maandag 25 juni 2018

Koopzondag


“Mijn opa was zo fanatiek, op zondag mocht je zelfs niet op de fiets naar de kerk. Alleen lopend. Hij heeft om die reden eens iemands banden laten leeglopen.” Ik schiet in de lach, maar hij gaat verder: ”Godsdienstfanatisme noem ik dat.” De zestigjarigen en ouder onder ons (ik dus ook) kunnen er over meepraten: wat er allemaal niet mocht op zondag: niet breien, wel borduren. Niet voetballen in een team, alleen een balletje trappen in de tuin. Ik mocht geen huiswerk maken en mijn moeder hing nooit de was buiten op zondag. Verder ging het bij ons niet. Ik heb er dan ook geen trauma aan overgehouden zoals het kleinkind van de fanatieke opa. Die heeft inmiddels kerk en christen-zijn vaarwel gezegd: teveel regels die hem niet aanstaan. 

Maar is het waar dat het christendom bol staat van de regels? In de Tien Geboden staat niks over fietsen, huiswerk maken of breien. Wel gaat het daar over ‘de zevende dag van de week die geheiligd moet worden’. Dan hoeft er niet gewerkt te worden, door niemand. Dan mag iedereen rust houden en genieten van het leven. Op zondag krijgt een mens welverdiende rust van God. Net zoals Hij zelf rustte na zes dagen schepping. Dat is dus iets om blij van te worden. Want wie wil er nu niet genieten? Nederlanders werken overigens al lang geen zes dagen meer. Vijf dagen en dan acht uur per dag, dat is de norm. Op zaterdag kan er naar harte lust gewinkeld worden en op zondag? Dan mag een mens leren dat je ook kunt genieten zonder winkels. In de natuur bijvoorbeeld. In Dantumadeel is het prachtig wandelen en fietsen en omdat de winkels daar op zondag gesloten blijven kunnen mensen er echt genieten. Wij dus.

Leve de e-bike!

maandag 18 juni 2018

Leeftijd


Afgelopen week stond Facebook er bol van: foto’s van rugtassen onderaan vlaggenstokken aan huizen. “Wat betekent dat?” vroeg een bevriende Somalische me. “Dat betekent dat er iemand in dat huis geslaagd is voor het examen.” Ik herinner mijzelf nog de meimaand van 1976, net zo warm en zonnig als dit jaar: het jaar waarin ik eindexamen deed en op kamers in Groningen ging wonen. “Daar achter het examen ligt de vrije maatschappij”, zongen wij in de eindexamenklas. En ik voelde tot in de toppen van mijn tenen: nu ligt het leven voor me, nu mag ik er helemaal zelf uithalen wat er in zit, zonder de controle van mijn ouders. Het gevoel van een 18 jarige die het huis uitgaat.

Maar onlangs werd ik 60. En daar hoort een heel ander gevoel bij. Geen slecht gevoel, wel anders. De oma naar wie ik vernoemd werd is 59 geworden. Ik heb haar dus al ingehaald. In Kenia is de gemiddelde levensverwachting 62 maar in Nederland ben je nog lang niet oud als je 62 bent want daar is de gemiddelde levensverwachting 81. Vlak voor mijn verjaardag dacht ik: ”Oef, ik ben straks geen vijftiger meer.” Maar vrijwel direct erna: ”Maar in elk geval ook nog lang geen 70.” De meeste mensen willen zo lang mogelijk zo jong mogelijk blijven, of in elk geval lijken. 

God gaat heel anders met menselijke leeftijd om. Mozes, de belangrijkste figuur van het Oude Testament, was 80 jaar toen hij de eigenlijke roeping van zijn leven kreeg. Mozes zelf vond dat ook een beetje te oud en verwachtte er niet zoveel van. Maar op de één of andere manier was dat precies de gesteldheid die God wilde: iemand die niet zoveel van zichzelf meer verwacht maar al zijn hoop en verwachting op God alleen richt.




maandag 11 juni 2018

God beloont (4)


“Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.”                                           Hebreeën 11:6

In een vorige blogje heb ik “God-zoekers” vergeleken met ‘goudzoekers’. Nu zijn er inderdaad overeenkomsten. Maar er is één groot verschil. Goud dat gevonden is kun je vastpakken, smelten, zuiverder maken en omvormen tot iets wat jezelf graag wilt. Dat kan allemaal niet met God, want God is Geest. Hij is onzichtbaar voor het menselijk oog. En dat maakt het zoeken naar Hem moeilijker dan het zoeken naar goud. Want wanneer weet je nu of je Hem echt gevonden hebt?

In het Oude Testament geloofde Mozes dat Hij God echt gevonden had en dat God aan hem de Tien Geboden zou geven op de berg Sinaï. Het volk Israël moest beneden bij de berg op hem wachten. Maar dat duurde hen te lang. Toch verlangen zij naar de aanwezigheid van God. En wat deden ze? Al het goud dat -in wat voor vorm dan ook maar- voorhanden was werd verzameld, gesmolten en gevormd tot het beeld van een Gouden Kalf. Een zichtbare God. Mozes was daar niet blij mee en bijna verspeelde het volk daarna het recht op de Tien Geboden. 

Ook vandaag vinden mensen het moeilijk om met een onzichtbare God te leven. “Eerst zien, dan geloven”, is de mening van velen. Ook dat zie je in de bijbel terug. Als Jezus zich vertoont aan alle leerlingen minus Thomas gelooft deze hun getuigenis niet. Jezus weet dat en verschijnt nog een keer, apart voor hem. En dan doet Hij zijn beroemde uitspraak: ”Zalig zijn zij die niet gezien hebben en toch geloven.” (Johannes 20:28) Want geloven in Jezus Christus, de levende Zoon van de onzichtbare God, en doen wat Hij vraagt, geeft een mens het echte leven.





dinsdag 5 juni 2018

God beloont (3)


“Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.”                                           Hebreeën 11:6

Veertig jaar geleden werd ik christen en las ik deze tekst voor de eerste keer bewust. Ik weet nog heel goed dat het woord ‘beloner’ er uit sprong. Tot dat moment was God voor mij vooral de God van de regels, de geboden en de verboden die ik zo goed mogelijk moest houden. Door het woord ‘beloning’ werd het opeens veel aantrekkelijker om in God te geloven. “Je wordt er in elk geval altijd beter van, want God heeft zijn beloningen klaar liggen.” Zo dacht ik toen. Ik had zelf die beloningen ook al ingevuld. Ik zou ongetwijfeld af gaan studeren met een mooie lijst, die beloning had ik wel verdiend. En dan zou er inmiddels ook een aardige echtgenoot zijn verschenen. Natuurlijk hoorde een mooi huis om daar samen in te wonen ook bij het lijstje. Huisje, boompje, beestje en een goede gezondheid: ik ging er gewoon van uit dat God mij hiermee zou belonen, ik hield me immers strikt aan elk gebod en verbod?

Maar het liep allemaal heel anders. Die aardige echtgenoot liet meer dan tien jaar op zich wachten bijvoorbeeld. Eigenlijk had ik al opgegeven hem ooit te ontmoeten. Het was een bittere pil die ik had geslikt: ”Okay, Heer, ook als ik alleen moet blijven wil ik u nog steeds volgen.” Ik volgde Hem en kwam in Hantum als dorpsdominee terecht. Van ‘huisje, boompje, beestje’ was alleen het huis, een grote oude pastorie, werkelijkheid geworden. Toch was ik niet ongelukkig. In die oude pastorie was ik eenzaam, maar niet alleen. Elke keer als een preek weer gelukt was voelde ik het: als een onzichtbare Vriend is Jezus bij me. En ik realiseerde me dat juist dat de beloning was die Hij belooft aan ieder mens die ernstig naar God op zoek gaat: zijn voortdurende nabijheid!