maandag 28 maart 2022

Zwaag-west-einde

 

Onze jongste dochter studeert tussen internationale studenten in Amsterdam. ‘Ik zit nu in een werkgroepje met een meisje uit Egypte en iemand uit Iran’, vertelde ze en ze ging verder: ’Maar als ik zeg waar mijn ouders wonen dan is iedereen altijd verbaasd: ‘In Friesland? Waarom daar? Waarom zo ver bij jou vandaan?’ Die buitenlandse meisjes zijn zelf heel ver weg gegaan voor hun studie maar van ouders wordt blijkbaar iets anders verwacht: ’Van al mijn vrienden zijn jullie de enige die niet bij hun kinderen in de buurt wonen’, verzuchtte onze zoon in Amersfoort een keertje.  

‘Wij werken hier’, zeg ik dan altijd. Zwaagwesteinde is het Nederlands van het Friese ‘De Westereen.' Mensen ten noorden van de Westereen spreken dat uit als ‘Westerein’, met de klemtoon op 'ein'. De Westerein is  voor onze familie en veel van onze vrienden inderdaad het einde van de wereld, maar voor ons is Zwaagwesteinde het perfecte dorp om te wonen. In heel veel opzichten. Zo heeft het dorp:

-       Een Chinees. Iedereen die Bernard goed kent weet dat hij daar niet zonder kan.

-       Een bibliotheek. Iedereen die mij goed kent weet dat ik daar niet zonder kan.

-       Een treinstation! Met opzet zet ik hier een uitroepteken achter want wie verwacht dat nu in een klein dorp in Noordoost Friesland?

Dat station is onze link naar ‘Holland’: zo noemen Westereenders de rest van Nederland. De link naar Groningen is voor ons het belangrijkst want daar woont onze oudste dochter met man en drie dochters. Met de trein zijn we, van huis tot huis, binnen een uur bij hen en zij binnen een uur bij ons. Dat laatste is altijd een feestje voor onze kleindochters want vlak buiten ons dorp is ‘Sanjes Safari’: een klein pretpark met dierentuin.

De Westereen: wie wil daar niet heen?

maandag 21 maart 2022

Poetins preek

 

Regeringsleiders die niet onbekend de geschiedenis in willen gaan moeten een oorlog beginnen, bij voorkeur een oorlog die de hele wereld in rep en roer brengt. Succes verzekerd. Vladimir Poetin, de president van Rusland, zal de geschiedenis ingaan als de man die een oorlog begon tegen Oekraïne. Op dit moment zitten we nog midden in die oorlog. Wijzelf niet, wij zitten op de bank naar beelden op de televisie te kijken. Na drie weken vult de oorlog niet meer het hele journaal en raken we al een beetje afgestompt. In het begin kwamen er nauwelijks overleden slachtoffers in beeld. Nu zien we bijna dagelijks dekens op de grond liggen, waaronder de zoveelste dode. Ouderen, bejaarden, kinderen: niemand ontkomt er aan. Mensen die de kans krijgen om het land te ontvluchten voelen zich uitverkoren.

Vladimir Poetin begon de oorlog, maar het wrange is dat het ook voor hem een oorlog op afstand is. Napoleon ging zelf mee naar de slag bij Waterloo. Poetin geeft bevelen op afstand, zit ergens verborgen in een bunker op het Kremlin, of in één van zijn vele residenties, waar hij misschien ook wel op de bank televisie kijkt.

Afgelopen week kwam hij even uit zijn vesting om in immens stadion met duizenden Russen een toespraak te houden. Het was de viering van de annexatie van de Krim maar Poetin maakt van de gelegenheid gebruik om een woordje te spreken tot ‘zijn’ militairen op het slag veld. Hij sprak: ‘Het Heilige Boek zegt dat niemand grotere liefde heeft dan hij die zijn leven inzet voor zijn vrienden’, en ik was geschokt. Jezus sprak die woorden uit vlak voor Hij zichzelf opofferde voor de wereld. Een preek houden en vervolgens door je levenswijze het tegendeel te laten zien is heel erg misbruik maken van het Woord.

maandag 14 maart 2022

Het grootste gebod

 

Wat is het grootste onderscheid tussen ‘gelovigen’ en ‘niet gelovigen’? Tussen kerkmensen en mensen die ‘niks met de kerk hebben?’ Ik hoor iemand al zeggen: ‘Niet naar de kerk gaan betekent niet dat je ongelovig bent.’ Dat is waar. Laat ik het daarom een beetje anders zeggen: ik bedoel het verschil tussen mensen die wel en mensen die niet in God geloven? Nog weer anders gezegd: Is het aan de buitenkant van iemands leven te zien of hij wel of niet ruimte heeft voor God? (Dan laten we buiten beschouwing of het veel of weinig ruimte is.)

Jezus, de Zoon van God, heeft daar een opmerkelijke uitspraak over gedaan. Als iemand hem vraagt wat het belangrijkste is om te doen voor een gelovige dan zegt hij: Ten eerste moet zo iemand meer van God houden dan van wie of wat ook ter wereld. Ten tweede moet hij van de mensen om hem heen evenveel houden als van zichzelf. En dan voegt hij er aan toe dat dat tweede gebod, van jezelf net zoveel houden als van je medemens, even belangrijk is als het eerste.

Vanwege die toevoeging zit ik al wekenlang te peinzen over de vraag: houd ik van mijn medemens -wie dat dan ook maar is- evenveel als mijzelf? Tot mijn grote schaamte is het antwoord: nee. Die schaamte wordt nog groter wanneer ik mensen ontmoet die ‘niks met de kerk hebben’ maar wiens naastenliefde buitengewoon groot is. Aan het einde van zijn leven, in de Lijdenstijd, doet Jezus er een schepje boven op als hij zegt: ’Jullie moeten net zoveel van elkaar houden als ik van jullie gehouden heb.’ Dus met een liefde die geen grenzen kent, liefde die bereid is om zichzelf op te offeren voor een medemens.

Ik heb nog veel te leren…

maandag 7 maart 2022

Dertig jarige oorlog

 

Ik studeerde in Groningen in de jaren 80 en als onderwerp voor mijn doctoraalscriptie koos ik een historisch figuur die een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de hedendaagse pedagogiek: Jan Amos Comenius. Deze leefde van 1592 tot 1670 en was naast pedagoog ook theoloog. Hij werd geboren in Moravië, tegenwoordig een onderdeel van Tsjechië.

Iedereen die ooit iets als een scriptie heeft geschreven weet dat na verloop van tijd het onderwerp in je hoofd gaat zitten. Zo verging het mij. Maand in maand uit leefde ik met Comenius. Ik stond met hem op en ging met hem naar bed en hij boeide me steeds meer. Comenius was 26 jaar toen de ‘Dertig Jarige Oorlog’ uitbrak. Ik vermoed dat niet veel mensen weten van die oorlog, maar heel Europa was erbij betrokken en de oorlog kostte meer dan 6 miljoen slachtoffers. In de jaren 80 reed ik op mijn fietsje door het vredige Groningen, van bibliotheek naar bibliotheek om informatie over Comenius te verzamelen en de term ‘Dertig Jarige Oorlog’ komt heel vaak voor in mijn scriptie.

Maar nu pas, veertig jaar later, nu er opnieuw in Europa oorlog is uitgebroken, begin ik een klein beetje te begrijpen wat dit allemaal voor ‘mijn held’ Comenius heeft betekend. Hij verloor zijn vrouw en zowel zijn eerste als tweede bibliotheek werd compleet verbrand. Hij moest vluchten uit Tsjechië, eerst naar Zweden en later naar Amsterdam. Daar heeft hij de laatste jaren van zijn leven gewoond en schreef hij ‘Het ene nodige’. Gebaseerd op het verhaal uit Lucas 10: ‘Eén ding is nodig! Maria heeft het goede deel uitgekozen dat van haar niet zal weggenomen worden.’

Comenius werd alles ontnomen wat hem lief was, maar hield zich staande omdat hij zich vasthield aan Jezus, de Enige die nodig is.