maandag 16 november 2020

Begrafenis

 

Ik ben een laatbloeier, in veel opzichten. Op mijn dertigste verscheen Bernard in mijn leven met wie ik op mijn twee- en dertigste trouwde. Toen ik drie en dertig was kregen wij onze eerste dochter. Mijn moeder beviel op die leeftijd van haar vijfde dochter, dat geeft een beetje aan wat ik bedoel met laatbloeier. De nacht dat ik voor het eerst aan het bevallen was realiseerde ik me opeens dat ik weliswaar als predikant tientallen baby’s had gedoopt maar geen idee had gehad waar al die net bevallen moeders doorheen gegaan waren. Ynskje, de jonge vrouw van een boer, kwam al puffend op mijn netvlies: ”Dus dit heeft zij ook allemaal moeten doormaken.” Wat had ik altijd onnozel bij het doopvont gestaan terwijl diep respect op zijn plaats was geweest.

Iets dergelijks ervoer ik toen we als familie de begrafenis van mijn vader aan het voorbereiden waren. Vanmiddag om 13.00 gaan we hem naar zijn laatste rustplaats brengen. Als jonge predikante leidde ik destijds tientallen begrafenissen, was ik in gesprek met de familie, overlegde ik met de begrafenisondernemer. Ik ken het klappen van de zweep. Maar nu het om mijn eigen vader gaat komt alles opeens in een ander licht te staan. De afgelopen week ging ik intiemer dan ooit met mijn zussen en mijn moeder om. ‘Verdriet en dankbaarheid hand in hand kan enorme intimiteit geven’, las ik ergens. Net als toen ik aan het bevallen was realiseer ik me dat ik tot nu toe een buitenstaander was. Van het mysterie rond een begrafenis.

Onze jongste kleindochter van bijna vier beseft dat ze maandag iets buitengewoons gaat meemaken. Toen haar moeder haar vroeg: ”Wat vinden jullie van de begrafenis maandag?’ Antwoordde ze “uuuhhh gewoon. Verrassend. Ik weet nog niet wat het is”. Ze zal het gaan meemaken.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten