maandag 26 juni 2017

De robot

Precies een jaar wonen we nu in de Westereen en deze week is mijn eerste bezoek aan apotheek de ‘Dorpsacker’: dat klinkt landelijk en kneuterig maar zowel van buiten als van binnen is het hier hypermodern. Ik trek mijn nummertje en ben-rond etenstijd- meteen aan de beurt. Vriendelijke apothekersassistente: ”Dus u bent hier nog nooit geweest?” “Uh, wel bij de dokter (de huisartsen- en verloskundige praktijk zijn samen met de thuiszorg en het consultatiebureau in hetzelfde gebouw), maar niet voor medicijnen. “Gebruikt u nog andere medicijnen?” “Uh, nee.” Hoe oud schat ze mij eigenlijk? “Weet u hoe u dit geneesmiddel moet gebruiken?” Opnieuw: “Uh, nee”. Ik voel mezelf opeens kneuterig en dom in dit moderne gebouw.

Mijn linkeroog is het probleem. Sinds een half jaar begint dat op de gekste momenten hevig te tranen zonder enige aanleiding. De dokter adviseerde oogdruppels en de apothekersassistente doet voor hoe ik die moet toedienen. Omdat er geen wachtenden achter me zijn vraag ik: ”Helpt dat nu echt, zulke druppeltjes?” “Wilt u een eerlijk antwoord?” “Ja, heel graag.” Ze kijkt me aan, eerst van top tot teen, dan gefocust op mijn ogen. “Nou, uh” -zij begint ook al met uh- “u wordt een dagje ouder, uw ogen ook en misschien blijft dit probleem wel. ”Zo, die zit. Ik knik haar rimpelloze gezicht toe en krijg er niet eens meer ‘uh’ uit. “De robot is uw medicijn nu aan het uitzoeken, dus u moet even geduld hebben want hij is een beetje traag”. Een robot? In een apotheek? Ik voel me met elke minuut wachten meer van de oude tijd.

Op de terugweg naar huis heb ik één en ander te verwerken: ”Je wordt ouder mama…” Vlak voor onze huisdeur komt het inzicht: Over een aantal jaren ben ik echt een oud vrouwtje, maar toch liever dat dan een machinaal wezen dat nooit veroudert maar ook nooit verandert.”





maandag 19 juni 2017

Liken en belijden

“Heb je mijn Facebookbericht al geliket?” Tien jaar geleden wist niemand in Nederland waar dit over ging, inmiddels kent bijna iedereen het woord ‘liken’ en doen veel mensen het vaak. Even voor iemand die nu nog geen idee heeft: Op Facebook kan een mens alles wat hij wil over zichzelf bekend maken aan net zoveel mensen als hij zelf wil. Wanneer iemand een ander toestemming geeft om zijn/haar ‘pagina’ te bekijken dan wordt dat zijn ‘vriend’. Ik heb ongeveer 700 van zulke ‘vrienden’ en wanneer iemand een ‘like-je’ - een lachend gezichtje- bij mijn melding plaatst levert dat altijd een glimlach achter mijn bureau op. Het is fijn als mensen je waarderen.

Al lang voordat internet en Facebook zijn intrede deden sprak er Iemand over het ‘liken’ en ‘geliket’ worden’. Hij gebruikte een iets andere term: ”Als je Mij belijdt voor de mensen, dan zal ik jou belijden voor de Vader in de hemel.” (Matteüs 10:32) Het is Jezus de Zoon van God die aan het woord is tot zijn 12 vrienden: een heel bescheiden aantal, de meeste mensen op Facebook hebben er meer… Jezus belooft dat als ze lovend over Hem zullen spreken naar andere mensen toe, Hij dat zal doen over hen naar zijn Vader. 

Maar Hij weet- als geen ander- dat een mens van nature een ander mens eerder verraadt en verwerpt dan ‘liket’. Voordat hij aan zijn vrienden het belijden noemt gebruikt Hij hele andere woorden: uitleveren en verraden. Hij zegt dat de mensen dat met Hem en met hen zullen doen. Want zo zijn mensen. De meerderheid ‘likte’ Jezus maar een korte tijd. Het sloeg al snel om met: “Weg met deze Man.” Van zijn echte vrienden hoopt Jezus dat ze Hem zullen blijven belijden/liken, dwars door alles heen. Had Hij er daarom maar twaalf gekozen omdat Hij wist hoe moeilijk dat zou worden?


maandag 12 juni 2017

Iebaik

In onze kerk in de Westereen wordt soms geklaagd wanneer ‘dominee van die Engelse liedjes opgeeft’. Want Nederlands is ook in Friesland vanaf de kansel gebruikelijk en Engels is vreemd. Toch zijn er twee Engelse woorden die ik ook in de Westereen vaak hoor: “tablet” en “e-bike”, uitgesproken als: ‘teblut’ en ‘iebaik’. Zowel jong als oud weet waar we het dan over hebben. “Ik kijk altijd naar de kerkdiensten op mijn teblut hoor”, zei een oude dame van over de 80 tegen mij. En een ander: ”Wij gaan meestal op de iebaik naar Dokkum."

Dat laatste, de iebaik zie je hier overal rondrijden ook met jongeren erop, die schamen ze zich daar niet voor want de windkracht is in Friesland altijd aanmerkelijk hoger dan in andere delen van het land en dan kun je best een beetje trapondersteuning gebruiken. En voor ouderen is het natuurlijk fantastisch om als jonge gazellen op hun iebaiks weer en wind te trotseren.

Wat Bernard en mij betreft zitten we qua leeftijd dichter bij de ouderen dan bij de jongeren maar was een iebaik in mijn belevening altijd iets voor boven-zeventigers. Bovendien fiets ik graag en veel en voel ik me altijd een pondje lichter na een mooie fietstocht. Maar voor Bernard is het een heel ander verhaal. Die houdt van alles wat rijdt zolang het hem zelf maar geen inspanning kost. (In Nairobi reed hij jarenlang motor, totdat dat te gevaarlijk werd). “Als we nu eens allebei een iebaik kochten”, opperde hij voorzichtig in de buurt van mijn verjaardag: “Dan wordt het jouw cadeau dat we er samen op uitgaan en in hetzelfde tempo door de Friese wouden rijden”. Ik hoefde er niet lang over na te denken. Nog diezelfde dag voegden we de daad bij het woord en nu hebben we er al ettelijke tochtjes op zitten. Leve de iebaik!


maandag 5 juni 2017

De bejaarde Kip

“Retro”, het Latijnse woord voor "terug" is tegenwoordige helemaal hip om dingen uit het verleden te benoemen. Zo heb je retro kleding, beeldende kunst, muziek en ook: caravans. Ik mijn vorige blog noemde ik onze Kip een retro, maar dat is niet helemaal waar, want een retro zou een nieuw product, door het verleden geïnspireerd, zijn. Onze Kip is niet geïnspireerd door het verleden maar het verleden zelf: antiek dus. En antiek is helemaal niet hip. Nu is er iets bedacht om antieke caravans hip te maken en dat is het ‘pimpen’, oftewel ‘opleuken’.

Een paar keer ben ik in de verleiding van het pimpen gekomen. In de kringloop zag ik prachtige geel-wit geblokte gordijnstof. Maar Bernard zei: ”Niet doen, kost veel tijd en zo handig ben je nu ook weer niet met de naaimachine.” Hij had gelijk, dus ik zag ervan af. Toch bleef het idee van opleuken hangen. Helemaal omdat onze Kip bepaalde ouderdomsgebreken vertoont. Zo vloog onlangs -op de terugweg uit Drenthe- het dakluik eraf. Wij merkten er onderweg niks van en de onderdelen liggen dus ergens in Drenthe langs de weg, maar wij waren er mooi klaar mee toen we thuiskwamen. Want zo veel ervaring met dakluiken vervangen heeft Bernard nou ook weer niet.

Nu valt er met antieke gordijntjes te kamperen, met een gat in het dak niet. Er zou iemand met wel veel ervaring aan te pas moeten komen. En laat er nu letterlijk om de hoek van ons een echte caravan-pimper wonen. Meer dan een pimper: hij maakt van oude compleet nieuwe caravans. De vervanging van het dakluik was dus zomaar gepiept, hij had er zelfs lol in:” Ik wil aan dit mooie beestje wel een beetje onderhoud doen af en toe”. Een vakman die onze Kip naar waarde weet te schatten dus.  Je bent er maar mee gezegend als je in de Westereen woont!