoot ik in de lach. ‘Omdat je kostbaar bent in mijn ogen’, las ik. Er staat niet kwetsbaar, maar kostbaar en met maar een paar letters verschil, is dat een heel ander woord. Of toch niet? Wat kostbaar is, is ook vaak kwetsbaar. ‘Voorzichtig!’, riep mijn moeder als ik haar kostbare beeldjes afstofte. Die beeldjes hadden haar veel gekost, ze mochten niet breken.

          Wanneer ik me klein en kwetsbaar voel, zoals deze morgen, zie ik daar niks kostbaars in. Kostbaar voel ik me op grootse dagen als ik het leven aan kan. Maar de God van de bijbel ziet dat blijkbaar anders. Kleine en kwetsbare mensen zijn kostbaar voor Hem omdat juist zij wijd open staan voor de hulp en bescherming die Hij wil geven aan wie vraagt, zoekt en klopt…

maandag 16 september 2024

Maandagmijmering

 

Een jaar geleden, op 18 september om precies te zijn, schreef ik hier: ‘Aan alles komt een einde'. Na zeven jaar wekelijks een blog(je) geschreven te hebben - van aanvankelijk 300 en gaandeweg meer woorden- vond ik het wel welletjes. Bovendien was er een uitgever die in mij geïnteresseerd raakte. In maart van dit jaar werd 'Heel dichtbij', een novelle over Nicodemus, uitgegeven. De intensieve voorbereiding en plezierige nasleep hiervan namen tijd in beslag. Inmiddels ben ik bezig met een tweede novelle. Maar toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan: ik kreeg zin om weer blogjes te gaan schrijven.

Hier dus opnieuw een blogje van mij. Niet een verhaaltje,  ook geen preekje, maar even een pas op de plaats. Het afgelopen jaar is dus uitgedraaid op een 'sabbatical' op bloggebied. Volgende week maandag komt daar definitief een einde aan en verschijnt er weer een blogje. De titel heb ik al verzonnen, de inhoud moet nog komen. 'Oost West(ereen) Best' heeft plaats moeten maken voor 'Maandagmijmering’. Een nieuwe start met een nieuwe naam en een nieuwe lay-out. Op Facebook blijft het, als vanouds, te lezen.   

‘Maandagmijmering’: omdat het op maandag verschijnt. Soms zal ik er zelf een week over hebben gemijmerd, op de maandag ga ik het delen. Maandag is de eerste dag van de week en ik hoop mijn lezers iets inspirerends mee te geven voor de week die voor hen ligt. En maandag komt na zondag, de dag waar mijn man Bernard zijn mijmeringen in de zondagse preek deelde. Mijn mijmeringen komen soms rechtstreeks voort uit de zijne.

 Deze mijmering heeft precies 300 woorden, de komende weken zal dit het minimum zijn. Soms mijmer ik heel lang over iets en zijn er meer dan driehonderd woorden op papier nodig om er een echte maandagmijmering van te maken. 

maandag 11 september 2023

Zelfhulpboek

 

Een ‘Zelfhulpboek’, wie heeft er op zijn minst niet eentje in huis? Sinds Thomas Harris in de jaren zestig ‘Ik ben o.k., jij bent o.k.’ schreef rijst het schrijven en de verkoop van zelfhulpboeken de pan uit. In de hele wereld en dus ook in Nederland. Thomas Harris voelde de tijdgeest van de jaren 60 goed aan: mensen kregen steeds minder boodschap aan kerk en geloof. Dat had een reden: velen hadden als enige les uit de kerk meegekregen dat ze allesbehalve o.k. waren. ‘Een mens is vanuit zichzelf geneigd tot alle kwaad’, staat in de Nederlandse Geloofsbelijdenis. En dat wilden mannen en vrouwen niet meer horen in de Flower Power tijd. ‘Baas in eigen buik’, riepen de Dolle Mina’s. Ik was een lagere schoolmeisje en begreep het niet echt. Dat kwam later toen ik ging studeren en ook zelf afscheid nam van de kerk. Ook ik voelde mezelf heel erg o.k. en had geen behoefte aan die strenge taal van de kerk. 

‘Mijn oma had helemaal geen boeken in huis, geen enkel zelfhulpboek, die had alleen de bijbel en dat ook nog in de Statenvertaling’, vertelde een kennis me onlangs. ‘Wat een moeilijk leven heeft ze gehad’, ging ze verder. ‘Alleen de bijbel’: het had laatdunkend geklonken maar ik ging erover nadenken. Het woord Bijbel is afgeleid van ‘Biblia’ wat ‘boeken’ betekent. De bijbel is een bibliotheek van 66 boeken, geschreven door veel verschillende schrijvers in de loop van vele eeuwen met een veelvoud aan onderwerpen. De rode draad in al die 66 boeken is hoe en waarom God -de Schepper van het grote heelal- ieder mens in dit heelal op het oog heeft. De mens is Gods grootste creatie en Hij wil niets liever dan die creatie helpen om tot bloei te komen.

    In ons huis aan de Patorijloane wemelt het van de boeken, ook van de zelfhulpboeken, wij zijn kinderen van onze tijd. Maar het belangrijkste boek is en blijft die bijbel. Op elke bladzijde van die bijbel is het alsof God fluistert: 'Ik ben er om je te helpen, je hoeft het niet alleen te doen, je kunt jezelf niet helpen.' De bijbel is ons 'God is mijn hulp boek'. 

maandag 4 september 2023

Handelingen (der apostelen)

 

Vanaf mijn twintigste ging ik echt in de bijbel lezen. Met ‘echt’ bedoel ik: in het geloof dat Jezus leeft en tussen de regels van de bijbel door contact met mij wil hebben. Dat was destijds voor mij een volkomen nieuwe gedachte die stukje bij beetje ging leven. Eerlijk gezegd had ik tot dan toe nog nooit voor mezelf in de bijbel gelezen. Ik had de verhalen uit de kinderbijbel gehoord en mijn vader las dagelijks voor uit de bijbel na het avondeten. Sommige verhalen moet ik tientallen keren gehoord hebben. Maar nadat ik ‘ja, ik wil graag een relatie met U hebben, ik wil U volgen’ uitgesproken had begon ik nieuwsgierig te worden. Had Jezus destijds aan zijn volgelingen opdrachten gegeven die nu ook nog voor mij golden?

‘Weid mijn schapen, hoed mijn lammeren’, zei Jezus tegen Petrus. Daar kon ik me wel iets bij voorstellen: ’Zet je in voor andere volgelingen’, concludeerde ik en om die reden ging ik vaker naar de kerk want daar kon ik  andere volgelingen ontmoeten. Verder kocht ik een schrift waar ik elke dag iets opschreef dat me geraakt had in de bijbel. Ik las dat Paulus na zijn bekering bad: ’Heer, wie bent U en wat wilt U dat ik doe?’ en die twee vragen zette ik bovenaan de pagina van een nieuwe dag. Ik voelde dat ik nog maar zo weinig wist van wie Jezus echt is. Dan las ik een stukje in de bijbel (ik ging gewoon door een bepaald Bijbelboek heen) en probeerde antwoord op die twee vragen te vinden. En dat doe ik nog steeds. Soms heel nauwgezet, dag voor dag. Ander keren af en toe. Maar steeds voelt het alsof ik Jezus echt ontmoet en als ik ga doen wat Hij vraagt verwonder ik me altijd weer.

Momenteel lees ik in Handelingen en deze week stuitte ik op Handelingen 10, het verhaal van Cornelius die Petrus uitnodigt nadat hij een visioen kreeg. (Petrus die toevallig - maar toeval bestaat niet bij God - net gehoord had dat hij zich voor heidenen moest openstellen.) Dat verhaal heb ik al zo vaak gelezen dat ik het bijna wilde overslaan. Gelukkig deed ik dat niet en wat me deze keer raakte was dit: ’Cornelius was een gelovig man die veel geld aan het volk gaf en geregeld tot God bad.’ En nu denk ik daar al heel veel dagen over na: Hoe geregeld bid ík tot God en hoeveel geef ík weg aan de armen? Handel ik werkelijk als een echte apostel?   

maandag 28 augustus 2023

Verliefd (slot)

 

‘De Vader heeft Jezus naar de wereld gezonden om de Beste Vriend te worden van ieder mens die daar naar verlangt. Je hoeft alleen maar ‘ja ik wil’ tegen Hem te zeggen.’ Het was de uitdrukking op haar gezicht die mij het meest raakte. ‘De Heer is zo bijzonder’, zei ze uit de grond van haar hart en ik begon te blozen want ik dacht aan de jongen over wie ik nu al vijf jaar droomde. Ik wist nog steeds niet hoe hij over mij dacht, het was een beetje zoals sommige vriendinnen verliefd waren op Rod Stewart. En nu vertelde Marjan mij dat zij verliefd was op Jezus, de Zoon van God.

‘Maar hoe kan je een relatie hebben met iemand die twintig eeuwen geleden leefde?’, vroeg ik. Marjan knikte, dus het was geen domme vraag.’ Dat kan inderdaad niet’, zei ze. Ik pakte weer een boterham van de schaal en zag dat Marjan nadacht voordat ze verder ging: ‘Voor veel mensen is Jezus Christus eigenlijk alleen een belangrijk historisch figuur. Belangrijk omdat Hij voor onze zonden is gestorven. Ik knikte, dat was de Jezus die ik kende. ‘Maar die mensen missen de clue, want als Jezus niet meer was dan dat zou ik niet naar de kerk gaan elke zondag.’ Met opgetrokken wenkbrauwen keek ik haar aan. ‘Die mensen missen de clue’: miste ik ook de clue?

‘Weet je Margriet, God is veel dichterbij dan veel mensen beseffen. Hij is hier bij ons in de kamer, onzichtbaar, dat wel, maar niet onvoorstelbaar, want bij Jezus kun je je echt wel iemand voorstellen, toch?’ Ik knikte want ik had de verhalen uit het Nieuwe Testament van jongsafaan aan gehoord. ‘En de vraag die Jezus aan Petrus stelde, vlak voordat Hij naar de hemel ging , stelt Hij ook aan jou.’ Ik kende de vraag: ‘Heb je Mij lief?’ En opeens schaamde ik me. Want ik wist dat mijn antwoord tot nu toe ‘nee’ was geweest. Mijn geliefde was een onbereikbare jongen en het idee van Jezus als geliefde was nog nooit bij me opgekomen.

Hoe ons gesprek verder ging weet ik niet maar terug op de fiets bedacht ik het volgende: Zodra ik op mijn kamer ben, kniel ik voor mijn bed en zeg ik ‘ja ik wil’ tegen Jezus. Ik was twintig en vanaf dat moment werd mijn leven een avontuur dat nog steeds niet afgelopen is.  

maandag 21 augustus 2023

Een statement


Ik smeerde mijn derde boterhammetje bij Marjan en bedacht dat ik ’s middags  een andere afspraak had. Gelukkig keek ze niet teleurgesteld toen ik wegging. Ze vroeg wel: ’Kom je nog eens terug?’ Een paar weken later was het zover. ‘Ik heb veel over je nagedacht’, zei ze toen we weer samen aan haar eettafel zaten. Ik begon te blozen, ik had helemaal niet aan haar gedacht. ‘Wat mooi dat je vader veel preekte over het kruis waar de Here Jezus aan stierf’. Ik haalde opgelucht adem want ik had natuurlijk wel een flater geslagen de vorige keer toen ik haar vroeg over welk heer ze het eigenlijk had.

‘Maar weet je ook dat de heer niet dood is gebleven? ’ Ja, Hij is opgestaan uit de dood’, zei ik nog voor ze verder zou gaan, ‘dat vieren we met Pasen.’ Ze moest vooral niet denken dat dat ik dat niet wist. Marjan lachte vriendelijk en zei: ’Ja, dat is het goede nieuws van de kerk: Jezus leeft, Hij is Heer, Hij is mijn Heer en ik heb hem net bedankt dat hij mijn gebed verhoord heeft en dat je weer bent gekomen.’ Ik legde mijn vork naast mijn bord en keek haar aan. Daar begon ze dus weer over die heer alsof ze de hele dag met Hem in gesprek was. ‘Gebeden?’, vroeg ik ongelovig. Marjan knikte: ’Ik bespreek altijd alles met hem, ik zou niet weten hoe ik zonder hem zou moeten leven’.

‘Ik ben gestopt met bidden toen ik zestien wat’, zei ik zachtjes:’ Tot dan toe bad ik altijd ’s avonds in bed, maar opeens leek dat zo kinderlijk en ik was ook niet meer zeker van het bestaan van God. Maar ik geloof sinds kort dat God wil dat ik van Hem houd en ook dat Hij van mij houdt. Alleen begrijp ik niet hoe dat allemaal kan.

Ik zag Marjan oplettend luisteren en toen ik stil was stond ze op, liep naar me toe, ging voor me staan en zei plechtig: ’Dus daarom heeft de heer jou naar mij gestuurd: ik mag je vertellen dat ook jij een relatie met hem kunt hebben, net zoals ik. De Vader heeft Jezus naar de wereld gezonden om de Beste Vriend te worden van elk mens die daar naar verlangt, je hoeft alleen maar ‘ja ik wil’ tegen Hem te zeggen.’ Ik was verbouwereerd. Marjan had een statement gemaakt. 

(Wordt vervolgd)

maandag 14 augustus 2023

Verliefd (3)

 

Het kwam binnen als een bliksemschicht en als het suizen van een zachte koelte: God wil in de eerste plaats dat ik Hem van Hem houd en ik mag er van overtuigd zijn dat Hij van mij houdt. Daar stond ik dan koffie te drinken in de Nieuwe Kerk, het was er niet meer stil, de dienst was voorbij, de mensen praatten en lachten. Maar ikzelf was nog steeds een beetje verdwaasd: dus God houdt van mij?

Ik was twintig en hield niet van mezelf. Ik vond mezelf te dik, te lawaaiig, te vol van allerlei ergernissen, bepaald niet een liefdevolle persoon. Niet naar andere mensen toe in elk geval. En nu had God gefluisterd: Ik houd van jou. Dus God keek voorbij dat lawaaiige en dat praterige? Had God daar geen moeite mee? ‘Hallo, ik heb je inmiddels al een paar keer hier gezien, ik ben Marjan, ben je lid van onze gemeente?’ Een jonge vrouw met een blond bobkapsel, hele lichtblauwe ogen en een zwierige bloemetjes rok sprak me aan. ‘Uh, nee’, stamelde ik. ‘Nou ja, vind je het leuk om bij mij te lunchen of heb je daar geen tijd voor?’ Dat was me nog nooit overkomen als student, een wildvreemde die me uitnodigde bij haar thuis. Als het niet een kerkganger was had ik misschien bedenkingen gehad, maar die zwierige bloemetjes jurk en stralende ogen verjoegen elke twijfel. 

‘Je vindt het dus wel leuk in onze kerk?’, vroeg Marjan in haar huis. Ik knikte en zij zei: ’Ik dank de heer elke zondag als ik thuiskom van de dienst.’ ‘Welke heer?’, vroeg ik verbaasd. Even leek het alsof Marjan van haar stuk gebracht was, of verbeeldde ik me dat? Ze stond op en liep naar de keuken en toen ze terugkwam met iets voor de lunch vroeg ze: ’Weet je echt niet wie ik bedoelde?’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Maar je vader is toch dominee, preekte die nooit over de Here Jezus?’, Marjan hield voet bij stuk. ‘O, bedoel je die?’, zei ik, ‘dat is de zoon van God die voor de zonden van de wereld gestorven is, dat noemt hij heel vaak, maar ik ben niet een grote zondaar, dus dat boeit me niet echt.’

Marjan ging weer bij de tafel zitten en ik keek recht in die grote lichtblauwe ogen. Had ze er spijt van dat ze met uitgenodigd had?         (Wordt vervolgd)

maandag 7 augustus 2023

Verliefd (2)


’Het grootste gebod is om de Here uw God lief te hebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand en uw naaste als uzelf.’  Als een bliksemschicht kwam dit mijn leven binnen toen ik vijftien was en voor de eerste keer verliefd. Dus God wil dat ik Hem liefheb, met nadruk op Hem. Tot dat moment had ik God beschouwd als iemand die met name eist om veel dingen niet te doen. Een ding mocht dus wel, moest zelfs: Hem liefhebben!  

Als achttienjarige, toen ik ging studeren in Groningen, liet ik de kerk achter me. Want God mocht dan met liefde te maken hebben, liefde is niet iets dat je kunt eisen, liefde laat zich niet dwingen, liefde is iets dat je overkomt. Ik was nog steeds verliefd op dezelfde jongen en hoefde alleen maar  een glimp van hem op te vangen om daar dagen op te teren.

 Maar de kerk liet mij niet los. Was het een schuldgevoel naar mijn vader en moeder toe dat ik in Groningen weer een voet over de drempel zette? Daar was het precies zoals eerder : het leek alsof alle andere kerkgangers iets hadden waar ik geen grip op kreeg. God liefhebben boven alles, hoe moest dat? Zou ik daar ooit toe in staat zijn?

En toen kwam op een bewuste zondag opnieuw een preek die mijn leven op zijn kop zette. Deze keer niet als een bliksemschicht maar eerder als het suizen van een zachte stilte. Vijf jaar had ik (bewust en onbewust) lopen peinzen over dat grote gebod en opeens was daar het antwoord: ’Wij hebben lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.’* Dus dat liefdesgebod van God was niet zomaar een eis in het wilde weg. Het was alsof God me tussen de kalksteen muren en pilaren van die kerk toefluisterde: ‘Ik houd van jou, net zoals ik houd van al die andere mensen die hier zitten. Wanneer ga jij daar eindelijk eens op reageren?’ Na de dienst was er koffiedrinken en opeens keek ik met andere ogen naar de mensen die lachend met elkaar spraken. Zouden zij dit geheim al eerder ontdekt hebben?

         *1 Johannes 4:19                                        (Wordt vervolgd)

maandag 31 juli 2023

Verliefd

 

Het speelt zich vijftig jaar geleden af op een zondagmorgen in de Grote Kerk op de Kerkstraat in Hoogeveen. Ik ben vijftien jaar en een jaar eerder was ik met mijn vader en moeder en vier zusjes van Nunspeet op de Veluwe naar het Drentse Hoogeveen verhuisd. In Nunspeet hadden we als domineesdochters altijd pal vooraan op de ‘domineesbank’ gezeten, met andere domineesvrouwen en hun kinderen. In Hoogeveen was niet zo’n bank en als die er was zou ik hem geweigerd hebben. Ik was geen kind meer dat aan de leiband van mijn moeder naar de kerk ging. Ik zat in de kerk omdat het moest, maar ik koos zelf de plek waar ik wilde zitten, het liefst ergens achteraan, niet opvallend. Het laatste wat ik wilde was geassocieerd worden met de dominee die vooraan op de hoge, roodbruin geverfde, preekstoel stond te oreren.

Mijn vader las elke zondagmorgen hardop de Tien Geboden voor en dat was een wekelijkse confrontatie: ’Gij zult niet begeren…’ Ik begeerde nogal veel en begreep intussen dat dat goed fout was. Soms voegde mijn vader er als kers op de taart aan toe: ‘En één van hen, een wetgeleerde, vroeg om Hem te verzoeken, Meester wat is het grootste gebod in de wet?’ Jezus’ antwoord had ik inmiddels ook vaak gehoord maar sinds onze verhuizing naar Hoogeveen luisterde ik er met andere oren naar. ’Het grootste gebod is om de Here uw God lief te hebben met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand en uw naaste als uzelf.’  En wat me in Nunspeet nooit was overkomen gebeurde nu, bij ‘liefhebben met geheel uw hart’ begon ik steeds spontaan te blozen. Want er was iemand die ik liefhad met mijn hele hart: een jongen uit zes gymnasium. Ik zat zelf in de derde, was te bleu om het aan iemand te vertellen, laat staan aan hemzelf, maar het hield me dag en nacht bezig. Ik geloof dat ik hem liefhad met geheel mijn hart en geheel mijn ziel en geheel mijn verstand.

En nu beweerde mijn vader dat ik de Here God op die manier zou moeten liefhebben. De Here God bij wie ik me helemaal niemand kon voorstellen. Mijn geliefde was een jongen van vlees en bloed met donkere krullen en een lach op zijn gezicht. Alleen al door aan hem te denken werd ik warm van binnen. En dat was dus goed fout…                                                               (Wordt vervolgd)

maandag 24 juli 2023

Wie niet werkt, die...

 

‘Wie niet werkt zal ook niet eten’ is de slogan van Mieke. Ze groeide in de Noordoostpolder op een boerderij op en werken werd haar met de paplepel ingegoten. Toen ze zelf een man kreeg die maar moeilijk een baan kon vinden deinsde ze er niet voor terug om kostwinster te zijn. Mensen die leven van een uitkering, om wat voor reden dan ook, verdraagt ze maar moeilijk: ‘Wie niet werkt, zal ook niet eten.’

In Kenia was en is nog steeds een enorme werkloosheid. Veel mensen zouden graag willen werken, maar er is geen werk en dus ook geen eten. Niemand krijgt daar een uitkering, ook zwaar gehandicapte mensen niet en dus zijn ze afhankelijk van familie en vrienden. Nederland is nog steeds een verzorgingsstaat en ik geloof dat we daar dankbaar voor mogen zijn. Hier hebben we inmiddels een andere slogan: ’Wie niet werkt, wordt niet voor vol aangezien’. Werk geeft status. Vrouwen die hun baan opgeven om voor het gezin te zorgen tellen niet echt mee. Nu zijn er uiteraard vrouwen die moeten werken omdat het gezin anders tekort komt, maar vrouwen die bij hun gezin blijven weten het: ’Wie niet werkt kan niet (zo vaak) op vakantie…’

‘Ik heb op aarde uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat U mij opgedragen hebt’, sprak Jezus vlak voor hij de aarde verliet.* Die zin raakte me. Hij sprak over zichzelf maar voor zijn volgelingen zit er ook een boodschap in.

-      Jezus was op de eer van zijn Vader gericht in alles wat Hij deed.

-      Hij deed alleen dat wat de Vader Hem had opgedragen.

Nu kun je je afvragen: wat voor werk deed Hij dan? Hij had de timmermanswerkplaats verlaten en trok rond door het land. Maar tijdens dat rondtrekken hield hij toespraken waar mensen enorm door geraakt werden en genas hij her en der allerlei mensen van vreselijke ziektes. Dat was dus het werk dat Hij van de Vader had gekregen: Jezus was tot zegen voor anderen en daarmee eerde Hij de Vader. In één van zijn toespraken, die op de Bergrede, zegt Hij dat de slogan ‘Wie niet werkt zal ook niet eten’, niet waar is, want: ’Vraag je niet bezorgd af: Wat zullen we eten of wat zullen we drinken maar zoek liever eerst het Koninkrijk van God, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.’ 

* Johannes 17:4 

maandag 17 juli 2023

Voor altijd slaaf

 

Ik kreeg nog nooit eerder zo weinig reacties op een blogje als op het laatste. Meestal heb ik niets te klagen en verschijnen er na publicatie duimpjes en hartjes. (Dat laatste beschouw ik als een compliment) Maar ‘slavernijverleden’ spreekt blijkbaar tot niemands verbeelding. Toch waag ik me er nog een keer aan want ik stuit er steeds weer op, niet alleen in de huidige media ook in… de bijbel!

‘Jezus legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen, en droogde ze af met de doek die Hij omgeslagen had. Toen Hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ’U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ In die dagen waste je je voeten zelf als je arm was, rijken lieten hun voeten wassen door een slaaf. Jezus gedraagt zich dus als een slaaf en dat gaat Petrus te ver: ‘O nee’, zei Petrus, ‘mijn voeten zult U niet wassen, nooit!’

Petrus lijkt wel een moderne Nederlander,  tegen elke vorm van slavernij. Nederlanders willen zelf geen slaaf zijn (‘Better dea as slaaf’ zeggen Friezen) en ze willen ook niemand tot slaaf maken, zoals dat in het verleden helaas wel gebeurde. Maar Jezus heeft daar geen enkele moeite mee! ‘Begrijpen jullie wat Ik gedaan heb?’, vroeg Hij….Ik heb een voorbeeld gegeven; wat Ik voor jullie gedaan heb, moeten jullie ook doen.’ Zo, die zit! Jezus stelt zich als een slaaf op naar zijn leerlingen en Hij verwacht dat ze dat ook naar elkaar zullen doen. Dit is toch wel even iets om je achter de oren te krabben. Wil Jezus mensen tot slaaf maken? (Daar zijn we toch eindelijk van af?) Ik geloof dat Jezus wist dat deze vraag vroeg of laat zou komen, want een eindje verderop zegt Hij: ‘Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet, vrienden noem ik jullie, omdat Ik alles wat Ik van de Vader gehoord heb, aan jullie bekend gemaakt heb.’

‘Ik noem jullie mijn vrienden, en toch wil ik dat jullie je als slaaf gedragen.’ Jezus maakt niemand tot slaaf, maar hij verwacht wel dat zijn volgelingen zich als slaven zullen gedragen. Niet als iets dat hen van boven af wordt opgelegd maar als iets waar zij van harte zelf voor kiezen. Net zoals hij dat deed.