maandag 9 november 2020

Contractpension

 

Bernard en ik wonen nu vijf weken op de ‘Utrechtse Heuvelrug’ in een zomerhuisje dat ooit ‘contractpension’ was. Utrechtse Heuvelrug is de term voor het heuvelige landschap in een deel van Utrecht en Noord-Holland. Het bos achter ons huisje grenst aan de hoogste heuvel die niet onderdoet voor heuvels in Zuid-Limburg: de ‘Amerongse berg’. In de twintigste eeuw werd deze streek daarom belangrijk voor toerisme en begon het er te wemelen van hotels en pensions. Pensions en hotels die na 1945 allemaal leegstonden en in verval raakten want er was geen geld en geen tijd voor toerisme en vakantie.

Nederland had na de oorlog wel te kampen met grote woningnood en een toestroom van de eerste vluchtelingen: Indonesische Nederlanders die uit het van Nederland onafhankelijke IndonesiĆ« moesten vertrekken. Die leegstaande pensions en hotels op de Utrechtse Heuvelrug bleken een prima huisvesting. De regering sloot contracten met de pensionhouders af voor de vluchtelingen en zo leek het een prachtige win-win situatie. Maar na vijf weken in zo’n huisje realiseer ik me dat het voor die mensen uit IndonesiĆ« helemaal geen win-win geweest moet zijn. Het huisje is idyllisch aan de buitenkant maar zelfs voor twee personen piepklein vanbinnen. Destijds was het steenkoud in de winter.  

Over drie weken gaan wij naar een ‘echt’ huis. Met meerdere verdiepingen; een woonkamer en keuken, studeerkamer, drie slaapkamers, badkamer, garage, tuinhuisje en tuin. Wat een luxe. Na twee maanden in de nauwe huisvesting van het ‘contractpension’ zal het straks op een vakantie in een sjiek hotel lijken. Een hotel waar we zelfs niet uit onze koffers hoeven te leven want het is voorzien van kasten op elke verdieping.

Corona levert ons allemaal veel beperkingen op, maar mensen die klein behuisd zijn zijn het slechtste af, dat leer ik in elk geval in deze tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten