maandag 29 maart 2021

(Onver)wacht!

 

De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Want wat je nu gaat lezen was voor mij werkelijk een wonder.

Het is (vorige week) woensdagmiddag half twee. Ik weet de tijd nog precies want ik zal opgehaald worden door een vriendin. De minuten verstrijken terwijl ik in de zon op een paaltje bij ons huis wacht. Dat huis ligt op een doodlopende weg, dus we hebben weinig voorbijgangers. De buren van de rechterkant komen langs met hun hondjes en we maken een praatje. Als ze verder wandelen besluit ik mijn boek te pakken en wachten in lezen te veranderen. ‘Geniet u van het lentezonnetje?’ Ik kijk op in de vrolijke ogen van een onbekend grijs bebaard gezicht. ‘Ja, ik zit te wachten op iemand’. Wachten is momenteel een beladen woord voor ons maar dat vertel ik maar niet. De man gaat verder: ’Uw man was predikant in de Westereen he? Wij zijn ook -onzichtbare- schaapjes van de kudde.’

Ik sta op van het paaltje, laat mijn boek bijna vallen en kijk hem met wijd opengesperde ogen aan. ‘Dat klopt maar hoe weet u dat?’ Hij blijkt de buurman van de overkant. ‘De vorige bewoonster van jullie huis heeft verteld over jullie en toen ben ik gaan googelen en nu luisteren wij naar de preken van de Westereen, elke zondag. Het spreekt ons aan.’ Ik vertel hem dat we eigenlijk aan het wachten zijn om in de Westereen terug te komen. Maar ook dat weet hij al.  Hij zegt dat hij af en toe een blogje leest en vraagt: ‘Is het niet moeilijk om elke keer weer zoiets te verzinnen?’ ‘Nou eerlijk gezegd komen de ideeën op de meest onverwachte momenten’, verzeker ik hem.

Hij is al een eindje verder als ik besef dat ik zojuist zo’n heel onverwacht moment meemaakte 😊

maandag 22 maart 2021

Zondebesef

 

Ik ben opgevoed met veel zondebesef.

In de tweede klas in Nunspeet leerde ik dit versje van Juffrouw Horseling:

‘Heer, toon mij uw gena-a-ade, straf mij niet naar mijn daden, ik was in kwaad verblind. Komt mij uw hand kastijden, sla mij met medelijden, als uw weerspannig kind’.

Het drong diep tot mij door: ik was een zondig kind dat vroeg of laat de mist inging. ’s Avonds in bed overdacht ik de dag en ik vond altijd wel iets dat ik moest belijden. ‘Sla mij met medelijden.’ Ik sloop naar beneden en bleef voor de kamerdeur staan. Ik hoorde mijn ouders praten en lachen en als het even stil werd klopte ik aan om mijn zonde van de dag te belijden. Dat luchtte op. En tevreden ging ik weer slapen. Biechten kreeg ik met de paplepel ingegoten. Mijn vader, de dominee, las elke zondag de Tien Geboden in de kerk en bij het laatste gebod ‘Gij zult niet begeren’ kreeg ik het benauwd. Want ik begeerde veel. Ik voelde me zondig omdat ik niet deed wat Gods geboden eist.

Toen ik ouder werd en een puber veranderde er iets. Ik zat in de kerk en dacht: Geloven al deze mensen dit allemaal? En belijden zij ook steeds weer hun zonden? Bestaat daar het christen zijn uit? Toen las ik in 1 Johannes 3:6 “Ieder die in Jezus blijft zondigt niet”. Die zin bleef haken. Jezus stierf niet alleen voor mijn zonden, Hij leeft om mij te helpen. Ik hoef niet te zondigen. Daarvoor kwam Hij op aarde. ‘Dank U Heer voor uw genade. Ik verlang niets anders dan te leven tot uw eer.’ Dit is mijn nieuwe lied geworden.

Ik geloof dat Jezus eens en voor altijd de straf voor de zonde van de hele wereld droeg. 

maandag 15 maart 2021

Stem-wijzer

 

Soms ben je ergens op bezoek en wil het gesprek maar niet vlotten. Op zo’n moment stel ik deze weken de vraag: ’En, waarop ga jij stemmen?’ Die vraag werkt. Je hebt van die mensen die zeggen: ’Dat is privé, dat vertel ik niet’. Dan kom je dus niet veel verder en moet je iets anders verzinnen. Maar er zijn veel mensen die graag over politiek willen bomen. En met 37 partijen valt er veel te bomen in Nederland: rechts of links, progressief of behoudend, rood of groen? Wel of niet christelijk? 

Als er geen verkiezingen worden gehouden ben ik heel erg apolitiek, dat wil zeggen dat ik er weinig belangstelling voor heb. Maar om niet te gaan stemmen gaat mij te ver want ik vind dat een mens de overheid moet gehoorzamen. Gesprekken over politiek hielpen mij in het verleden vaak om een keuze voor een politieke partij te maken. Maar dit jaar werd ik door iets anders beïnvloed. Het kwam uit een hele onverwachte hoek en op een onverwacht moment. Ik las in Genesis 1 het scheppingsverhaal. Over God die de aarde, de bomen en de planten, de vissen en de dieren en uiteindelijk het eerste mensenpaar schiep. ‘Naar Gods beeld’. Adam en Eva krijgen twee opdrachten: ze moeten zich vermenigvuldigen en ze moeten ‘de baas zijn over de aarde, over de vissen en de vogels en de dieren, de planten en de bomen’. En opeens wist ik op welke partij ik dit jaar ga stemmen. Het is een partij waarbij de aarde en de dieren en de planten vooropstaan: de Partij voor de Dieren. Die partij wordt soms verweten een te eenzijdige focus te hebben. Maar die eenzijdige focus zie ik juist terug in Genesis 1. 

Over doorbomen over mijn keuze houd ik mij aanbevolen 😊

maandag 8 maart 2021

De dominee

 

Mijn moeder vertelt het volgende verhaal bij tijd en wijle. Zij was nog maar een paar dagen predikantsvrouw in Nunspeet. Haar man, mijn vader, deed op zondag intrede in de grote hervormde kerk aan de Dorpstraat en op maandagmorgen een rondje op de fiets door ‘zijn’ wijk. Daar was het rustig want de meeste mensen waren naar het werk. Een oudere man stond te schoffelen in zijn voorjaarstuintje. Mijn vader -zelf een verwoed tuinierder- stopte en begon een gesprek over bloemen en gewassen. Het werd een geanimeerd gesprek. Toen hij weer opstapte vroeg de man: Wie bent u eigenlijk? Zijn antwoord ‘de nieuwe dominee’ maakte een einde aan het gemoedelijke gesprek over zaaien en oogsten. De dominee? In zulke kleren? Mijn vader droeg een bruine ribbroek met zijn lievelingstweetjasje. Hoofdschuddend keek de man hem na. En lijkbleek kwam mijn vader bij mijn moeder terug: In wat voor dorp zijn we in de vredesnaam beland?

De dominee hoorde in vroegere tijden bij de notabelen van het dorp: de burgemeester, de dokter en de dominee. De mensen met een ‘ambt’ waarbij een speciale uitrusting hoorde. Een toga, doktersjas en een burgemeesters-ketting. Mijn vader droeg die toga op de preekstoel maar in het dorp was hij een gewone man in een bruine ribbroek. Hij viel niet op als dominee. En in Nunspeet accepteerde men dat niet. Een echte dominee hoorde in driedelig zwart pak bij de mensen langs te gaan zodat het duidelijk was dat de dominee op bezoek was geweest. Mijn vader heeft dat nooit gedaan. Als hij bij mensen kwam dan was de tuin vaak onderwerp van gesprek. Want hij voelde aan wat er leefde. Maar vroeg of laat kwam dan altijd weer de Grote Tuinman uit Johannes 15:1 ter sprake. Daarvoor kwam hij immers langs als de dominee.   

maandag 1 maart 2021

Rode Draad

 

Ik word om 5 uur wakker en kan niet meer slapen. Als ik niet meer kan slapen ga ik piekeren. Ik bedenk me dat het vandaag 1 maart is en dat we nu op de kop af een half  jaar uit de Westereen weg zijn. Maar ook elf jaar weg uit Kenia, nadat we daar elf jaar woonden. Herinneringen ophalen is beter dan piekeren, maar het maakt me nog meer wakker. Dus sluip ik het bed uit, om Bernard niet wakker te maken, de trap af en maak mijn ochtend mok Engelse thee met melk. Terugkijken is mooi: wat hebben we veel meegemaakt. Vooruitkijken maakt mij altijd een beetje bang: wat gaat er komen?

Die elf jaar in Kenia waren niet alleen mooi. Soms was het daar echt moeilijk. Toch verdwijnt het vervelende steeds meer naar de achtergrond. Ik hoor een stem fluisteren: ’Ik was bij jullie, de hele tijd.’ Verdwijnt daarom het nare langzaam uit mijn beleving en blijft het fijne alleen over? Wat is het mooi om een gezin te hebben dat zich steeds meer uitbreidt. Met drie kleine kinderen vertrokken we destijds uit Nederland. Over een paar weken hebben we drie kleinkinderen. Dat is wat de tijd doet. Nee: dat is wat God doet. ‘En zie, Ik ben met jullie!’

God is de Rode Draad in ons leven. Meestal op de achtergrond. Nu op mijn laptop even op de voorgrond. Bij Hem loopt het nooit uit de hand. ‘Op bergen en in dalen ja overal is God’. Wat gaan de volgende elf jaar ons brengen? Gaan we die nog beleven op deze aarde? Veel goede vrienden en familie hebben dit aardse leven al verlaten. ‘Ik verlaat jullie nooit.’ Wat een geruststelling. 

De dag zal ooit aanbreken dat de Rode Draad werkelijk op de voorgrond blijft.