maandag 25 december 2017

Op kraambezoek bij het Kerstkind

Slechts twee dagen in het jaar zijn de kerkbanken in Nederland vol: in de Kerstnacht en op eerste Kerstdag. Voorgangers weten dit en velen probeerden vorige week die ene goede preek te maken waar veel mensen het het hele jaar mee moeten doen. “Is toch mooi, dat kindje in de kribbe, die kerstboom, al die lichtjes en zoveel mensen samen. Kerst verbroedert. Ik houd van de Kerstgedachte. Vrede op aarde, zelfs in oorlogstijd.” Zomaar een greep uit dat wat mensen met Kerst naar de kerk brengt.

Alles draait om het Kerstkind. “Met Kerst vieren we de geboorte van Jezus”: zelfs mensen die nooit naar de kerk gaan weten dat en geboortefeesten zijn de mooiste die er bestaan. “Kraamfeesten”, heten ze in Nederland. Als er een baby geboren is gaan we op ‘kraambezoek’ of sturen een mooi -blauw of roze- feestelijk kaartje ter ere van het nieuwe kindje. Niks is zo vertederend en ontroerend als een pasgeboren baby. Niet verwonderlijk dus dat zoveel mensen naar de kerk gaan met Kerst, op kraambezoek gaan is altijd fijn. 

Wel verwonderlijk is het dat veel mensen na dat kraambezoek eigenlijk alle interesse in deze baby verliezen. Ze vragen zich nooit af wat voor mens zich uit dat kind heeft ontwikkeld, laat staan wat die mens, Jezus Christus voor hun eigen leven zou kunnen betekenen. En dat is jammer. Heel jammer. Want Jezus als volwassen mens was de meest bijzondere mens die ooit op aarde leefde. “Wil je Mij volgen?”, is zijn vraag aan iedereen, overal ter wereld. Op kraambezoek gaan is één ding, bij Hem blijven en Hem volgen is iets heel anders. Maar ieder mens die dat aandurft: het Kerstkind adopteren, bij Hem blijven het hele leven lang, zal zich werkelijk verwonderen over wat dat kind te brengen heeft. 


Op kraambezoek bij het Kerstkind

maandag 18 december 2017

Lichtpuntje

In mijn naaste omgeving is iedereen op de hoogte van mijn onverkwikkelijke geklaag over de winter. Wintertenen, een tranend oog, kou tot op het bot, depressie vanwege zonnegebrek en ga zo maar door. “Houd op met dag geklaag”, zegt Bernard vaak. Voor hem maakt het niks uit of het nu hartje zomer of hartje winter is. Ik reken elke dag uit hoeveel dagen nog tot 21 december, de kortste dag. Vanaf dan zal het langzaamaan ietsje beter worden, maar januari, februari en maart liggen  als grauwe monsters voor mij in het vooruitzicht. 

Dat tranende oog is overigens niet per se iets van de winter, dat plaagde mij ook hartje zomer. Vanaf juli bezoek ik specialisten. Eerst een oog-, inmiddels ook een KNO-arts. Ritje na ritje naar Dokkum. Zonder enige verbetering tot nu toe. Ik ben de tel kwijtgeraakt van de apparaten en scans die mijn ogen op allerlei manieren hebben bekeken. Diep vanbinnen, met een dwarse doorsnee, tot op de zenuw en tot en met het gezichtsveld. Alles is in kaart gebracht en nu nog op zoek naar de goede behandelingsmethode. Die lijkt ook wel uit seizoenen te bestaan, want ik moet nu drie maanden lang elke dag in beide ogen vloeistof druppelen in de hoop dat de oogdruk langzaam om laag gaat. Wachten dus. “Maakt u bij de balie maar een nieuwe afspraak”, daarmee verlaat ik de behandelkamer. Bij de balie staat een rij, dus eerst maar even koffie uit het apparaat halen. Nog steeds een rij als ik me met bekertje cappuccino aansluit. “U wilt een nieuw afspraak, bij zelfde dokter?”, ik bevestig het. “Dat wordt dan 16 april, om 9.20. Past dat?” 

Ik reken snel uit dat op 16 april de lente al is begonnen: zomaar even een onverwacht lichtpuntje daar achter die balie :)


maandag 11 december 2017

Insjallah

“Horen ‘waarom’ en ‘daarom’ bij elkaar?” vraagt ‘mijn Somalische leerling’ voor we met de taalles beginnen. Mooie aanleiding om haar het verband uit te leggen tussen oorzaak en gevolg. “Dus ‘want’ is hetzelfde als ‘omdat’ ”, oppert ze na mijn uitleg. Ik ben voldaan: ze heeft het begrepen. Denk ik. 

Daarna lezen we het verhaal “Tom valt van de step”. De afbeeldingen in het boekje maken de uitleg makkelijk: bijna op elke bladzijde staat een step getekend. “Tegenwoordig krijgen kinderen al heel jong een fiets, vroeger begonnen ze met een step”, maak ik duidelijk. Ze leest verder over Tom die met zijn hond en zijn vriend gaat steppen. Tot het moment dat Tom van de step valt en stil op de grond blijft liggen. Een dramatisch verhaal met als vraag en rode draad: ”Waarom viel Tom van de step?” Ik laat haar stoppen met lezen bij de bladzijde waar het antwoord staat en zeg: “Je hebt het net gelezen, dus het is niet moeilijk.” Maar ik zie in haar ogen alleen maar vraagtekens: Hoezo, waarom? “Ja”, zegt ze, “Tom viel van de step.” “Klopt”, antwoord ik:” maar hoe kwam dat?” Weer vragende ogen. Ze staart naar het plaatje en heeft geen idee waarom ik die vraag stel. We hebben net gelezen dat Tom vergeten was zijn dagelijkse medicijnen in te nemen waardoor hij in zijn hoofd niet goed was geworden. Maar het verband met Toms val van de step ontgaat haar volledig en ik voel me verre van voldaan. 

En dan opeens valt het muntje: De oorzaak en gevolg vraag is een vraag die bij onze Nederlandse cultuur hoort maar die in haar cultuur geen enkele rol speelt. “Jullie zeggen altijd ‘insjallah’ (=zo God wil) bij alles wat er gebeurt he?”, vraag ik. “Ja”, zegt ze met stralende ogen: “Daarom!” 

maandag 4 december 2017

Hip

‘Taal is echt mijn ding’, daarom meldde ik me aan het begin van het nieuwe seizoen aan bij het ‘Digitaalhuis’ van de openbare bibliotheek. Eén keer per week geef ik daar nu taalles aan een Somalische. We hebben inmiddels een vaste routine: eerst leest ze hardop een verhaaltje, waarbij we na elke bladzijde even stoppen en ik vragen stel. Daarna komt als toetje het samen doorbladeren van een tijdschrift naar haar keuze. 

Het voorlezen van het verhaaltje gaat steeds beter. Ze geniet ervan als ik haar prijs en haar leer om ‘echt Nederlands’ te spreken. Dus niet elke keer als ze het lidwoord ‘een’ tegenkomt dat uitspreken als ‘één’, maar ‘un’ zeggen. Heel simpel, maar best moeilijk. Vorige week las ze het verhaaltje ‘Suus is hip’, over een meisje dat van haar moeder een zelfgemaakte jas krijgt en die jas niet aan wil omdat ze hem niet hip vindt. Goed leesbaar verhaaltje met één moeilijk woord: ‘hip’. Wat is in de vredesnaam ‘hip’? Zij had er nog nooit van gehoord en ik wist niet hoe ik het uit moest uitleggen. In zo’n geval pakken we het Somalisch-Nederlands woordenboek. Ik zoek dan het Nederlandse woord op en zij leest de Somalische betekenis voor. Zo ook in dit geval: Hip= “Kalmad soo ifbaxday amalagu istic maali jiray jiil cusub oo dhalinyaro ah oo soo baxay sanadadii.” Tja. Ik vroeg: “Wat betekent die lange zin?” Zij kon het niet uitleggen in het Nederlands. En zo weet ze nog steeds niet wat hip is, want ook het woord ‘modern’ is onbekend voor haar.

Thuis zocht ik naar een vertaling van die Somalische zin. Dat leverde dit op: “Het woord werd gebruikt door een jonge generatie.”  Waarom ‘hip’ werd gebruikt stond er niet bij. Vreemd. Doen ze in Somalië niet aan ‘waarom-daarom’?

[Wordt vervolgd]