maandag 27 december 2021

Gebroken

 

Baby Jezus is gelukkig nog heel, maar het hoofd van de kameel ligt naast zijn lichaam, een oortje van de ezel is nergens meer te vinden en de engel mist een vleugel. Verslagen kijk ik naar wat ik zelf heb aangericht in mijn schoonmaakwoede. ’s Ochtends op tweede Kerstdag overviel me die. Het gordijn naast de televisie had ik daar in een bundel overheen gehangen zodat ik overal goed bij kon. Die bundel was te zwaar en viel regelrecht naar beneden op de kerststal onder de televisie. Niet zomaar een kerststal. Meer dan veertig jaar geleden was het een cadeau van een goede vriendin. Kleine elegante figuurtjes van wit gips, zelfgemaakt en helemaal compleet. In die veertig jaar is er wel vaker iets gebroken: een van de herders mist een arm. Maar vanmorgen was de ravage echt groot.

‘Wat ontzettend jammer’, zei Bernard: ’Hoe kon je zo dom zijn?’ Onze kinderen waren gelukkig alweer vertrokken, die kerststal hoort bij ons familieleven met Kerst. Als gezin zijn we vaak verhuisd, de stal verhuisde steeds mee. Ik zette het hoofd weer even op de kameel en bedacht me dat er met lijm misschien wel wat gerepareerd kan worden. Het kleinste figuurtje van onze witte gipsen kerststal is baby Jezus met allemaal doeken om zich heen. Op afstand lijkt het een kleine sneeuwbal die op de grond geplet maar nog net niet uit elkaar is gevallen. Pas als je dichtbij komt zie je het gezichtje van een kind en gelukkig is dat niet gebroken. Straks mag het allemaal veilig in een doos naar zolder zodat we er volgend jaar weer van kunnen genieten.

In het echt bleef Jezus als volwassene niet heel. Hij werd gebroken en dat is niet alleen ‘ontzettend jammer.’ Christenen geloven in dit mysterie: Hij werd voor ons gebroken.

Gelukkig Nieuw Jaar! 

maandag 20 december 2021

Het ene nodige

 

Het is half negen s’ ochtends en nog een beetje donker. Ik stap snel in de auto. Mijn plan om om tien uur weer in huis te zijn zal niet slagen. Ik had al een half uur eerder in de Aldi willen rondlopen. Dus nu komt het aan op snel doorpakken: twee Kerstmaaltijden en cadeautjes voor onder de Kerstboom. Vroeger vonden we dat maar werelds: cadeautjes geven met Kerst. Maar vroeger aten we dan wel heel lekker en dat heeft eigenlijk ook niks met Kerst te maken.

‘Ik bin sa verdrietig’, ik schuif snel met mijn karretje langs de schappen en vang flarden van gesprekken op. ’Ja, het zal allemaal wel niks worden, het is heel slim’*. Ook bij de Aldi gaat het over de Coronamaatregels. ‘Er is maar één onderwerp op de radio’, verzuchtte Bernard vanmorgen. ‘Ja, maar lockdown of niet, we krijgen drie gasten en nu moet ik gauw weg’, zei ik. In de winkels blijkt er dus ook maar één onderwerp te zijn. ‘Ik heb het deze week heel druk met mijn werk, dat moet dus boven op onze slaapkamer online want de kinderen zijn thuis, het is een regelrechte ramp voor mij’, dit geluid hoorde ik gisteren van een vriendin en ik besef dat het ongemak van de lockdown regels verschillende gradaties kent.

Als ik de Aldi uitstap staan er nog steeds weinig auto’s op het parkeerterrein. Maar de lucht is helderblauw en de ramen van onze Renault glanzen. Na drie sombere bewolkte dagen is dit een mooie verrassing van Boven. Dank U Heer, zeg ik stilletjes vanbinnen. Ik ben iemand die zon nodig heeft om me goed te voelen. ‘Je weet eigenlijk wel beter’, hoor ik van binnen die stem fluisteren.

Hij heeft gelijk: Ik heb alleen Hem nodig.

*(‘Slim’ = waardeloos)

maandag 13 december 2021

De trein

‘Je kunt het beste rijdendetreinen.nl gebruiken. Die site klopt altijd. 9292 moet je niet nemen, helemaal niet voor Arriva. Schrijf het maar even op: Rijden de treinen punt nl.’ De conducteur is van middelbare leeftijd en vriendelijk. Hij neemt alle tijd. Toen ik hem zag staan achter de ramen van de trein had ik opgelucht ademgehaald: een deskundige om me te redden.

Want het leek allemaal even mis te gaan in de vroegte op die druilerige zondagmorgen. Het is ook veel te vroeg om met de trein te reizen, dacht ik bij mezelf. Op de fiets was ik maar net op tijd bij het station in de Westereen. Ik checkte in en ging niet op een bankje zitten want de trein kon elk moment komen. Ik wachtte een minuut, toen nog een minuut en na vijf minuten kreeg ik argwaan en wandelde terug naar het begin van het kleine perron. ’Op 12 december veranderen de reistijden’, las ik op het scherm. Vandaag was het 12 december. Ik zou niet alleen een half uur moeten wachten maar dat half uur zou ook mijn verdere reisplannen in de war brengen. En de plannen van de mensen naar wie ik zo vroeg in de morgen op weg was. ‘Mensen van middelbare leeftijd kunnen dat niet he, zulke sites goed lezen’, ik hoorde het al in mijn hoofd. Toen ik een twintiger en zelfs een dertiger was waren er geen schermen en sites. Alleen maar trein- en busboekjes, elk jaar een nieuwe. Geen veranderingen tussendoor.

De rode Arriva trein doemde op in de mist en ik zag dat hij bijna helemaal leeg was. Ik stapte in en de enige treinreiziger, zonder jas in groenblauw gekleed, stapte op me af. Ik pakte mijn ov-chipkaart en hij vroeg: kan ik u helpen?         

maandag 6 december 2021

Opvreten

 

Als oma bof ik toch maar met dagelijkse apjes van foto’s en filmpjes van onze drie kleindochters. Het ene filmpje is al leuker dan het andere. Kleindochter no. 3  is 9 maanden, ze praat nog niet, dus de filmpjes van haar zijn ‘stomme filmpjes’, waarop we haar zien kruipen, knuffelen en knabbelen. Ze heeft twee tandjes waarmee ze hele bananen en broodkorsten naar binnen werkt. Maar het lekkerste en fijnste om op te eten is mama en die is ook een heerlijk knuffelobject. Deze week kwam er een filmpje waarop ze, met haar armpjes om mama’s hoofd heen, mama’s gezicht helemaal aflikt met haar tongetje en dat alles gaat gepaard met knorrende geluiden. ‘Ze wil je wel opvreten’, schreef iemand in de gezins-ap.

‘Ik kan je wel opvreten’ is de uitdrukking van een verlangen dat ieder mens wel kent: zoveel van iemand houden dat je helemaal in die persoon wil opgaan. Veel relaties beginnen zo. Dan wil je altijd bij die ander zijn, dan wil je dat die ander altijd bij jou is, wil je elkaar nooit loslaten, nooit meer gescheiden zijn. Helaas ebt dat gevoel vaak weg en scheiden stelletjes die ooit waren begonnen ‘om elkaar op te vreten’ na verloop van tijd toch. God wil ook een relatie met de mens hebben, met ieder mens. En daarom stuurde hij zijn Zoon naar de aarde. ‘Ik ben het brood dat leven geeft’, zegt Jezus. ’Mijn lichaam is het ware voedsel’. Hij wil dat we Hem opeten. In geestelijk opzicht uiteraard: hij wil dat we Hem nooit meer loslaten, blijven vasthouden.

De grote vraag is natuurlijk: waarom? Waarom wil Hij dat we altijd dicht bij Hem blijven? Het antwoord is heel simpel: omdat we Hem nodig hebben. Zonder Hem kunnen we niet echt leven en helemaal niet echt liefhebben!

maandag 29 november 2021

Fijnstof

 

Ik til de zwarte palletstofzuiger uit de kast en zet deze vlak bij de palletkachel op de grond. Aan de voorkant van- en beide kanten naast het deurtje leg ik een paar witte T-shirts van Bernard. Ik doe een mondkapje voor, het deurtje open en druk op de aan-knop van de stofzuiger. Als een jankende hond klinkt het geluid door de kamer.

Dat is het dagelijkse ritueel in de pastorie sinds oktober. ‘Wat gezellig die palletkachel’, zegt iedereen die op bezoek komt. En altijd gaat er dan een grijns van Bernard in mijn richting. Want die is iedere morgen getuige van dat jankende geluid en veel geklaag uit mijn mond daarna: ’Dat fijnstof daar word ik helemaal niet goed van, moet je die zwarte vlekken in die T-shirts nu eens zien en het is nog niet eens december. Hoeveel maanden nog voordat die kachel niet meer aan hoeft? Waren we nog maar in Kenia.’

‘Voor as en fijnstof en stof in het algemeen moet je echt een Swiffer gebruiken’, zei iemand. Dus kocht ik een Starterspakket bij de Aldi. Bij zo’n pakket hoort een plastic greepje waar je heel handig een Swifferdoekje aan kunt vastmaken. Inmiddels zijn er heel veel wit- lichtblauwe doekjes in kleine zwarte monsters veranderd en bij ons in de kliko beland.

Toen ik vanmorgen het Swiffergreepje in de hand had en keek naar de zwarte afdruk op het doekje, dacht ik met een flits terug aan een dagelijks ritueel in Kenia. Daar waren het geen Swifferdoekjes maar wattenstaafjes. Elke avond voor het slapen gaan gebruikte ik er twee: een voor mijn ene neusgat en een voor het andere. Wit gingen ze erin, zwart kwamen ze eruit. Geen palletkachels in Nairobi, wel houtskoolbranders en uitlaatgassen waarvan de fijnstof tot binnen de huizen doordringt. Ook in Kenia klaagde ik.

(Inmiddels hebben we een andere stofzuiger 😊)  

maandag 22 november 2021

Dagboek

 

26 juni 1991:

-      Precies vier maanden in verwachting!

-      Vandaag heb ik het hartje voor het eerst horen kloppen. Ontroerend: tik, tik, tik. Dat kleine hummeltje doet zijn best om te leven. Opeens moet ik huilen.

Ik ben aan het opruimen in de pastorie en stuit op een doos met oude dagboeken. Terwijl ik erdoorheen blader lees ik over mijn tweede zwangerschap. (De eerste eindigde in een miskraam na drie maanden). Wat was het allemaal spannend. Ik lees bijna nooit terug, vanmorgen dus wel:

-      Ik maak me grote zorgen over onze financiën, hoe moet dat straks met een baby?Kinderen grootbrengen kost geld. Gaat dat wel lukken met één salaris?

Wat bijzonder om te bedenken dat het kleine hummeltje deze week dertig jaar wordt, zelf drie keer een zwangerschap meemaakte en nu drie dochters heeft. Dat is wat er gebeurt in dertig jaar. En wat het tweede betreft: ik was helemaal vergeten dat ik zo geobsedeerd was door geld.  Dertig jaar geleden was nog verborgen dat onze financiële situatie pas echt penibel zou worden in Kenia, daar leefden we van giften van vrienden.

In dertig jaar is er veel gebeurd. Ik ben blij dat ik, met vallen en opstaan, geleerd heb om zorgen over geld in Gods handen te leggen. Geld is een machtig middel, maar God is machtiger. In Kenia raakten we bevriend met Joyce, een bedelares die als levensmotto had: ’God kan doen wat geen mens kan doen’. Ze was straatarm maar ze beleefde het ene wonder na het andere.

Ik zou  eigenlijk vaker terug moeten lezen. Ook mensen die geen dagboek hebben zouden vaker achterom moeten kijken. Om zo Gods hand als een rode draad in hun levensverhaal te ontdekken. De toekomst is voor ieder mens onzeker, het verleden mag een troostende herinnering zijn.

maandag 15 november 2021

Beetje jaloers

 

Kleindochter Anne is nog maar vier maar zit al in groep 2 op aanraden van de juf omdat ‘ze in alles op de anderen voorloopt’. Ze schrijft al halve zinnetjes: ‘A n n e   is   l i e f, m a m a   i s   l ie f, p a p a   i s   l i e f.’ Dat leert ze ze zichzelf aan waarbij ze de kunst van grote zus Nynke, die in groep 4 zit, afkijkt. Ze logeerde pas bij ons in de pastorie, keek vol verlangen naar de boekenkasten en fluisterde: ‘Ik vind het niet eerlijk dat er geen boeken zijn met alleen de woorden die ik ken, want die boeken zou ik al kunnen lezen’. Anne zit vol passie.

In groep 2 moeten de kinderen soms in groepjes werken. Maar: ’Ik vind het niet fijn dat Noah in mijn groepje zit’, vertelt ze mama. ‘Waarom niet?’, vraagt mama. ‘Dat kan ik niet zeggen’. Mama zegt: ‘Kun je het niet heel zachtjes in mijn oor fluisteren?’ Anne gaat bij mama staan met haar hand voor haar mond, vlak bij mama’s oor: ’Noah mag al op haar eigen fiets naar school fietsen’. Mama is psycholoog en begrijpt meteen waar de schoen wringt: ’Dus je bent een heel klein beetje jaloers op Noah?’ Anne is eerlijk en beslist: ’Niet een heel klein beetje maar heel erg.’

Jaloers ben je op iets dat een ander wel, maar jij niet hebt, waardoor die ander opeens een rivaal wordt. Anne is nog een kind maar ze voelt nu al aan dat jaloersheid iets naars is, iets waarvoor ze zich schaamt. Grote mensen zouden van haar kunnen leren. In plaats van hun rivalen weg te duwen en in een kwaad daglicht zetten zouden ze hun eigen jaloersheid de baas moeten worden.

maandag 8 november 2021

Maud en Baps

 

‘Maamaa, kun je, o nee: oma, wil je me helpen?’ Anne van vier uit Groningen logeert bij ons met haar grote zus van zeven. Aan de Pastoryloane hebben ze hun eigen roze kamer met witte kinderbedden en dinosaurus dekbedovertrekken. Ik voel me opnieuw mama en zij vergissen zich soms. Want mama is in Groningen met papa en de baby.

Wanneer mijn oudste zus ook een dagje en nachtje komt is het familiefeest compleet. Die zus woont in Frankrijk en is niet vaak in Nederland. Anne en Nynke zijn het eerste op en daarom ontbijt ik met hen in de vroegte in de woonkamer. ‘Oma, jij bent ook mama en grote zus’, Anne kijkt naar me met peizende ogen en ik denk: dat klopt. ‘Want mijn mama heeft ook een mama nodig’, dus ze is in gedachten bij haar mama in Groningen. En ik realiseer me de vele rollen die ik mag spelen: mama, oma, grote zus, grote nicht, kleine nicht, tante, echtgenote, domineesvrouw. Het enige wat ik niet ben is kleine zus, want ik ben de oudste van de vijf dochters van mijn moeder.

Mijn moeder speelt ook veel rollen maar één daarvan veranderde precies een jaar geleden. Ze was de vrouw van mijn vader en nu is  ze weduwe. Een hele grote rolwisseling. Waar zij nog lang niet aangewend is en wij ook niet. Veel meer dan vroeger belt ze ons op om te overleggen: over een aankoop, om raad voor een computerprobleem of gewoon om even te kletsen. Soms voel ik me dan opeens als een mama voor mijn eigen mama. ‘Maud en Baps’ is een televisie serie waarin dat met veel humor wordt gespeeld. Maar Anne van vier heeft gelijk: ook oma heeft een mama nodig!

maandag 1 november 2021

Geven en nemen

 

Geven en nemen: ‘In de omgang met anderen toegevendheid weten te verenigen met de zorg voor eigen belang’ Die definitie vond ik op internet. Nooit alleen maar geven in een relatie maar ervoor zorgen dat je zelf niet te kort komt. ‘Blijft geven en nemen he?’, hoor ik vaak mensen zeggen als het huwelijk ter sprake komt. Geven en nemen is de normale gang van zaken.

Verwonderd was ik dan ook toen ik bij een trouwdienst de predikant tegen het aanstaande paartje hoorde zeggen: ’In een goed huwelijk is het geven en...’, hij trok zijn wenkbrauwen op en iedereen in de zaal vulde het in, maar toen kwam het: ’ontvangen.’ Nog weken erna dacht ik daarover na. Wat bedoelde hij? Ik ken huwelijken waarbij de ene altijd aan het geven is en de ander alleen maar ontvangt. Eerlijk gezegd vind ik dat vaak zielig en ook dom.  

Paulus schrijft over geven en ontvangen en hij doet er nog een schepje bovenop: ’Het is zaliger te geven dan te ontvangen.’ (Handelingen 20:35) Dit zijn overigens de woorden van Jezus zelf. Maar hoe kan Jezus dat van iemand vragen: altijd alleen maar geven? Ik ging opnieuw wekenlang peinzen. En toen kreeg ik het antwoord bij het lezen van Mattheüs 28: ’Kom tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal U rust geven.’ Jezus wil rust geven aan iedereen die vermoeid is (van het altijd maar geven bijvoorbeeld). Bij Hem mag je eerst voor jezelf rust ontvangen. Daarna moet je iets nemen: zijn juk op je. Hij wil de leiding van je leven overnemen. ‘Neem mijn juk op je.’

Iedereen die dat echt doet gaat het wonderlijk meemaken dat hij (of zij) opeens  niets anders wil dan geven. Bij Jezus is het ‘ontvangen en geven’. Ontvangen van Hem en geven aan die ander! In een goed huwelijk gebeurt dat vice versa!   

maandag 25 oktober 2021

Het Beest

 

In en buiten de kerk spreekt men de laatste weken over ‘het Beest’. En dan gaat het deze keer niet over de grote Cadillac van de Amerikaanse president. (Dat ‘beest’ kost meer dan anderhalf miljoen dollar, is een zware vrachtwagen in Cadillac vorm, tegen elke vijandige aanval bestand en uitgerust met James Bond achtige foefjes om de Amerikaanse president te beschermen.) Die mag eruitzien als een Cadillac, maar dat is schijn.

Dat ‘lijken alsof’ is enige overeenkomst met het Beest uit Openbaring 13 waar de gemoederen hoog over oplopen na een preek van dominee Paul Visser uit Rotterdam. In die preek suggereert hij wat er met het Openbaring- Beest bedoeld zou kunnen worden. Het eerste Beest in Openbaring 13 is door en door slecht, het tweede lijkt heel anders, dat heeft Messias-achtige trekken. En volgens Visser is het dat Beest dat zich vandaag manifesteert als ‘The Great Reset’, het plan van het Wereld Economisch Forum om de wereldeconomie na de coronapandemie te herstellen. Dat mag dat allemaal geweldig en groots lijken, dat is alleen maar schijn, want het is antigoddelijk en antichristelijk. Paul Visser gelooft dat er zware tijden voor christenen gaan komen. Hij is er niet blij mee, hij wil ervoor waarschuwen. Christenen zullen het heel moeilijk gaan krijgen, ze zullen uitgesloten worden. Iedereen die niet mee wil doen met de Great Reset is tot ondergang in deze wereld gedoemd.

Ook ik heb de preek beluisterd, ook ik schrok. De dag erna besloot ik om de Bergrede te lezen in de nieuwste vertaling. Vanaf het eerste begin hoorde ik een heel ander geluid: ’Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel.’ (Mattheüs 5:10) Jezus zegt: Vervolgd en uitgesloten worden is niet om bang maar om blij van te worden. 

maandag 18 oktober 2021

Nieuwe Bijbelvertaling

 

Onder de titel ‘NBV 21’ verscheen een nieuwe Bijbelvertaling. Vorige week kocht ik em, in Groningen bij boekhandel Riemer. Niet omdat dat wij thuis nog niet een bijbel hebben, we hebben er superveel. In alle soorten en maten en vertalingen. Met en zonder plaatjes. Van Fries tot Zuid-Afrikaans. Van Statenvertaling met kanttekeningen tot en met kinderbijbel. Tot voor vandaag las ik altijd alleen in het NGB van 1951. Ik heb me nooit vertrouwd gevoeld met de NBV van 2004 omdat wij Kenia woonden toen die verscheen.

Maar NBV 21 schijnt dicht bij NBG 1951 te staan en is net iets meer voor deze tijd. Ook was ik benieuwd naar die 20.000 nieuwe woorden, voordat ik die allemaal heb gevonden zijn we een jaar verder. Ik kocht de ‘huisbijbel’ omdat het lettertype iets groter is dan de standaard en dit waarschijnlijk prettiger leest.

Want de bijbel is geschreven om ons prettiger te laten voelen. Om ons beter in ons vel te laten zitten. Om ons te helpen om echt mens te zijn op aarde. Mijn lievelingsgedeelte is Mattheüs 11: 28:’Kom allen bij Mij (=Jezus) jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, Ik zal jullie rust geven.’ De zin die eraan voorafgaat raakte me: ’Alles is Mij toevertrouwd door mijn Vader’; zo had ik het nog nooit gelezen. In NBG 51 staat: ’Alle dingen zijn mij overgegeven door mijn Vader’: daar kon ik me nooit iets bij voorstellen. ’Alles is Mij toevertrouwd door mijn Vader’, spreekt me wel aan: De Vader vertrouwde zichzelf aan Jezus toe en Hij wil zich op zijn beurt toevertrouwen aan mensen die er eerlijk voor uitkomen dat ze vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan: geweldig toch?!

De NBV van 2004 spreekt overigens ook over ‘toevertrouwen’, maar dat had ik nog nooit gelezen….

maandag 11 oktober 2021

Ezel

 

‘Een ezel stoot zich in het gemeen niet tweemaal aan dezelfde steen’. Wie kent die uitdrukking niet? Een domme fout maak je niet twee keer als je je verstand gebruikt. ‘Je bent zo dom als een ezel’ stamt er waarschijnlijk van af, en dat is vreemd, want een ezel is helemaal niet dom maar juist heel slim.  In de bergen kun je beter op een ezel rijden dan op een paard, want ezels zetten altijd heel voorzichtig de ene voet voor de andere, ze zijn behoedzaam en struikelen niet gauw. Omdat ezels van nature een beetje bang zijn ruiken ze gevaar op een afstand. Dan zullen ze altijd weigeren om verder te gaan en worden ze inderdaad ‘zo koppig als een ezel’. Paarden zijn geliefd vanwege hun mooie uiterlijk. Ezels hebben dat niet, die zijn bijzonder op hun eigen manier. 


Aan het dramatische einde van het Lucasevangelie, waar het naar Jezus’ veroordeling en kruisiging toegaat, verschijnt er opeens een ezel. Een ezel ‘die vastgebonden’ is. Het gaat waarschijnlijk om een wilde ezel die iemand probeerde te temmen. Zittend op deze ezel gaat Jezus voor de laatste keer Jeruzalem binnen. Alle keren daarvoor ging hij te voet. Nu op een ezel, het rijdier van de armen. En die armen zijn er dan ook het meest enthousiast over. Die zien in hem opeens een soort koning. Ze roepen het vol enthousiasme uit: ’Hosanna voor de grote koning’. Dat willen de mensen die uit zijn op veroordeling en kruisiging niet horen. Maar de armen zijn niet meer te houden: ze gooien hun jassen op de grond. En de ezel voelt iets onder haar voeten dat ze waarschijnlijk niet thuis kan brengen. Het was de eerste keer dat ze bereden werd. Die eerste keer zal ze haar leven lang nooit meer vergeten.

maandag 4 oktober 2021

Generatiekloof (2)

 

‘Generaties zullen elkaar pas echt begrijpen als ze in elkaars schoenen proberen te staan.’ Dat beweerde ik onlangs toen ik over een aantal 80+ers, waaronder mijn eigen moeder, schreef. Kinderen opvoeden in de jaren 50 ging er anders aan toe dan in de jaren 90. Inmiddels zijn we het jaar 2000 gepasseerd, onze kleindochters zijn alle drie na 2010 geboren en als 60+er is het een hele kunst om hen echt te begrijpen.

‘Wat vind je eigenlijk het leukste vak op school?’, vroeg ik Nynke, 7 jaar. Ze haalde haar schouders op: ’Weet ik niet.’ Haar moeder, onze dochter: ’Je houdt toch van dictee?’ Zij: ’Ja, dat hebben we vandaag nog gedaan, Wouter moest mij van een kaartje woorden voorlezen die ik moest opschrijven.’ Ik: ’En ging de juffrouw ze meteen nakijken of komt dat morgen?’ Zij: ’Oma, dat doet de juffrouw niet, dat doen wijzelf. Wouter had toch een kaartje met het woord erop.’ Ik zag haar grinniken om die domme oma.

Anna van vier zit ook al op school en vertelde over een film die ze in de klas hadden gezien. Ik vroeg: ’Hebben jullie dan een televisie in de klas?’ Opnieuw een gezicht waar bijna verbijstering van af te lezen was: ’Oma, we hebben toch een scherrum….’ In mijn klas vroeger was geen digitaal scherm, alleen een zwart schoolbord waar de juffrouw met een krijtje op schreef.

Onze dochter, de moeder van Nynke en Anna, staat soms met haar mond vol tanden:’ Anna, als je nu je bord niet leegeet krijg je geen toetje.’ Anna’s reactie: ’Mama, wat betekent het woord manipulatie?’ Nog voordat mama haar kon opendoen kwam het: ’Dat is wat jij nu doet!’

Blij dat ik niet in de schoenen van mijn dochter sta: opvoeden in deze tijd vergt nederigheid.

maandag 27 september 2021

Ommetje

 

‘Loop vandaag nog een ommetje’, verschijnt  dagelijks op mijn Samsung. Volgens bewegingsprofessor Eric Scherder zijn 20 minuten per dag genoeg voor de conditie. Ondanks die dagelijkse waarschuwing op mijn telefoon kom ik er vaak niet aan toe. Ik ben nu eenmaal een zittend, lezend en schrijvend persoon. (Momenteel werk ik aan twee boekjes tegelijk).

Maar afgelopen vrijdag lokte de zon me naar buiten. Ik had ‘loop vandaag nog een ommetje’ deze week opnieuw genegeerd vanwege een griep die me niet uit de pyjama, laat staan uit huis had gekregen. Beetje zonneschijn op mijn bleke vel zou goed zijn voor het herstel, dacht ik. Dus toog ik naar de begraafplaats achter ons huis, een uitgelezen plek om ommetjes te doen. Ik heb uitgerekend dat drie keer een rondje langs de kant precies twintig minuten is. Ik ken mensen voor wie een begraafplaats de laatste plek is om een ommetje te doen. Ik vind het er fijn. Vanwege de rust. Midden in het dorp heb ik die begraafplaats vaak voor mezelf.

Maar afgelopen vrijdag niet: ’Wat zijn er alweer veel nieuwe graven bijgekomen he?’, een onbekende vrouw sprak me aan. ‘Tja, vroeg of laat liggen wij daar zelf ook’, kon ik niet nalaten te reageren.  ‘Nou, ik hoop niet dat dat vroeg is’, verzuchtte ze. ’Hoe oud bent u?’, vroeg ik. Mijn vermoeden dat die vraag een verhaal zou opleveren klopte: ’Ik ben 72, mijn moeder is 86 geworden, dat wil ik ook halen. Zij werd op haar 29 e weduwe en bleef met 7 kinderen achter. Ik was de derde. Zij stond achter mij toen ik wilde scheiden. En daarom heb ik de laatste jaren van haar leven voor haar gezorgd. Zoiets doe je voor je moeder he?’

Ik deed die vrijdag geen ommetje. Zij bracht de begraafplaats tot leven.

maandag 20 september 2021

Ons kent ons

Wij verblijven nu alweer vijf maanden in de Westereen waar we eerder vier jaar woonden en werkten. Vroeger heette het Zwaagwesteinde en zo verschijnt het dorp momenteel op tv vanwege de documentaire over de moord op Marianne Vaatstra (in 1999). Toen woonden wij hier niet. Inmiddels kennen we haar vader en een schoolvriendin. En hoorden we de verhalen over hoe het allemaal gebeurde en de jarenlange zoektocht naar en vinden van de dader. Dagelijks fiets ik langs de herdenksteen van Marianne. Zij blijft een onderwerp van gesprek.

Andere mensen zijn overigens altijd onderwerp van gesprek hier: Ons kent ons. Toen we hier vijf jaar geleden neerstreken waren wijzelf en was iedereen om ons heen een blanco blad papier. Die onschuld van het begin is weg. Wij weten wie familie van wie is, wie met wie ruzie heeft, wie welk ongeluk heeft gehad en ga zo maar door. Dat heeft goede kanten: we hoeven geen kennismakingsgesprekken meer te voeren.

Toch sloeg ik wat dat betreft vorige week de plank mis. Ik maakte door de telefoon een afspraak met een kersverse vader. Vanwege het grote aantal pasgeboren baby’s doen wij soms twee bezoeken op een avond. Van zeven tot acht en van acht tot negen. ‘Als jullie om acht uur komen dan kan Maaike er niet bij zijn’, sprak de jonge vader. ‘Tjonge, gaat die altijd zo vroeg naar bed?’, vroeg ik verbaasd. ‘Nou soms nog wel vroeger, om zeven uur.’  Ik dacht bij mezelf: Wat doen we daar dan als de moeder boven ligt te slapen? Ik sprak het niet uit maar  viel wel even stil. En in die stilte drong mijn fout bij de jonge vader door: ’Anna is er wel bij hoor, onze baby heet Maaike!’

‘Ons kent ons’: ik ken nog lang niet iedereen.

[Namen zijn verzonnen]

maandag 13 september 2021

Generatiekloof

 

Toen ik elf dagen in het ziekenhuis had gelegen kwam de dokter bij mijn bed en zei dat ik de dag erna naar huis mocht. Ik was blij. Toen vroeg hij: ’Hebben jullie een wasmachine?’ Ik vond het een rare vraag van een dokter en schaamde me een beetje omdat ik met ‘nee’ moest antwoorden. ‘Dan mag er maar één van de tweeling met je mee naar huis.’ Ik was bevallen van onze tweeling. Toen ik mijn man die avond vertelde dat we de dag erna maar één jongetje mee mochten nemen vroeg hij: ’Is er dan iets niet in orde met de ander?’ Ik vertelde dat de dokter bezorgd was om mij. Om luiers met de hand te moeten wassen van twee kinderen zou veel te zwaar zijn, ik was nog erg zwak na de keizersnede. Mijn man heeft er toen voor gezorgd dat er diezelfde avond een wasmachine bij ons thuis werd gebracht. En de tweeling mocht mee. Wat een luxe, die wasmachine.’

Ik hoorde dit verhaal aan van één van de vele 80+ weduwes van onze gemeente en mijn bewondering voor haar steeg. Hoe anders was haar leven als jonge moeder geweest dan het mijne. Ik had een wasmachine maar heb er nooit een luier in gewassen want toen ik ons eerste kind kreeg, bijna dertig jaar geleden, hadden de Pampers al hun intrede gedaan. Mijn eigen 86-jarige moeder zorgde ervoor dat ik zindelijk was op mijn eerste verjaardag. Ik dacht altijd  dat ze een beetje opschepte, maar met het verhaal van de tweeling begrijp ik opeens waarom mijn moeder alle belang had bij mijn zindelijkheid: ze verwachtte vlak na mijn eerste verjaardag haar tweede kind.   

Waarmee ik maar zeggen wil: generaties zullen elkaar pas echt begrijpen als ze  in elkaars schoenen proberen te staan.    

maandag 6 september 2021

De hemel

 

Waar denk jij aan als je het woord ‘hemel’ hoort?

Vroeger was ‘de hemel’ een plaats hoog boven de aarde, hoger dan de dampkring, hoger dan de sterren en planeten. Maar sinds de mensheid meer weet over de immense omvang van het heelal lijkt de hemel uit beeld te raken. Van één van de eerste astronauten die door de dampkring vloog komt het zinnetje: ’Ik heb er God en de hemel niet gezien’. Was hij nog niet ver genoeg gegaan? Is de hemel nog verder weg dan het immense sterrenstelsel?

‘Onze Vader die in de hemelen zijt’: in veel kerken wordt dit wekelijks gebeden. Waar denken al die bidders aan als ze dit uitspreken? ‘Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op aarde.’ Tot twee keer toe noemt Jezus de hemel in het Onze Vader, Hij dacht blijkbaar vaak aan de hemel. Ik niet, ik geef het eerlijk toe. Ik leef op aarde en ‘doe mijn ding hier’. In de gemeente en mijn familie. Ons gezin dijt zich steeds meer uit. We begonnen met zijn tweetjes en zijn nu met zijn tienen. Er gebeurt van alles en nog wat: hoogtepunten en dieptepunten. Hetzelfde geldt voor de gemeente. Moet ik tussen de bedrijven door nu ook nog aan de hemel denken?

Als je dit herkent heb ik goed nieuws voor je. Het schoot vorige week opeens door me heen en staat ook in de bijbel: De hemel is niet hoog en ver weg. De hemel is heel dichtbij. De Vader in de hemel ook. Wij kunnen Hem alleen niet met het blote oog zien. We moeten in Hem geloven. En we mogen Hem, tussen alle bedrijven door, steeds om hulp en leiding en troost vragen.  Vanuit de onzichtbare maar desondanks heel nabije hemel wil hij ons verhoren!

maandag 30 augustus 2021

Advocaat


Houdt u van detectives of misdaadseries? Wij wel. Toen Nederland helemaal op slot zat vanwege Corona bekeken wij menige serie. Zoals de Belgische serie over advocaat Helena de Ridder die later openbare aanklager wordt. Advocaat en openbare aanklager (officier van justitie) zijn de twee tegenpolen in het strafrecht: de ene moet (harde) bewijzen voor een misdaad aandragen, de ander helpt de aangeklaagde zich te verdedigen. Mensen die gewend zijn om misdaadseries te kijken weten dat een serie pas echt spannend is wanneer je tot aan het einde nog niet weet ‘wie het gedaan heeft’.

In het echte leven worden er wel eens onterecht mensen beschuldigd. Ik hoorde pas over iemand die (in Amerika) meer dan twintig jaar onschuldig gevangen zat. Twintig verloren jaren (en een dader die vrij rondliep). In het leven van die gevangene was er blijkbaar geen goede advocaat geweest. Een goede advocaat is goud waard! Nederland heeft 800 officiers van justitie in dienst (van de overheid). Daar tegenover lopen er bijna 18.000 advocaten rond. Dat betekent verhoudingsgewijs 1 aanklager op meer dan 20 advocaten. Zoveel waarde wordt er in Nederland gehecht aan de verdediging.

Wij mensen van de kerk gedragen ons vaak als aanklagers. Helaas. En ook getuigend van weinig kennis van het Nieuwe Testament. Daarin wordt aanklagen als iets duivels beschreven en verschijnt Jezus als de grootste Advocaat aller tijden. Hij wil advocaat -Pleitbezorger- zijn bij God, de Rechter, voor iedereen die daar behoefte aan heeft. En Hij verwacht van zijn volgelingen dat ze zich oefenen om een goede advocaat te zijn van hun naaste. Een advocaat probeert zich te verplaatsen in de ander, vraagt naar motief en omstandigheden, probeert te begrijpen in plaats van te veroordelen.

Mezelf vrij  pleiten is niet zo moeilijk… Om advocaat te zijn van mijn naaste is een hemelse opdracht.

maandag 23 augustus 2021

Babyboom

 

Corona zorgde voor een babyboom in de Westereen. In één jaar werden er alleen al in onze kerk ongeveer 20 baby’s geboren. Een heel aantal in de maanden dat wij er niet woonden. En dat betekent dat wij nu samen voor een ‘poppeslok’ naar de kersverse of al wat meer ervaren ouders gaan. Om de nieuwe ‘pop’ te bewonderen en om over de doop te praten. Bernard heeft een heel schema van doopdiensten opgezet. Want om ze alle twintig tegelijk te dopen zou te veel van het goede zijn. En nu maar hopen dat Corona het kerkbezoek niet meer in de weg zal staan tegen de tijd dat het allemaal zijn beslag gaat krijgen, ergens in oktober.

Want was er nu mooier dan een doopdienst? Een ouderpaar dat met hun kind in de kerk komt en naar de zegen van God voor dat kind verlangt. Ik ben inmiddels al bij veel van zulke gesprekken geweest en elke keer verwonder ik me over de ontvankelijkheid van de ouders. Een kind krijgen doet iets met een mens. Met ieder mens. Zelfs met mensen die eigenlijk helemaal niet met God bezig zijn en niet of nauwelijks naar de kerk gaan. “Die geboorte zal het hele leven op mijn netvlies blijven.” En: ”Wat een wonder, daar zijn helemaal geen woorden voor.” En: ”Eigenlijk kun je na het meemaken van zo’n geboorte toch niet meer om het bestaan van God heen he?” Rond de geboorte van een kind is een mens ontvankelijk voor het mysterie van God. Wat jammer is het dan als na een paar jaar, als de baby’s opgegroeid zijn tot schoolgaande kinderen en tieners, die ontvankelijkheid soms langzaam wegebt en God naar de achtergrond verdwijnt.

Ik hoop -van harte- dat de komende doopdiensten opnieuw ontvankelijkheid voor de levende God zullen oproepen!

maandag 16 augustus 2021

Schade aan je ziel (3)

 

‘Schade aan je ziel is erger dan schade aan je auto’ en ‘het is een echte (wed)strijd om ervoor te zorgen dat je ziel niet beschadigd raakt’. Daarover schreef ik eerder.

Maar wat is dat nu precies: je ziel? In de bijbel komt het woord vaak voor. Zoals in de uitspraak om ‘de Heer je God lief te hebben met geheel je hart, geheel je ziel en geheel verstand.’ Ze horen alle drie bij het innerlijk, maar wat is het verschil? Met andere woorden: wanneer heb je te maken met het hart, wanneer met de ziel, wanneer met het verstand? Of moet je het zo zien dat de ene mens vooral vanuit zijn hart leeft, een ander helemaal op zijn verstand afgaat en de derde zich door zijn ziel laat leiden? We spreken over een ‘gebroken hart’, een ‘gekwetste ziel’ en een verstand waar ‘een steekje los aan zit’. Het geeft allemaal aan hoe we er van binnen aan toe zijn. En dat is niet best als ik het nieuws mag geloven. Nederland heeft een tekort aan psychologen en psychiaters, hulpverleners op het gebied van de ‘psyche’ (het Griekse woord voor ziel). Veel mensen hebben er moeite mee om goed met hun hart, ziel en verstand om te gaan.

Ik las in de bijbel een mooi verhaal over een man die van binnen helemaal de weg kwijt was. Als Jezus in zijn nabijheid komt is zijn eerste reactie is: ’Wat hebt U met mij te maken, Jezus, Zoon van de Allerhoogste God?’ Die man beseft dan nog niet dat hij met de grootste Psychiater aller tijden te maken heeft. Het verhaal eindigt met de volgende zin: ‘Goed bij zijn verstand zat de man met Jezus te praten.’     

Een beschadigde ziel die genezen was. (Lucas 8:26-39)

maandag 9 augustus 2021

Schade aan je ziel (2)

 ‘Wat baat het een mens zo hij de gehele wereld wint maar schade lijdt aan zijn ziel’. ‘Schade aan je ziel’, wat is dat?

Terwijl ik peins kijk ik naar de Olympische Spelen. Hoogtepunt daarvan is op zaterdagmiddag: de tien kilometer hardlopen voor vrouwen. De ogen van de hele wereld zijn gericht op Sifan Hassan. Op jonge leeftijd kwam zij als Ethiopische vluchteling naar Nederland, inmiddels heeft ze de Nederlandse nationaliteit. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: ze is en blijft op en top Ethiopisch: Zelfbewust en trots. Voor zichzelf had ze besloten om met drie verschillende afstanden mee te doen: 1500 meter, 5000 meter en 10 kilometer. Op de 5000 meter won ze: haar eerste gouden medaille. Bij kwalificatieronden voor de 1500 meter viel ze. Voor veel atleten betekent dat ‘einde verhaal’. Maar zij overwon de pijn en kreeg uiteindelijk brons. Voor haar een teleurstelling want ze had haar zinnen gezet op goud. Op de 10 kilometer won ze op een grandioze manier weer goud. De hele wereld hield zijn adem in. Sifan kwam, zag en overwon!

Is het verkeerd om te genieten van de spelen? Om vol bewondering naar een overwinning te kijken?

Wie overwint…’, zeven keer klinkt die oproep in Openbaring, het laatste Bijbelboek. De gemeente van Jezus Christus - van alle tijden en plaatsen- wordt daar aangespoord om te blijven strijden. Niet om een medaille te winnen. Wel om het geloof te behouden. Dat is een hele strijd. Want de overste van de wereld, de duivel, wil niets liever dan dat een mens dat kwijtraakt. Maar ‘wat baat het een mens zo hij de gehele wereld wint maar schade lijdt aan zijn ziel’?

‘Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb het geloof behouden’, zegt Paulus aan het einde van zijn leven….

(Wordt vervolgd)

maandag 2 augustus 2021

Blikschade

 

‘Wat binne wy moai fuort west’, zeiden Bernard en ik op de terugweg vanuit Frankrijk. Het verblijf was mooi en de reizen ernaar toe en weer terug verliepen voorspoedig. Wij zijn gewend om aan het begin van een reis in de auto te bidden voor een veilige aankomst. Als we veilig zijn aangekomen danken we soms, soms vergeten we dat. De Heer vergeet ons nooit. Opnieuw kwamen we veilig thuis. Wat is het dan fijn om op een plek te wonen die op zichzelf vakantieachtig is. Want neem nou een ritje naar en een wandelingetje door Dokkum. ’Wat binne wy moai fuort west’, zei ik stralend tegen een vriendin op de parkeerplaats bij de Jumbo in Dokkum.

We hadden gewinkeld in Dokkum, koffiegedronken bij de Hema, kortom een geslaagde middag. Fluitend startte ik de auto op de bovenste verdieping van de parkeergarage bij de Jumbo en voorzichtig manoeuvreerde ik de auto twee verdiepingen naar beneden. Zowel de ingang als de uitgang daar zijn smal. Gelukkig is onze auto niet breed en heb ik het wel vaker gedaan.

Maar deze keer ging het anders. ‘Krak’, klonk het. Ik stopte abrupt. De auto zat aan de achterkant vast aan de hoekrailing. Zowel vooruit-als achteruitrijden zou beschadiging opleveren. Als er al geen beschadiging was. Oef. Een vriendelijke andere Jumboparkeerder hielp om de auto uit zijn beknelling te rijden. Inmiddels stonden er mensen te kijken. ‘Hopelijk ben je verzekerd’ zeiden ze toen ze de blikschade bekeken. En minder vrolijk dan na de vakantie kwam ik thuis. Maar het wonderlijk van dit alles is dat het eerste dat door me heen schoot was: ’Wat baat het een mens zo hij de gehele wereld wint maar schade lijdt aan zijn ziel’.  Schade aan je ziel is blijkbaar erger dan schade aan je auto…

(Wordt vervolgd)   

maandag 26 juli 2021

Bijbelkennis versus zelfkennis

 

Er zijn mensen die schermen met hun Bijbelkennis: ‘Ik heb de bijbel al vier keer van begin tot einde gelezen’. Je hebt ook mensen die niet zichzelf maar anderen roemen: ’Die man, of vrouw heeft zoveel Bijbelkennis, daar kun je echt veel van leren.’ En je hebt mensen die ‘met de bijbel zijn opgevoed’. Die hebben veel kennis omdat hun ouders na tafel uit de bijbel voorlazen. En wat je als kind leert dat onthoud je goed. Zulke mensen zullen dus altijd hoog scoren bij een bijbelquiz. Ik ben ook ‘met de bijbel opgevoed’ en hoorde de verhalen uit het Oude en Nieuwe Testament van jongs af aan. Toch scoor ik altijd laag bij een bijbelquiz. Ik lees nu eenmaal meer in het Nieuwe dan in het Oude Testament.  Ik meende overigens wel dat ik best veel kennis van het Nieuw Testament heb. Vanaf Mattheus tot en met Openbaring lees ik het vaak en ik heb mezelf aangeleerd om dagelijks het Onze Vader te bidden.

 Zoals vorige week in Frankrijk. Maar toen ik beland was bij het ’en vergeef ons onze schulden gelijk wij ook vergeven onze schuldenaren’, ging er een schok door me heen. ‘Onze schulden’: mijn eigen schulden: hoe vaak denk ik daar eigenlijk over na sinds ik tot bekering gekomen ben? De schuld(en) van anderen heb ik altijd breed en duidelijk op mijn netvlies: ’Aan die mankeert dat en aan die dat’. Maar mijn eigen schuld? Verbeeld ik me dat ik volmaakt ben? Iemand zonder schulden? Na het ‘geef ons heden ons dagelijks brood’ komt het ‘en vergeef ons onze schulden’. Jezus wil blijkbaar dat iemand dagelijks stilstaat bij zijn eigen tekortkomingen. Als ik mezelf verbeeld het Nieuwe Testament goed te kennen, zonder dat ik mezelf echt ken, wat stelt het dan allemaal voor?

zondag 18 juli 2021

Schaamte

 

Herken je het volgende? Je verheugt je weken op je vakantie. Even eruit. Even niet het normale gedoe aan je hoofd. Even niks doen. Even alleen maar doen waar je zin in hebt. Je vertrekt vol verwachting. De eerste dagen op de plaats van bestemming moet je bijslapen. Dan doe je dus echt niks. Het kan je allemaal gestolen worden. Daarna, als de eerste vermoeidheid verdwenen is, wil je ‘er op uit’. Je zit notabene in Frankrijk, mooiste vakantieland van de wereld, vol prachtige bezienswaardigheden. Je wilt daar in elk geval iets van zien voor de vakantie om is.

Maar dan gaat het regenen. Niet een paar uurtjes. Niet  een dagdeel. Niet een hele dag. Maar een paar dagen. Net als jij van plan bent om er op uit te gaan is dat onmogelijk vanwege de zware regenval. Je zomerjurk met blote mouwen kan in de koffer blijven want de temperatuur is gedaald. Met het dalen van de temperatuur daalt ook je stemming. Je beseft dat de vakantie al langer dan een week duurt maar dat Frankrijk nog nauwelijks iets van haar schoonheid aan jou onthuld heeft. Je vindt dat je het afgelopen jaar genoeg regen hebt gehad in Nederland. Daarvoor was je toch niet naar Frankrijk gekomen?

En dan besluit je man dat het tijd is om eens naar het nieuws in Nederland te kijken. En jij kijkt over zijn schouder mee op zijn laptop. Samen zie je hoe in Limburg huizen onderlopen door de overstroming van de Maas en hoe in Duitsland mensen op de daken van hun huis zwaaien naar reddingshelikopters. Je beseft dat er zich een ramp voltrekt in vele levens op het moment dat jij zit te mokken over een vakantie die een (regen)tikje anders verloopt dan je hoopte.

En je voelt je beschaamd…

maandag 12 juli 2021

Vakantie

 

‘Ik moet maandag wel eerst mijn blogje schrijven hoor’. Op zondag zitten Bernard en ik op de veranda van onze gîte te overleggen wat we morgen -vandaag- gaan doen. Maandag is een rustdag voor de renners van de Tour de France, dus ‘naar de Tour de France kijken’ kan van het lijstje geschrapt worden. Afgelopen zaterdag schrapten we dat ook omdat ik graag zelf in de auto wilde toeren door de vallei van de Dordogne. Met ‘en passant’ twee bezoeken aan respectievelijk een klein en een groot kasteel was ook die dag in een oogwenk voorbij. Bernard moest notabene via de Whatsapp van zijn ouders horen dat Bauke Mollema de etappe won.

Maar maandag hebben de renners vrij en wij dus ook. Op het schrijven van dat blogje na. ‘Dan laat je dat toch een keertje zitten, het is vakantie’, oppert Bernard. Maar dat zou de eerste keer in vijf jaar trouwe dienst zijn. Dat is mijn eer te na. Al heb ik op dit moment nog geen idee waar ik de inspiratie vandaan moet halen. Of komt dat misschien omdat ik helemaal ondergedompeld ben in de inspiratie? Want zeg nu zelf: verblijven in een idyllisch dorpje op het Franse platteland waar de vogels zich nog vrij voelen om de hele dag te kwetteren en de wilde lavendel en oregano overal uitbundig bloeit. In Nederland moet je naar de winkel voor een potje oregano. Hier pluk je het van de grond en gaat het rechtstreeks in de macaroni.                                                                   

Komt het door het zonnige klimaat of door het karakter van de Fransen? Of hebben die twee simpelweg met elkaar te maken? Ik heb een soort ‘laissez faire’ gevoel over me gekregen. En eigenlijk is dat best fijn. Misschien heeft Bernard gelijk en sla ik een keer over. Het is vakantie!

maandag 5 juli 2021

Werk(en)

In de jaren dat wij als gezin in Kenia woonden kregen we geregeld veel bezoek. Vanwege het werk voor MAF (Mission Aviation Fellowship) kwam dat bezoek overal vandaan. Er was dan altijd een rondleiding in de hangar van MAF op Wilson Airport, één van de vliegvelden van Nairobi. En vaak ook kwam het bezoek bij ons eten ’s avonds. Mensen hingen aan Bernards lippen als hij vertelde over het werk voor MAF, over zijn reizen door Oost- en Zuid-Afrika, over zijn boeiende en veelzijdige baan. En dan steevast aan het einde van zo’n gesprek werd er naar mijn kant gekeken. Ik had inmiddels de tafel afgeruimd, de afwasmachine gevuld en was bezig met de koffie na de maaltijd.

‘En Margriet: wat doe jij?’ Eerst grapte ik dan: ’Oh, ik ben touroperator en gastvrouw’. Want ik had was degene geweest die de gasten door het hectische verkeer in Nairobi had geleid. Een baan op zichzelf. En ik had boodschappen voor het eten gedaan en gezorgd dat het huis tiptop leek voor onze gasten. Maar later irriteerde mij die vraag. Ik was notabene druk in de weer voor mijn gezin en voor hen. Wat wilden ze nog meer van mij? Eigenlijk wist ik dat wel, ze wilden ook van mij een of ander mooi verhaal. Over een  bediening in een sloppenwijk bijvoorbeeld. Maar daar ben ik nooit aan begonnen. Als mensen mij dus vroegen: ‘En Margriet, wat doe jij?’, antwoordde ik: ‘Niks’. Als mensen me dan verbaasd aankeken zei ik: ’Ik leef.

’Ook in Nederland krijg ik vaak te horen: ’Oh, heb jij geen baan?’ Met ‘baan’ wordt betaald werk bedoeld. Sinds ik met Bernard getrouwd ben heb ik zelf geen baan. Maar geloof het of niet, nu ik dat laatste heb opgegeven heb ik meer werk dan ooit tevoren!


maandag 28 juni 2021

Identiteit

 

Mijn lange vlechten waren mijn identiteit. Op de middelbare school liep ik er fier mee rond: ze bungelden tot aan mijn billen, waren donkerbruin en dik. Eén van mijn zusjes had ook vlechten maar die waren dunner. Ik vond de mijne het mooiste en onze ouders waren trots op ons. We hadden altijd veel belangstelling, iedereen keek ons na. ‘Moet je eens zien wat een lange vlechten die meisjes hebben’. Wij tweetjes waren anders dan anderen. En mama genoot van ons. 

Ik zat in de vijfde klas en Annet in de eerste. Het gebeurde op een middag toen ik thuiskwam van school. Ik stalde mijn fiets in de garage en deed de voordeur open. Mama stond achter de deur: ’O, ben je daar Margriet. Je moet even niet verder lopen en wachten op Annet, die moet iets laten zien.’ Ik vroeg me af of mama blij of boos keek. Geen van beide, concludeerde ik. Keek ze trots? Waarom lachte ze zo? ‘Annet, kom je even naar beneden?’ Met mama keek ik naar boven. 

Op de trap verscheen een jonge vrouw met halflang haar rond haar gezicht. Het gezicht was van Annet, maar waar waren haar blonde vlechten? Ik zag hoe mama met ontzag naar haar keek. Vond zij dit mooi? Wilde zij opeens niet meer dat wij lange dikke vlechten hadden? Die vlechten waren mijn identiteit. Annet had geen vlechten meer en mama leek nog steeds blij met haar. Hoe kon dat? Ik voelde me verraden. ‘Ze is zelf naar de kapper gegaan,’ mama glunderde. Ik wilde het liefst door de grond zakken. Waarom was nooit in mij opgekomen om dat te doen? Ik voelde hoe ik knalrood werd en wist me geen raad met mijn houding.

Toen ik twintig was durfde ik de stap naar de kapper te wagen.

maandag 21 juni 2021

(Voetbal)spel

 

Vanmorgen overlegden we samen wat we op deze - voor ons vrije- dag zouden doen. We kwamen tot een plan, maar: ’Om zes uur moeten we wel terug zijn’, zei Bernard. ‘Wat is er dan om zes uur, komt er iemand eten?’, verbaasd keek ik hem aan, want ik wist van niks. Het afgelopen weekend waren er twee kleindochters te logeren maar voor vandaag stond niks gepland. Bernards blik naar mij hield het midden tussen verontwaardiging en ongeloof: ‘Om zes uur is er voetbal! Het Nederlands elftal!’ 

Ik had het kunnen weten maar was het vergeten. Opgegroeid in een meisjesgezin was voetbal een onbekend terrein voor mij. Na 31 jaar huwelijk met een grote voetballiefhebber is dat niet meer het geval. Maar toch: een echte liefhebber zal ik nooit worden. Het staat niet in mijn agenda. Ik kijk mee omdat dat gezelliger is voor Bernard en vind het leuk om spelers te herkennen. De Paay, Ronaldo, Blind, Frenkie de Jong…Bernard is zo’n grote fan dat hij afgelopen donderdag op de kerkenraadsvergadering met een grote oranje pruik verscheen. Sommige kerkenraadsleden moesten erom lachen. Anderen keken er toch wel een beetje van op. Ging de dominee nu niet te ver? Gelukkig liep de vergadering deze keer niet uit en kon Bernard nog de tweede helft van het spel zien.

Wat vindt God van voetbal? Die vraag kwam in mij op deze morgen? Daarover staat niks in de bijbel. Maar dat God van spelen houdt staat wel beschreven. In Spreuken 8 zegt de Zoon van God over zichzelf dat Hij ooit ‘als een kind was, te allen tijde voor het aangezicht van de Vader spelende’. Spelen is doen alsof het echt is er intussen van harte van genieten. Mijn kleindochters deden het ons voor het afgelopen weekend. Wat hebben wij ervan genoten!  

maandag 14 juni 2021

Google

 

Op internet las ik deze zin, en uit die ene zin werd dit blogje geboren: “Google is actief sinds 1998 en is de meest gebruikte zoekmachine ter wereld.” 

1998 zal voor ons gezin altijd in het geheugen gegrift blijven, want in dat jaar vertrokken wij naar ontwikkelingsland Kenia. Het voelde voor ons als een ontwikkelingsland want Kenia liep ver achter op alles wat met internet te maken heeft. Mobiele telefoons bijvoorbeeld waren verboden door de regering. Maar in 2000 kwam er een vooruitstrevende president aan de macht en ging de deur voor Google ook open in Kenia. Wat waren we blij. Ik ben vergeten wanneer ik met Facebook begon, het zal ergens in 2006 geweest zijn. Opeens was het heel makkelijk om met het wel en wee van familie en vrienden in Nederland op de hoogte te blijven. 

Nu is het 2021. Google is niet meer weg te denken uit onze levens. Toch ben ik (een tijdje) gestopt met Facebook. Niet omdat ik opeens niet meer geïnteresseerd zou zijn in het leven van mijn vrienden. Wel omdat Google niet ophoudt advertenties te sturen van verf, meubels, inrichting. We zijn bijna klaar met ons huis maar Google geeft me dagelijks het idee dat er nog veel meer nodig is. Alsof Google aanvoelt dat ik net verhuisd ben en mijn huis zo mooi mogelijk wil maken. Google fluistert me de hele dag toe: ’Het kan en moet beter!’ Op Facebook hebben vrienden het veld geruimd voor adverteerders. Dat gun ik Google niet.

Mensen die mijn blogjes alleen lazen op Facebook zullen dus elke maandag moeten klikken op http://margrietterlouw.blogspot.com/. Oost West-ereen Best! Abonnee worden is ook mogelijk door bovenaan ‘submit’ in te vullen. “Werkt Google voor jou of werk jij voor Google?” schreef Peter Olsthoorn. Ik ben met het laatste gestopt!

maandag 7 juni 2021

Gooi- en smijtwerk

 

Even een klein update over onze herintrede-vorderingen: Het hele huis is aan de binnenkant geschilderd, vanaf hal tot bijkeuken, van trappengat tot overloop. Na een maand schilderen arriveerde de verhuiswagen, in een halve dag was alles uitgeladen en de hele vorige week zijn we bezig geweest om ‘alles te plak te krijen’. Dat vraagt iedereen ons nu: ’Is alles al te plak?’ 

Ik wist dat we samen in 60 jaar veel spullen hadden verzameld, maar was vergeten hoeveel. Het is maar goed dat het huis aan de Pastorijloane 1 immens groot is, anders was het nooit goed gekomen. Vanuit onverwachte hoek kwam er hulp van Marie Kondo, de Japanse opruim goeroe. De bibliotheek is gelukkig weer open en ik nam één van haar boeken mee. “Vraag je bij elk ding dat je wilt opruimen af of je er blij van wordt. Echt blij. Niet een beetje blij. Bewaar alleen waarvoor het eerste geldt.” Ik heb het toegepast en ontdekte dat ik heel veel spullen heb waar ik helemaal niet meer blij van word. Voor die spullen is er ook in Noord-Oost Friesland een oplossing: de milieustraat in Damwoude. Ik ben de tel kwijt van het aantal ritjes dat ik door de Mieden maakte. Ik houd wel van het gooi- en smijtwerk. Soms ben ik verbijsterd over wat mensen allemaal weggooien. Maar dat zijn ze misschien ook wel over mij.

'Die niet loslaat wat zijn hand begon’, zo begint elke kerkdienst. Stel je voor dat God ook meteen zou wegsmijten waar Hij niet meer blij van wordt? Wat zou er dan van de wereld overblijven? De bijbel is er gelukkig heel duidelijk over: een mens is niet te vergelijken met een ding. De mens is de kroon van de schepping. Over wie Gods grootse plannen en gedachten heeft. 

maandag 31 mei 2021

Grote liefdes

 

Jaren geleden kwamen er in Hantum - in Noordoost Friesland vlak boven Dokkum- meerdere grote liefdes in mijn leven. Ik ontmoette er in 1987 Bernard Terlouw, die in 1990 mijn man werd. Een jaar daarvoor waren er twee liefdes van een ander soort verschenen: twee oude, hoge rode beuken in de tuin voor ‘mijn’ pastorie. Die was ook oud, met aan de voorkant een trap in het midden. Aan beide zijden van die trap hoge ramen. (Met geraniums aan de voorkant om het huis bewoond te laten lijken). Die hoge beuken waren en zijn dé blikvangers van Hantum. Als je het dorp binnenrijdt zie je ze in de verte staan. In het centrum van het dorp. Ik werd op slag verliefd op ze. Toen ik in 1990 Hantum verliet voor Ternaard betreurde ik ‘mijn’ rode beuken.

Ons leven ging door, via Zeist naar Afrika en weer terug naar Nederland. Het kleine tuintje achter onze koopwoning in Leusden stond vol met oude struiken. Met behulp van mijn vader werden die verwijderd om plaats te maken voor een nieuwe, jonge rode beuk. Niet te vergelijken met de twee hoge heren in Hantum. Maar toch: een rode beuk heeft iets speciaals. De blaadjes laten lang op zich wachten  in de lente, maar als de eerste tekenen verschijnen dan heb je ook wat: blaadjes in een herfstachtige kleur die heen weer ritselen in de zomerwind zonder te vallen.

Niet iedereen is dol op bomen in de tuin: vlak na de verkoop van ons huis in Leusden daar werd de beuk omgehakt. De grote oude rode beuk op het groene veld voor de pastorietuin in de Westereen was daarom voor mij echt een verrassing.  Ooit stonden ook hier twee van die joekels. De ene overgeblevene mag weten dat een vurige bewonderaar vlakbij woont!

maandag 24 mei 2021

Mysterieus moeten

‘Jullie hadden helemaal niet weg moeten gaan, het was niet de stem van God die jullie uit de Westereen wegleidde’ - ‘Wel een beetje raar dat jullie nu weer terug willen komen, eerst verlaten jullie ons, en nu op hangende pootjes terug’ - ‘Luisteren jullie wel echt naar de stem van God?’ Zomaar een greep uit de opmerkingen die wij de afgelopen maanden te horen kregen. ‘En nu wel hier blijven hoor!’ Dat laatste hoor ik bijna dagelijks nu we opnieuw in de Westereen geland zijn. Ik hoop van harte dat we hier lange tijd kunnen blijven. Eind deze week verschijnt de verhuisauto voor de deur. Negen maanden stonden onze spullen ergens opgeslagen. Ik ben bijna vergeten wat we allemaal bezitten. Maar intussen peins ik zelf ook vaak over de wonderlijke wending die ons leven nam. Was het onze eigen foute beslissing, of toch de stem van God die ons leidde?

Terugkijkend op de afgelopen negen maanden kan ik alleen maar zeggen dat het niet makkelijk was, maar wel goed. In heel veel opzichten. Om vlak bij mijn moeder te wonen in de tijd dat mijn vader stierf. Om even afstand te nemen van de Westereen en echt tijd voor elkaar te hebben. Om de banden met ‘oude’ vrienden weer te verstevigen. 

Nu huren we de pastorie en dat was niet onze eigen keuze. Maar we hadden geen keuze en na drie weken vind ik het – zelfs zonder meubels- heerlijk. God works in mysterious ways’: een mens weet niet altijd waarom hij een bepaalde kant op ‘moet’. ‘Jezus ‘moest’ door Samaria gaan’. Zo begint Johannes 4, het verhaal over Jezus’ ontmoeting met de Samaritaanse vrouw. Hij had ook een andere weg kunnen kiezen. Maar deze weg door Samaria bleek het plan van de Vader met een verrassende wending.

maandag 17 mei 2021

De pastorie (2)

 

Ik ben uitgeweken naar een slaapkamer om dit blogje te schrijven. Want het huis is nog niet klaar. Ons nieuwe huis. Drie schilders zijn onder mij (in woonkamer en hal) en naast mij (op de overloop) bezig. Zodra dit blogje af is pak ik ook de kwast weer ter hand. Want ik ben dol op schilderen en met drie vakmensen in de buurt valt er veel te leren. Mij hoor je dus niet klagen over ‘the times they are a changin’.

Mijn familie weet dat ik van schilderen houd, op onze trouwdag maakten mijn vier zussen een sketch waarin ze mij imiteerden: ’Dit is niet de goede kleur wit, het moet ietsje romiger.’ Als student schilderde ik zomaar mijn hele kamer in een andere kleur als die me niet beviel. Het mooie van schilderen is het resultaat. Eén klein potje in de juiste kleur verandert een hele kamer. Verbluffend.

Ik heb dus zogezegd best wel wat schilders ervaring, maar leerde er de afgelopen dagen iets belangrijks bij. Dat begon op het moment dat mijn moeder me appte: ’En, kunnen jullie al bijna verhuizen?’ (Onze spullen staan nog ergens opgeslagen en pas als het huis geschilderd is komen die erin.) Mijn moeder stelde die vraag nadat er twee schilders twee dagen in de kamer waren bezig geweest. Ze schreef: ‘Wordt het mooi?’

Er was op dat moment nog niets te zien. Er was geschuurd, afgeplakt en met grondverf geschilderd. Twee dagen lang. Door twee mannen. Zoiets heet voorbereiding. Ik wist dat het erbij hoorde, maar niet dat goede voorbereiding eigenlijk het echte werk is. Van al dat voorwerk is niks meer te zien als de laatste laag verf is aangebracht. Maar als het nagelaten wordt is het gauw gedaan met het mooie werk. Zit daar een les in?

maandag 10 mei 2021

De pastorie

 

Bob Dylan schreef in 1964 het lied ‘The times they are a changin’. Inmiddels is het een klassieker: ‘De tijden veranderen’. In en na de jaren 60 ging dat in een sneltreinvaart, op elk gebied, ook in de kerk. De kerk van 2021 is qua vorm een andere dan die van 1964. Uiteraard lezen we nog steeds in dezelfde bijbel, maar we doen dat in andere vertalingen. Liedboeken zijn vervangen door beamers, orgels door bands met gitaren en drumstel. ‘The times they are a changin’: predikanten wonen niet meer standaard in de pastorie. Wij kochten in 2016 een eigen huis in de Westereen en waren stellig van plan om dat weer te doen.

We keken week in week uit op Funda maar zagen dat ook in de Westereen huizen in no time verkocht werden. ‘De pastorie komt op 1 mei vrij’, opperde de kerkenraad. (Deze was jaren ‘gewoon’ verhuurd geweest.) ‘Jullie hoeven daar niet te wonen, maar het mag natuurlijk wel. Het is aan de Pastoryloane 1, 9271 BM.’ Bernard grijnsde: ’Die postcode past bij ons: B M. Misschien is dit wel voorbestemd 😊’. Wij gingen een kijkje nemen en ik was overrompeld. Ik was er vaak langsgereden maar wist niet dat het van binnen zo groot was. De woonkamer heeft een omvang van 49 vierkante meter. Er zijn twee studeerkamers en op de overloop -een kamer op zichzelf- komen acht deuren uit.

In 1961 betrokken mijn ouders met mij en mijn oudste zusje de pastorie in Sexbierum. Ze konden er zo in. Alles was in orde gemaakt. Maar,’the times they are a changin’, ook wat pastorieleven betreft: de predikant betaalt gewoon huur en is zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van binnen. Ik schrijf dit blogje boven en onder mij zijn drie schilders aan het werk…

(Wordt vervolgd.)  

maandag 3 mei 2021

Een blijvend huis?

 

‘My home is my castle’ zeggen de Engelsen.’ Afgelopen vrijdag arriveerden wij in ons nieuwe huis, de hervormde pastorie in de Westereen. Nog geen kasteel, maar daar wordt aan gewerkt 😊

Voor Nederlanders is het ‘Oost West, Thuis Best’ en voor mij ging het van jongs af aan van oost naar west en van noord naar zuid. Ik werd geboren in Oost-Friesland en verhuisde toen ik drie jaar was naar West-Friesland. Vandaaruit zuidelijk naar Nunspeet en vervolgens opnieuw naar het noorden. Ik rekende uit dat de pastorie in de Westereen het 24e huis is dat ik ‘thuis’ mag noemen. Van die 24 huizen is dit de 8e pastorie. Van al die huizen waren er 4 koophuizen, de andere huizen werden gehuurd. Ik woonde 3 keer op een bovenverdieping en 2 keer in een grote stad. Zelfs in een miljoenenstad: Nairobi. Dat is ook de plek waar ik het langste woonde, 11 jaar. Op de voet gevolgd door Groningen, 10 jaar.

De grootste van die huizen stonden in Friesland. In Sexbierum woonde ik met mijn ouders en 3 zusjes in de grote hervormde pastorie, in Hantum helemaal alleen in eenzelfde soort huis. Om de kamers in Hantum van buiten niet al te leeg te laten lijken stonden er van binnen rode geraniums voor de hoge ramen. In Zeist en in Leersum waren het kleine huizen in het bos. In Zeist woonden wij met twee kleine kinderen. Dat huis was zo klein dat onze boeken ergens anders opgeslagen stonden, precies zoals de afgelopen 8 maanden.

Door al dat verhuizen van jongs af aan kreeg ik één ding met de paplepel ingegoten: een diep besef dat een huis op aarde niet blijvend is. In de hemel wacht er een blijvende plaats die Jezus nu voor ons  gereedmaakt. Genoeg kamers daar!     

maandag 26 april 2021

Met geld smijten

 

‘In de kerk moet je soms met geld smijten’.

Is deze uitspraak bijbels verantwoord? Ja of nee?

Ik vermoed dat de meeste lezers ‘nee’ zullen zeggen. Want met geld moet je, ook als kerkmens, zorgvuldig omgaan. In Bijbelse termen: goed ‘rentmeesterschap’. En heeft Jezus daar ook niet een mooie gelijkenis over geschreven? We moeten met het aantal ponden dat ons gegeven is winst maken. Die ponden in de grond stoppen om ze te bewaren is echt verkeerd, ze op de grond smijten des te meer.

Maar weten de mensen die van het rentmeesterschap zijn eigenlijk wel dat diezelfde Jezus een keer echt geld over de balk gooide, het op de grond smeet? Wat te denken van één van Jezus’ eerste optredens in de tempel? ‘Het geld van de wisselaars smeet Hij op de grond’. Het staat er letterlijk. (Johannes 2:15). ‘Ja, maar dat had een reden, dat deed Jezus niet zomaar’, hoor ik iemand zeggen. Dat weet ik natuurlijk ook. De reden waarom Jezus dat geld op de grond smeet was dat het hem aan het hart ging dat ‘geld’ in de tempel belangrijker was geworden dan eerbied voor God. En dan zijn we opeens weer heel dichtbij huis. Want geldt dat ook niet voor ons? Misschien wel niet heel erg, maar dan toch wel een klein beetje?

‘Met geld smijten’ is een uitdrukking geworden in de Nederlandse taal. Het betekent zoiets als ‘achteloos met geld omgaan’. En laat dat nou precies zijn wat Jezus wil: ’Je linkerhand mag zelfs niet weten wat je rechterhand doet’. (In het kader van geld weggeven in de collecte.) Waarom eigenlijk niet? Omdat Jezus niet wil dat er er iemand of iets anders Heer en Meester over ons is dan zijn dierbare Vader. Dus ook ons dierbare geld niet!

maandag 19 april 2021

Oost West-ereen Best

 

Het lukte maar niet om een andere titel voor mijn blogjes te bedenken. En dus hield ik het maandenlang bij het oude vertrouwde. Sinds een paar weken hoef ik niet meer te peinzen. Want het zal de komende jaren ‘Oost West-ereen Best’ blijven. Wie had dat kunnen denken? Het is fantastisch om van veel mensen een hartelijk welkom te krijgen. Het mooiste kwam van een oudere dame: ‘Welkom thuis’, schreef ze. Dat ontroerde me. Het was alsof ze zei: ’Jullie horen bij ons, dus kom maar gauw terug.’

Natuurlijk is het spannend om na acht maanden terug te komen. We gaan in een ander huis wonen, door Corona liggen allerlei kerkelijke activiteiten stil, wij hebben dingen meegemaakt, in de Westereen hebben mensen andere dingen beleefd. Maar als de Westereen echt ons ‘thuis’ is dan is dat allemaal niet erg. Want ‘thuiskomen’ betekent: wederzijds uitwisselen hoe het geweest is, elkaar omarmen, feestvieren, je verwonderen, blij met elkaar zijn!

Gisteren deed Bernard intrede. De kerk voelt nog altijd als ‘zijn’ kerk. We hopen dat het gebouw snel weer open mag voor iedereen. Volgende week zondag preekt hij weer en aan het einde van die week kunnen we eindelijk in de Westereen neerstrijken. De pastorie aan de Pastorijloane 1 wordt ons nieuwe thuis. We hebben er heel veel zin in.  

Oost West-ereen Best’: als je (lange tijd) van huis bent dan kun je ‘thuis’ heel makkelijk gaan idealiseren. Zoiets als mannen die tegen hun vrouw zeggen: ’Er gaat niets boven het eten van mijn moeder vroeger thuis’. Na acht maanden omzwerven kunnen we makkelijk wonen en werken in de Westereen gaan verheerlijken. Maar juist omdat we er een tijd niet woonden beseffen we wat we misten en is ‘Oost West-ereen Best’ echt ‘Oost west, thuis best’ voor ons 😊

maandag 12 april 2021

Omgekeerde volgorde

 

Jezus blijkt altijd weer verbazend anders dan je meent te weten. Wat te denken van deze uitspraak van de evangelist Johannes aan het begin van diens evangelie:

’Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus gekomen.’ (Johannes 1:17)

Die ene zin bevat een hele theologie. Een hele mooie theologie. Een hele verrassende theologie. ’Want de wet is door Mozes gegeven’: beetje kerkmens zal hierbij direct aan de Tien Geboden denken: door God aan Mozes gegeven en door deze op twee stenen ‘tafelen’ geschreven. Het belangrijkste moment voor het volk Israël: God vertelt hoe het volk moet leven. De wet bestaat uit regels die gaan over het moeten en het nalaten. Mozes gaf ze, namens God.

Jezus ‘geeft’ niks, die ‘komt’ alleen. Wat komt hij brengen? In de eerste plaats ‘genade’. Jezus komt niet met regels die zeggen hoe het moet. Jezus weet blijkbaar dat niemand ter wereld echt doet wat moet, kerkmensen niet uitgesloten. Jezus brengt ‘genade’ voor elk mens, overal. Binnen de kerk en buiten de kerk. Neem iemand als de corrupte tollenaar Zachëus: Jezus komt als genade in zijn huis. Mozes zou gezegd hebben: ’Zachëus, het moet anders, je moet je bekeren’. Jezus zegt: ’Ik wil met je omgaan’.

Het tweede wat Jezus brengt is waarheid. Zachëus is opnieuw een prachtig voorbeeld. Jezus hoefde geen woord uit te spreken, zijn nabijheid was voldoende om Zachëus van de waarheid te overtuigen. De waarheid dat hij verkeerd leefde. Dat het anders moest. Zachëus besluit dan ook vrijwel direct om anders te gaan leven.

Genade en waarheid. In de kerk draaien we het meestal om. We zwaaien met de wet alsof we Mozes zelf zijn. Pas als iemand op zijn knieën gaat geven we een beetje genade. Hoe anders is Jezus!

maandag 5 april 2021

Paaspreekje

 

In mij schuilt nog altijd een dominee en op deze tweede Paasdag staat hij op 😊

Pasen, Jezus is opgestaan uit de dood: wat heeft het ons te zeggen?

Een regel uit Johannes 3 ging deze week voor mij leven. De meest bekende regel uit dat gedeelte is Johannes 3: 16, ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad…’ Maar wat te denken van vers 36:Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven. Maar wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien maar de toorn van God blijft op hem.’

Ik moest opeens denken aan de twee Emmaüsgangers, twee leerlingen van Jezus die op de derde dag na de kruisiging compleet overrompeld en verdrietig uit Jeruzalem weggaan. Ze hadden in Jezus geloofd. Ze hadden alles van Hem verwacht. Maar nu was hij gestorven en weg uit hun midden. Met zijn dood was ook hun geloof gestorven. Deze twee ontgoochelde mensen mogen meemaken dat de opgestane Heer zelf met hen mee gaat en uitlegt dat het allemaal in de schriften voorzegd was. Dat Jezus wel zou moeten lijden. Op het moment dat zij Hem herkennen als de opgestane Heer verdwijnt deze ook weer uit hun midden. Maar in hen is een nieuw geloof geboren. En dat geloof krijgt direct handen en voeten: ze gaan op weg om anderen deelgenoot te maken van hun geloof.

‘…wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien maar de toorn van God blijft op hem.’ Deze wereld is een gebroken wereld onder de toorn van God. Je hoeft niet lang om je heen te kijken om dat te beseffen. Maar in die gebroken wereld is de Zoon van God verschenen. En Hij heeft voor iedereen die in Hem gelooft en naar Hem wil luisteren een hele nieuwe, begaanbare weg!

maandag 29 maart 2021

(Onver)wacht!

 

De wonderen zijn de wereld nog niet uit. Want wat je nu gaat lezen was voor mij werkelijk een wonder.

Het is (vorige week) woensdagmiddag half twee. Ik weet de tijd nog precies want ik zal opgehaald worden door een vriendin. De minuten verstrijken terwijl ik in de zon op een paaltje bij ons huis wacht. Dat huis ligt op een doodlopende weg, dus we hebben weinig voorbijgangers. De buren van de rechterkant komen langs met hun hondjes en we maken een praatje. Als ze verder wandelen besluit ik mijn boek te pakken en wachten in lezen te veranderen. ‘Geniet u van het lentezonnetje?’ Ik kijk op in de vrolijke ogen van een onbekend grijs bebaard gezicht. ‘Ja, ik zit te wachten op iemand’. Wachten is momenteel een beladen woord voor ons maar dat vertel ik maar niet. De man gaat verder: ’Uw man was predikant in de Westereen he? Wij zijn ook -onzichtbare- schaapjes van de kudde.’

Ik sta op van het paaltje, laat mijn boek bijna vallen en kijk hem met wijd opengesperde ogen aan. ‘Dat klopt maar hoe weet u dat?’ Hij blijkt de buurman van de overkant. ‘De vorige bewoonster van jullie huis heeft verteld over jullie en toen ben ik gaan googelen en nu luisteren wij naar de preken van de Westereen, elke zondag. Het spreekt ons aan.’ Ik vertel hem dat we eigenlijk aan het wachten zijn om in de Westereen terug te komen. Maar ook dat weet hij al.  Hij zegt dat hij af en toe een blogje leest en vraagt: ‘Is het niet moeilijk om elke keer weer zoiets te verzinnen?’ ‘Nou eerlijk gezegd komen de ideeën op de meest onverwachte momenten’, verzeker ik hem.

Hij is al een eindje verder als ik besef dat ik zojuist zo’n heel onverwacht moment meemaakte 😊

maandag 22 maart 2021

Zondebesef

 

Ik ben opgevoed met veel zondebesef.

In de tweede klas in Nunspeet leerde ik dit versje van Juffrouw Horseling:

‘Heer, toon mij uw gena-a-ade, straf mij niet naar mijn daden, ik was in kwaad verblind. Komt mij uw hand kastijden, sla mij met medelijden, als uw weerspannig kind’.

Het drong diep tot mij door: ik was een zondig kind dat vroeg of laat de mist inging. ’s Avonds in bed overdacht ik de dag en ik vond altijd wel iets dat ik moest belijden. ‘Sla mij met medelijden.’ Ik sloop naar beneden en bleef voor de kamerdeur staan. Ik hoorde mijn ouders praten en lachen en als het even stil werd klopte ik aan om mijn zonde van de dag te belijden. Dat luchtte op. En tevreden ging ik weer slapen. Biechten kreeg ik met de paplepel ingegoten. Mijn vader, de dominee, las elke zondag de Tien Geboden in de kerk en bij het laatste gebod ‘Gij zult niet begeren’ kreeg ik het benauwd. Want ik begeerde veel. Ik voelde me zondig omdat ik niet deed wat Gods geboden eist.

Toen ik ouder werd en een puber veranderde er iets. Ik zat in de kerk en dacht: Geloven al deze mensen dit allemaal? En belijden zij ook steeds weer hun zonden? Bestaat daar het christen zijn uit? Toen las ik in 1 Johannes 3:6 “Ieder die in Jezus blijft zondigt niet”. Die zin bleef haken. Jezus stierf niet alleen voor mijn zonden, Hij leeft om mij te helpen. Ik hoef niet te zondigen. Daarvoor kwam Hij op aarde. ‘Dank U Heer voor uw genade. Ik verlang niets anders dan te leven tot uw eer.’ Dit is mijn nieuwe lied geworden.

Ik geloof dat Jezus eens en voor altijd de straf voor de zonde van de hele wereld droeg. 

maandag 15 maart 2021

Stem-wijzer

 

Soms ben je ergens op bezoek en wil het gesprek maar niet vlotten. Op zo’n moment stel ik deze weken de vraag: ’En, waarop ga jij stemmen?’ Die vraag werkt. Je hebt van die mensen die zeggen: ’Dat is privé, dat vertel ik niet’. Dan kom je dus niet veel verder en moet je iets anders verzinnen. Maar er zijn veel mensen die graag over politiek willen bomen. En met 37 partijen valt er veel te bomen in Nederland: rechts of links, progressief of behoudend, rood of groen? Wel of niet christelijk? 

Als er geen verkiezingen worden gehouden ben ik heel erg apolitiek, dat wil zeggen dat ik er weinig belangstelling voor heb. Maar om niet te gaan stemmen gaat mij te ver want ik vind dat een mens de overheid moet gehoorzamen. Gesprekken over politiek hielpen mij in het verleden vaak om een keuze voor een politieke partij te maken. Maar dit jaar werd ik door iets anders beïnvloed. Het kwam uit een hele onverwachte hoek en op een onverwacht moment. Ik las in Genesis 1 het scheppingsverhaal. Over God die de aarde, de bomen en de planten, de vissen en de dieren en uiteindelijk het eerste mensenpaar schiep. ‘Naar Gods beeld’. Adam en Eva krijgen twee opdrachten: ze moeten zich vermenigvuldigen en ze moeten ‘de baas zijn over de aarde, over de vissen en de vogels en de dieren, de planten en de bomen’. En opeens wist ik op welke partij ik dit jaar ga stemmen. Het is een partij waarbij de aarde en de dieren en de planten vooropstaan: de Partij voor de Dieren. Die partij wordt soms verweten een te eenzijdige focus te hebben. Maar die eenzijdige focus zie ik juist terug in Genesis 1. 

Over doorbomen over mijn keuze houd ik mij aanbevolen 😊