maandag 28 november 2016

Het voetbalveld

Voetballiefhebbers zien regelmatig "J o h a n n e s 3: 16" op een spandoek tussen de supporters verschijnen. Die tekst heeft niks met voetballen te maken: ”Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga maar eeuwig leven hebben”. Bij voetballen gaat het er soms hard aan toe, maar ‘verloren gaan’, gaat dat niet te ver? Om echt te begrijpen waar de tekst overgaat moet je het verband lezen: “Mozes zette in de woestijn een koperen slang hoog op een paal. Net zo moet de Mensenzoon een hoge plaats krijgen, eerst aan het kruis en daarna aan de hemel.” (Johannes 3:14 Bijbel in Gewone Taal) 

In de woestijn, op weg naar het beloofde land, was het volk Israël voortdurend aan het klagen. Zo veel en zo erg dat God giftige slangen stuurde waaraan velen stierven. Daarna kreeg Mozes van God de opdracht om een koperen slang hoog aan een paal vast te maken maken en iedere gebeten Israëliet die naar die slang keek bleef in leven. Op dezelfde manier moet een mens in deze wereld naar het kruis van Jezus Christus blijven kijken, want dat kruis maakt twee dingen duidelijk. Ten eerste dat ieder mens -net als het volk in de woestijn- straf verdient, straf voor zijn continue ongehoorzaamheid aan God. Ten tweede dat die straf al afbetaald is door de Zoon van God zelf.

In de Westereen staat op één van de kerken een kruis zo hoog dat je er overal in het dorp naar kunt kijken. Dat viel me op een donkere winteravond op toen ik -vanaf ons nieuwe huis - de weg naar de kerk even kwijt was. “Ik fiets gewoon richting dat -verlichte- kruis”, bedacht ik me. En het kwam goed!


maandag 21 november 2016

De kapper

“Voel je je al thuis hier?”, al na twee weken kreeg ik deze vraag. De eerste weken gaf ik als antwoord: ”Het begint een beetje te komen.” Maar met elke week die verstreek werd het beter met het thuisgevoel. Nu, na 4 maanden, wonen we in ons eigen huis en voelt het helemaal goed. Toch gebeurde er ergens in de afgelopen maanden iets waarna ik dacht: ”En nu kan ik Leusden voorgoed achter me laten en is de Westereen mijn nieuwe thuis.” Op dat moment woonden we nog in ons tijdelijke huis en moesten we nog heel vaak terug naar Leusden omdat ons oude huis nog niet verkocht was.

Hoewel er dus alle reden was om me nog steeds heel erg niet gesetteld te voelen ontstond dat heerlijke thuisgevoel op het moment dat ik in de kappersstoel van een nieuwe kapster zat, in de spiegel keek en dacht: ”Dit wordt goed!” “Als je haar maar goed zit”: welke vrouw beaamt dit niet? In Leusden had ik 6 jaar een vaste kapster die helemaal naar mijn zin was. Zij wist precies op welke plek ze veel en op welke plek ze weinig moest knippen. Om me aan een nieuwe kapper toe te vertrouwen was echt ‘een dingetje’ voor me. Maar ik wist dat het vroeg of laat zou moeten komen. Toen onder de handen van de Westereense kapster mijn haar precies zo werd als ik het wilde dacht ik:”Nu ben ik thuis!”

Naar de kapper gaan lijkt eigenlijk een beetje op naar de kerk gaan: zowel de kerk als de kapper helpen een mens met dat wat hij voor zichzelf niet kan doen. De kapper draagt zorg voor het uiterlijk, de kerk voor het innerlijk!

maandag 14 november 2016

Te koop

In maart van dit jaar gingen wij naar de makelaar om ons huis in Leusden als ‘te koop’ te boek te doen. “Jullie straat is erg geliefd, ik verwacht niet dat het lang gaat duren.” Met deze bemoediging deden wij wat ons te doen stond: buitenkant beetje aantrekkelijk bijschilderen, binnenkant opruimen en schoonmaken en overbodige rommel naar de kringloop brengen. Een ‘echte’ fotograaf maakte foto’s waarop het allemaal zo mooi leek dat wij ons vertwijfeld afvroegen waarom we überhaupt wilden verhuizen. Alles kwam op Funda, de eerste ‘Open huizen dag’ diende zich aan en wij waren er helemaal klaar voor.

Die dag begon goed want al om vijf over elf – het officiële begin van de dag- diende het eerste echtpaar zich aan. Vol verwachting leidden we hen door de zes slaapkamers, namen afscheid en wachten op het vervolg. Dat kwam de maandag erna: een telefoontje van de makelaar: de vrouw van het stel was teleurgesteld in de buurt. “Jullie straat is erg in trek”, had de makelaar gezegd, niet bij deze vrouw dus. Vol goede moed ontvingen we aan het einde van die eerste dag de tweede bezoekers. Maar deze mensen vonden de keuken en de badkamer te gedateerd en dat ging dus ook niet door. Op dat moment hadden wij de moed nog niet verloren, maar acht maanden en meer dan twintig kijkers later, kijkers die allemaal geen kopers werden, zonk die ons wel in de schoenen. We woonden inmiddels in de Westereen en hadden daar ook een huis gekocht. Een dubbele hypotheek hing ons boven het hoofd….

En toen kwam er, op het allerlaatste moment, de uitkomst die we nodig hadden. Op zaterdag 12 november gingen we wonen in ons nieuwe huis en de dinsdag ervoor diende zich de koper van ons oude huis aan. Ons geloof werd beproefd, maar niet beschaamd! 

maandag 7 november 2016

Kookwekker

Wat hebben een kookwekker en een gebedskring met elkaar te maken? “Helemaal niks”, zou een paar jaar geleden mijn antwoord geweest zijn. Maar in december vorig jaar las ik een boek waar mij het verband duidelijk werd. Het was de biografie van Dietrich Bonhoeffer geschreven door Eric Metaxas. Ruim zeshonderd bladzijdes was ik geboeid. Met name het gedeelte over Bonhoeffer’s onderwijs aan beginnende predikanten raakte me.

“Mediteer een week lang elke dag een half uur over dezelfde Bijbeltekst”, was één van zijn aanwijzingen. “Doet dat al biddend, zonder de hulp van een commentaar en schrijf op wat in je gedachten komt.” Toen ik de biografie dichtklapte besloot ik dit zelf uit te proberen. En nu komt de kookwekker in het vizier: vanaf het begin heb ik daarbij een kookwekker op een half uur achter de deur gezet. Want ik wilde niet afgeleid worden door een tikkende klok en ook niet steeds op mijn horloge kijken. Het resultaat was verbluffend. Het begin een beetje moeilijk (een half uur is best lang), maar ik kreeg, dag na dag, de één na de andere onverwachte gedachte.

Toen ik in juli dit jaar gevraagd werd om de wekelijkse gebedskring van de gemeente te leiden kreeg ik het idee om die kookwekker ook daar te gebruiken. En nu bestaat ons wekelijkse uurtje niet alleen meer uit spreken maar ook uit simpelweg stil zijn voor het aangezicht van God, waarbij een kookwekker achter de deur ons bij de tijd houdt. Meestal zetten we die op tien minuten. Soms mediteren we over een Bijbeltekst, een andere keer zijn we alleen maar stil. Wanneer we dan achter de deur het gerinkel horen is dat het sein voor het echte bidden. Want sinds we die kookwekker gebruiken wordt er minder gekletst en meer gebeden!