maandag 30 november 2020

Volmaakt (2)

"Wees volmaakt!" Jezus gebiedt het in de Bergrede en Hij bedoelt niet dat we volmaakt moeten zijn in rekenen of taal of sport of wat dan ook maar. Het gaat om volmaaktheid in liefde. Bij echte liefde draait het niet meer om je eigen 'ik' maar om je naaste, de ander. Niet alleen in de Bergrede, ook op veel andere plaatsen spreekt Jezus hierover. Met zijn eigen leven op aarde heeft hij laten zien wat dat inhoudt. Volmaakte liefde gaat altijd een paar stappen verder dan ''gewone" liefde. Als je alleen goed bent voor je eigen familie, dan is dat niks bijzonders. Maar als je goed bent voor mensen buiten je familie, dan onderscheid je je.

Op aarde had Jezus een aantal vrienden bij wie hij vaak thuis kwam, twaalf leerlingen en zijn eigen familie. Van deze mensen hield hij met een bijzondere liefde: Zo eerde hij zijn moeder hangend aan het kruis en was hij als leermeester niet autoritair maar diende hij zijn leerlingen. En hij deed meer en was ook vaak bij mensen waar op neergekeken werd: hoeren en tollenaars, op wie het één en ander aan te merken viel. Hij schaamde zich er niet voor om met hen gezien te worden. Maar ook daar bleef het niet bij, Jezus liet zien wat het betekent om volmaakt te zijn in de liefde: hij hield van zijn vijanden. Van mensen die niet van hem hielden en schamper over hem spraken.

Als er iets moeilijk is dan is het accepteren dat mensen je niet mogen en achter je rug om over je roddelen. Verdragen dat mensen je dood wensen, dat mensen je dood maken. Jezus deed het en heeft ons door zijn leven een voorbeeld gegeven van wat volmaakte liefde inhoudt: verdragen, vergeven en voorbede doen voor je vijanden.

maandag 23 november 2020

Volmaakt

 

‘Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is’. (Mattheüs 5:48)

 

‘Volmaaktheid’ is iets waar Nederlanders ambivalent tegenover staan, iets dat tegenstrijdige gevoelens en meningen oproept. Aan de ene kant is ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ typisch Nederlands. Wij steken immers nooit  ‘ons hoofd boven het maaiveld uit’. Maar aan de andere kant wordt dit van sporters juist wel vereist: als het Nederlands Elftal gewoon(tjes) presteert dan barst de kritiek los. Ook in Thialf  ziet iedereen het liefst dat persoonlijke records gebroken worden, dat schaats(t)ers naar het volmaakte streven. Irene Wüst en Sven Kramer zijn al jaren dé schaats-idolen om die reden.

‘Wees dus volmaakt, zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.’ Jezus zegt tegen zijn leerlingen dat ze volmaakt moeten zijn. Wat bedoelt hij? Is hij ook niet tegenstijdig? Want ergens anders zegt hij toch dat een leerling nederig moet zijn: ’Wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’ (Lucas 14:11) Iemand die naar volmaaktheid streeft wil toch steeds hoger? Niet steeds lager? En hoe zit het eigenlijk met Jezus zelf? Streefde hij naar volmaaktheid of was hij juist nederig? Wat bedoelt hij met ‘Wees volmaakt’?

Het verband waarin deze uitspraak staat brengt ook nu verheldering. Dat verband is de Bergrede: Jezus’ leefregels. Die regels gaan verder, hoger en dieper dan de Tien Geboden. Die regels draaien eigenlijk alleen maar om één ding: de liefde. Liefde tot God en liefde tot de naaste. Jezus vraagt van zijn leerlingen dat ze volmaakt zijn in de liefde. En een mens die daarnaar streeft beseft heel goed dat volmaaktheid in liefde soms vraagt om volmaaktheid in nederigheid. Echte liefde zoekt namelijk zichzelf niet maar is gericht op het belang van de ander. Soms betekent het belang van die ander zelf een stapje terugdoen.

maandag 16 november 2020

Begrafenis

 

Ik ben een laatbloeier, in veel opzichten. Op mijn dertigste verscheen Bernard in mijn leven met wie ik op mijn twee- en dertigste trouwde. Toen ik drie en dertig was kregen wij onze eerste dochter. Mijn moeder beviel op die leeftijd van haar vijfde dochter, dat geeft een beetje aan wat ik bedoel met laatbloeier. De nacht dat ik voor het eerst aan het bevallen was realiseerde ik me opeens dat ik weliswaar als predikant tientallen baby’s had gedoopt maar geen idee had gehad waar al die net bevallen moeders doorheen gegaan waren. Ynskje, de jonge vrouw van een boer, kwam al puffend op mijn netvlies: ”Dus dit heeft zij ook allemaal moeten doormaken.” Wat had ik altijd onnozel bij het doopvont gestaan terwijl diep respect op zijn plaats was geweest.

Iets dergelijks ervoer ik toen we als familie de begrafenis van mijn vader aan het voorbereiden waren. Vanmiddag om 13.00 gaan we hem naar zijn laatste rustplaats brengen. Als jonge predikante leidde ik destijds tientallen begrafenissen, was ik in gesprek met de familie, overlegde ik met de begrafenisondernemer. Ik ken het klappen van de zweep. Maar nu het om mijn eigen vader gaat komt alles opeens in een ander licht te staan. De afgelopen week ging ik intiemer dan ooit met mijn zussen en mijn moeder om. ‘Verdriet en dankbaarheid hand in hand kan enorme intimiteit geven’, las ik ergens. Net als toen ik aan het bevallen was realiseer ik me dat ik tot nu toe een buitenstaander was. Van het mysterie rond een begrafenis.

Onze jongste kleindochter van bijna vier beseft dat ze maandag iets buitengewoons gaat meemaken. Toen haar moeder haar vroeg: ”Wat vinden jullie van de begrafenis maandag?’ Antwoordde ze “uuuhhh gewoon. Verrassend. Ik weet nog niet wat het is”. Ze zal het gaan meemaken.  

maandag 9 november 2020

Contractpension

 

Bernard en ik wonen nu vijf weken op de ‘Utrechtse Heuvelrug’ in een zomerhuisje dat ooit ‘contractpension’ was. Utrechtse Heuvelrug is de term voor het heuvelige landschap in een deel van Utrecht en Noord-Holland. Het bos achter ons huisje grenst aan de hoogste heuvel die niet onderdoet voor heuvels in Zuid-Limburg: de ‘Amerongse berg’. In de twintigste eeuw werd deze streek daarom belangrijk voor toerisme en begon het er te wemelen van hotels en pensions. Pensions en hotels die na 1945 allemaal leegstonden en in verval raakten want er was geen geld en geen tijd voor toerisme en vakantie.

Nederland had na de oorlog wel te kampen met grote woningnood en een toestroom van de eerste vluchtelingen: Indonesische Nederlanders die uit het van Nederland onafhankelijke Indonesië moesten vertrekken. Die leegstaande pensions en hotels op de Utrechtse Heuvelrug bleken een prima huisvesting. De regering sloot contracten met de pensionhouders af voor de vluchtelingen en zo leek het een prachtige win-win situatie. Maar na vijf weken in zo’n huisje realiseer ik me dat het voor die mensen uit Indonesië helemaal geen win-win geweest moet zijn. Het huisje is idyllisch aan de buitenkant maar zelfs voor twee personen piepklein vanbinnen. Destijds was het steenkoud in de winter.  

Over drie weken gaan wij naar een ‘echt’ huis. Met meerdere verdiepingen; een woonkamer en keuken, studeerkamer, drie slaapkamers, badkamer, garage, tuinhuisje en tuin. Wat een luxe. Na twee maanden in de nauwe huisvesting van het ‘contractpension’ zal het straks op een vakantie in een sjiek hotel lijken. Een hotel waar we zelfs niet uit onze koffers hoeven te leven want het is voorzien van kasten op elke verdieping.

Corona levert ons allemaal veel beperkingen op, maar mensen die klein behuisd zijn zijn het slechtste af, dat leer ik in elk geval in deze tijd.

maandag 2 november 2020

Wow

 

‘Ik heb een gruwelijke hekel aan boodschappen doen’, bromde een oude man. Maar de vrouw naast hem zei: ’Dit is zo’n beetje het enige uitje dat nog toegestaan is, ik zou er maar iets leuks van maken.’ Ik grinnikte en dacht dat als ik deze mensen gekend had ik met hen in gesprek was gegaan. Want ik houd van boodschappen doen en sinds we niet meer in de Westereen wonen en keuze hebben uit vijf dorpen -op ongeveer dezelfde afstand- is het een ware uitdaging. Vanmorgen koos ik Scherpenzeel uit het aantal vijf: Leersum, Amerongen, Veenendaal, Renswoude en Scherpenzeel. Maar het verschil met boodschappen doen bij de Aldi in de Westereen is dat er hier alleen vreemden rondlopen.

Ik parkeerde tegelijk met een oudere man, deed mijn mondkapje op, zocht boodschappentassen bij elkaar en stapte uit. Hij bleef zitten in de houding van een vertegenwoordiger, ik zag hem door het raam heen aantekeningen maken. Hij zwaaide naar me toen ik langsliep. We kwamen tegelijkertijd terug bij onze auto’s. Hij was blijkbaar later toch uitgestapt en niet helemaal meer een vreemde, dus flapte ik eruit: ‘Ben u vertegenwoordiger?’ Stralende lach van zijn kant: ‘Ja zeker, hier…’, hij deed een greep in de doos onder zijn arm: ’Ik doe in chocola, deze reep krijgt u van mij.’

Verbouwereerd bekeek ik de reep die er meer als een artistiek kunstwerkje uitzag dan chocola. ‘Helemaal handgemaakt in Nederland en ook helemaal Fair Trade’, zijn trots blik verraadde een goede vertegenwoordiger. ‘En in welke winkels worden die repen verkocht’, vroeg ik. ‘Bij Primera, we zijn nog maar een paar maanden bezig maar het loopt goed’. ‘Daar ga ik reclame voor maken’, beloofde ik, want ik ben net verhuisd uit een Fries Dorp waar ook een Primera is.

Op het label las ik “Wowcacao” 😊