maandag 26 december 2016

Voerbak

Jezus lag in een voerbak, dus is Kerstfeest een feest van eten.” Ik grinnikte toen ik deze uitleg hoorde maar met twee Kerstdagen bijna achter ons denk ik: Toch jammer dat ‘lekker eten’ het enige is dat veel mensen met Kerst associëren.

“Ik was om acht uur ‘s ochtends bij de winkels, de dag voor Kerst, en zag overal vrouwen met een blik van paniek rondlopen: bang dat de etenswaren van hun lijstje uitverkocht waren. Maar ik doe niet moeilijk met Kerst hoor, ik maak een grote pan soep en een salade.” Tijdens de kerstnachtdienst zat deze moedige vrouw naast me, moedig omdat zij doet wat vele anderen niet durven: “want stel je voor dat je eropaan gekeken wordt dat je zo weinig in huis hebt met Kerst.” Daar komt bij dat voor veel mannen “de liefde door de maag gaat”, en voilà: de stress van (de dagen voor) Kerst.

Jezus lag in een voerbak voor schapen: als ‘dus gaan we lekker eten’ niet de boodschap is, wat is die dan wel? Er was geen plaats voor hem in de herberg, geen plaats in de wereld, hij werd aan een kruis geslagen. Hij kwam bij zijn eigen mensen, maar die wilden hem niet accepteren. Zo lees ik het in de bijbel, zo hoorde ik het ook deze Kerst weer in de kerk. “Hoort een Koningskind in een voerbak voor schapen?”, vroeg Bernard aan de kinderen op eerste Kerstdag. “Neeee!”, riepen ze allemaal.

Maar wat als dat Koningskind er nu zelf voor kóós om in een voerbak, tussen de schapen, herders en hun familie geboren te worden? Om te laten zien: Voor Mij zijn alle mensen gelijk, Ik kijk niet neer op mensen “die niets in huis hebben”, want juist zij zullen Mij(zelf) met open armen ontvangen!


maandag 19 december 2016

Marskramer

“Een marskramer is een verkoper van kleine artikelen, die hij in een rugkorf of mars vervoert en waarmee hij platteland en steden afreist om zijn waar op markten en kermissen van huis tot huis te verkopen.” 

Het duurde even voor ik dit op Wikipedia gevonden had, want “Marskramer” is tegenwoordig alleen bekend als ‘die winkel die een beetje op Blokker lijkt maar toch ook anders is’. In de Westereen is zo’n winkel. Nu al 26 jaar. Ik mag sinds een half jaar meegenieten. “Maar volgend jaar sluiten er 17 van onze filialen”, vertelde de verkoopster mij vanmiddag: “Wij doen het gelukkig goed maar op andere plekken heeft ‘de Marskramer’ te lijden onder het internet.” Eerst verdween de rondreizende marskramer van het toneel, nu de Marskramer als winkel.

Niet alleen de Marskramer, overal sluiten winkels. In Leusden staan drie winkelpanden naast elkaar leeg. “Dat noodt niet uit tot winkelen”, vertelde een vriendin me door de telefoon. “Hier valt dat wel mee”, zei ik. Maar ook hier zijn sommige winkels verdwenen en is het voor de middenstand moeilijk om klanten aan zich te binden. Het is zoveel makkelijker om dingen online te bestellen en je hoeft lekker de deur niet meer uit. Ik herken dat uiteraard. Maar is het zo erg om even de deur uit te gaan voor een boodschapje? Ik ontmoette vanmiddag drie bekenden in de winkels. En het deed me goed om even bij te praten. 

Want mens is meer dan een machine die er genoeg aan heeft om zich door een andere machine (computer) te laten bedienen. Een mens is een sociaal wezen dat behoefte heeft aan andere mensen. De marskramers van vroeger gingen uitgebreid in gesprek met hun klanten. En (Marskramer)-winkels zijn plekken bij uitstek om andere mensen te ontmoeten.
 

maandag 12 december 2016

Donkere dagen voor Kerst

In de Westereen houden ze daar niet van want je vindt hier vrijwel geen huis zonder Kerstverlichting, in wat voor vorm dan ook. Kerstbomen, kaarsen, verlichte rendieren, sommigen met hele (verlichte) sleeën achter zich…Zowel in de huizen als buiten in de tuinen, in de winkels, bij de kerken, overal word je bij Kerst bepaald. Het is nog twee weken voor de Kerstnacht, maar de Kerstzangdiensten zijn al volop aan de gang. En op de één of andere manier doet mij dat dit jaar minder dan ooit…

Ik ben nooit een liefhebber van Kerst geweest. Vroeger was het de drukste tijd voor mijn vader, die ook predikant was. Misschien heeft het daar mee te maken. Bovendien valt Kerst in Nederland altijd in de winter en van winterse kou word ik niet blij. Ik ben waarschijnlijk de enige Nederlander die niet op de Elfstedentocht zit te wachten want schaatsen kan ik niet en bovendien krijg ik bij een beetje vorst al last van pijnlijke wintertenen. Kerst vieren in Kenia was fijn want eind december is het volop zomer daar…

Maar toen ik me afvroeg waarom mijn afkeer van Kerst dit jaar groter lijkt dan ooit, ging mij een licht op (J). Want ik bedacht me dat wij hier rond Kerst precies een half jaar wonen, en zes maanden wonen in een andere cultuur is cruciaal. Voor dat wij naar Afrika gingen leerde ik deze drie woorden: ”Honeymoon- crisis- recovery”: Wittebroodsweken- crisis- herstel. De eerste drie maanden ergens anders zijn altijd alleen maar mooi, aan het einde van de volgende drie is het diepste punt bereikt en daarna komt de geleidelijke aanpassing. Ik zit dus precies op schema volgens de ‘cultuurschok-lijn’.  Vanaf januari, als de eerste zes maanden om zijn, zal het alleen maar bergopwaarts gaan!



maandag 5 december 2016

My home is my castle

Als je ’s avonds rondrijdt in de Westereen moet je voortdurend langs allerlei geparkeerde busjes heenrijden: “Van der Kamp, Interieurbouw”,” Veenstra, Glas en Schilderwerk”, “Reitsma, Keukeninrichting”: zomaar een willekeurige greep uit het veelvoud aan busjes. Sinds een paar weken wonen we in ons eigen  huis, sinds een paar maanden kom ik bij Westereenders over de vloer en steeds weer sta ik versteld over de huizen hier. Veel huizen zijn groot, modern, vrijstaand en van alle gemakken voorzien. 

Nu is dat natuurlijk op ander plekken in Nederland ook zo, toch is het feit dat juist hier de huizen zo mooi en gerieflijk zijn bijzonder. Want honderd jaar geleden was de Westereen (en omgeving) één van de meest armetierige streken van Friesland. Grote gezinnen woonden in hele armoedige kleine hutjes die ze voor ‘een rijksdaalder per jaar’ mochten huren. Veel huishoudens moesten van een rijksdaalder per week rondkomen waarvan vaak ook nog het meeste op ging aan drank. In honderd jaar is er dus veel veranderd. Keimpe Sikkema was een schoolmeester aan wie het dorp veel te danken heeft, hij richtte met anderen ‘het dorpsbelang’ op en zorgde dat er een verharde weg naar de school kwam zodat de kinderen daar ook werkelijk naar toe kwamen. In 1931 verliet hij de Westereen, maar nog steeds laat hij zijn sporen na, dagelijks rijd ik over de ‘Keimpe Sikkemawei.’ 

Nu ik heb gelezen over deze man begrijp ik opeens meer van het dorp.Want ook al die busjes waar je ’s avonds om heen moet zijn in zekere zin vrucht van zijn werk. Hij hielp de destijds arme Westereenders om een beter leven op te bouwen. Dat betere begon bij goede huizen. En juist wat huizenbouw en inrichting betreft is de Westereen toonaangevend in Friesland.