“Voel
je je al thuis hier?”, al na twee weken kreeg ik deze vraag. De eerste weken
gaf ik als antwoord: ”Het begint een beetje te komen.” Maar met elke week die
verstreek werd het beter met het thuisgevoel. Nu, na 4 maanden, wonen we in ons
eigen huis en voelt het helemaal goed. Toch gebeurde er ergens in de afgelopen
maanden iets waarna ik dacht: ”En nu kan ik Leusden voorgoed achter me laten en
is de Westereen mijn nieuwe thuis.” Op dat moment woonden we nog in ons
tijdelijke huis en moesten we nog heel vaak terug naar Leusden omdat ons oude
huis nog niet verkocht was.
Hoewel er dus alle reden was om me nog steeds heel
erg niet gesetteld te voelen ontstond dat heerlijke thuisgevoel op het moment
dat ik in de kappersstoel van een nieuwe kapster zat, in de spiegel keek en
dacht: ”Dit wordt goed!” “Als je haar maar goed zit”: welke vrouw beaamt dit
niet? In Leusden had ik 6 jaar een vaste kapster die helemaal naar mijn zin
was. Zij wist precies op welke plek ze veel en op welke plek ze weinig moest
knippen. Om me aan een nieuwe kapper toe te vertrouwen was echt ‘een dingetje’
voor me. Maar ik wist dat het vroeg of laat zou moeten komen. Toen onder de
handen van de Westereense kapster mijn haar precies zo werd als ik het wilde dacht
ik:”Nu ben ik thuis!”
Naar de kapper gaan lijkt eigenlijk een beetje op naar de
kerk gaan: zowel de kerk als de kapper helpen een mens met dat wat hij voor
zichzelf niet kan doen. De kapper draagt zorg voor het uiterlijk, de kerk voor
het innerlijk!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten