maandag 26 december 2022

Zo lief

 

‘Zo lief’: een uitspraak die dagelijks door duizenden mensen gedaan wordt, als ze over een wieg of een kinderwagen gebogen staan: ‘Zo lief, dat ronde koppie, die piepkleine vingertjes en nog helemaal geen haartjes, ach wat schattig.’ De hele wereld is het over één ding eens: pasgeboren baby’s zijn het allerliefste dat er bestaat.

Gisteren was het Eerste Kerstdag en dachten we aan de geboorte van het Kerstkind: ‘Zo lief heeft God de wereld gehad dat Hij het een Kerstkind stuurde.’ Baby Jezus roept alleen maar liefde op. In de nacht dat Jezus geboren werd juichte de hemel, kreeg een groep herders de schrik van hun leven waarna ze op kraambezoek mochten: ’Zo lief.’ Een tijdje later kwamen drie wijzen uit het Oosten Jezus bewonderen: ‘Zo lief.’ Nog weer later bedacht koning Herodus dat die baby wel eens zou kunnen uitgroeien tot een machtige koning die hem van de troon kon stoten. Dus probeerde hij met alle macht om die kleine baby te pakken te krijgen. Wat hem niet lukte, gelukkig. Maar Herodus had helemaal niet in paniek hoeven te zijn, want baby Jezus bleef ook als volwassen Man de liefste Persoon die ooit op aarde leefde. ‘Zo lief heeft God de wereld gehad’: Jezus kwam niet als een machthebber die zijn wil aan mensen opdrong, Hij stond niet boven de mensen, Hij leefde onder hen, als een hele gewone man. Zo gewoon dat niemand in het dorp waar hij opgroeide besefte dat de Koning van de wereld bij hen woonde. ‘Zo lief had God de wereld.’

Jezus is de grote Koning die er zelf voor koos om als baby geboren te worden. Zo lief heeft Hij de wereld en het enige wat Hij vraagt, aan iedereen waar ook maar ter wereld is: ’Heb je Mij ook lief?’ 

zondag 18 december 2022

Kerststress (3)

‘En toch nog lekker gegeten Margriet om tien uur?’, vroeg iemand die las hoe mijn zusje en ik met de keukendeur op slot ons uitsloofden voor ons kerstdiner. De smaak van dat kerstdiner kan ik me niet herinneren, maar de smaak van onze bijzondere gehaktballen een paar jaar later des te meer.

Ik had over die gehaktballen gelezen in de Allerhande: ’Om het vlees van gehaktballen zachter en smaakvoller te maken kun je er het beste baking soda aan toevoegen.’ Smaakvoller en zachter klonk veelbelovend en soda had mama altijd in huis, dus dit leek niet moeilijk. ‘We lossen gewoon wat soda op in heet water en als dat afgekoeld is mengen we het door het gehakt’, zei ik tegen mijn zusje. ’We gingen vroeg aan de slag, het draaien van de gehaktballen verliep gladjes, het bakken ging beter dan ooit, de jus werd mooi zacht en glibberig. ‘Dat komt natuurlijk door die soda’, zei ik, ‘dat kan mama best wel eens vaker doen’.

Omdat we inmiddels wat ervaring hadden waren we op tijd klaar. ‘Het ruikt echt  apart, zei papa handenwrijvend. Het was tweede Kerstdag, alle preken zaten er op, papa verheugde zich op het diner. Na de soep kwam het hoofgerecht met de sodaballen. Mama nam een hap van haar bal, kauwde, slikte door en legde daarna haar lepel naast haar bord. Ze keek papa aan, die inmiddels met zijn tweede hap bezig was. ‘Hoe smaakt het Ben?’, zei ze. ‘Nou goed hoor, ik vind vlees altijd fijn.’ Papa nam nog een hap toen ons jongste zusje riep: ’Mama, ik vind dit vies’, en ze spuugde haar hap uit op haar bord. Dat laatste was iets wat ik als oudste nooit zou durven, maar ik zag dat mama knikte. Haar jongste dochter had woorden gegeven aan wat ze zelf had gedacht. ‘Wat hebben jullie door die ballen gedaan?’, vroeg ze. ‘Nou, soda natuurlijk, want het zijn sodaballen’, murmelde ik. Hadden wij iets fout gedaan? Nu legde ook papa zijn vork neer: ’Sodaballen? Hebben jullie hier soda door gedaan?’ Ik zag dat mama probeerde om niet te lachen en mijn zusje zei: ’Dat moest van de Allerhande hoor’.

Pas jaren later begreep ik het verschil tussen ‘baking soda’ en gewone kristalsoda. Dat laatste is totaal ongeschikt om te gebruiken in het eten. ‘Ik dacht al toen jullie bezig waren, wat ruikt het vreemd’, giechelde mama.

maandag 12 december 2022

Kerststress (2)

Ik ben opgevoed door een moeder die niet van koken houdt. Ze is nu 87 jaar en helemaal verrukt dat haar eten kant en klaar thuis wordt gebracht. Toen wij als vijf dochters nog thuis waren kookte mijn vader altijd in de zomervakanties in Frankrijk: ‘Om mama een beetje te ontlasten.’

Dus mocht mama van geluk spreken dat haar twee oudste dochters al jong interesse hadden in koken en kookboeken. ‘Wat vinden jullie ervan om samen dit jaar het kerstdiner verzorgen?’, vroeg ze begin december aan ons. Ik was dertien jaar, mijn zusje twaalf. Wij glunderden en gingen al plannen maken nog voor ze uitgesproken was. We mochten alles zelf bedenken, kregen alleen een bepaald bedrag. Dagen bladerden we in kookboeken, maakten we lijstjes en bezochten we supermarkten. ‘We doen iets speciaals’, zei mijn zusje, ‘iets wat we nog nooit eerder hebben gegeten.’

Om vijf uur ’s middags op eerste Kerstdag deden we de keukendeur op slot, niemand mocht ons op de vingers kijken. ‘Om zeven uur verwachten we jullie aan tafel’, zeiden we met ons hoofd om de deur. Om zes uur hadden we het meeste snijwerk verricht en kon het eigenlijke koken en bakken en braden beginnen. ‘Stooftijd twee en half uur’, las ik in het hele speciale recept en ik schrok. Dit gerecht zou pas om half negen klaar zijn. Ik stak mijn hoofd weer in de kamer en riep: ‘Het wordt ietsje later dan zeven uur hoor.’ ‘Geen probleem’, zei mama. Zowel mijn hoofd als dat van mijn zusje kwam nog drie keer vaker om die deur en de beloofde tijd werd steeds later. Om tien uur was het zover en kwamen wij met verhitte hoofden en plakkerige handen uit de keuken met het voorgerecht.

Onze kinderhersens waren nog niet volledig geprogrammeerd op vooruitdenken.