maandag 29 januari 2018

Waarom zou ik naar de kerk gaan? (2)

Verrassend, al die reacties op de vraag van vorige week. Kerkgang is in elk geval een onderwerp dat mensen beweegt om in de pen te klimmen.
“Weet jij eigenlijk wat het woord ‘kerk’ betekent?”, vroeg ik aan iemand. “Geen idee”, was het response waaraan hij toevoegde: ”Ik houd  eigenlijk ook niet zo van het woord ‘kerk’, ‘gemeente’ is veel mooier.  Daar is natuurlijk wat voor te zeggen want  ‘kerk’ roept snel het beeld op van ‘kerkgebouw’. Maar ‘kerk’ komt van het Griekse ’kyrios’, ‘Heer’. Naar de kerk gaan is dus eigenlijk ‘naar de Heer gaan’. Best iets om eens over te peinzen: Waarom zou je naar de Heer gaan?

Twee van Jezus’ eerste leerlingen vragen Hem, als ze Hem voor de eerste keer tegenkomen: ”Waar verblijft U?” Jezus antwoordt dan: ”Kom en je zult het zien”. Vervolgens blijven ze de hele dag bij Hem. Niet een uur, niet anderhalf uur, niet twee uur, maar de hele dag. En Jezus is degene die hen daarvoor uitgenodigd heeft. Hij wilde dat blijkbaar graag. Aan het einde van Jezus’ leven, vlak voor zijn kruisiging, is er opnieuw een moment dat Hij graag wil dat een paar van zijn leerlingen bij Hem blijven, in de hof van Getsemane. Dat doen ze, maar het blijkt te moeilijk voor ze om wakker te blijven, ze vallen in slaap, ze maken niet mee wat Jezus doormaakt.

“Waarom zou ik naar de Heer (dus naar de kerk) gaan?” Omdat de Heer daarnaar verlangt. Zoals Hij daar tweeduizend jaar geleden naar verlangde. Tussen al die reacties was er maar één vrouw die door de ogen van Jezus naar ‘kerkgang’ kijkt: ”Als ik niet naar de kerk ben geweest, voelt het toch niet goed. Hij is er altijd voor ons maar wij niet voor Hem.”

maandag 22 januari 2018

Waarom zou ik naar de kerk gaan?

Waarom zou ik naar de kerk gaan?” is de titel van een boek dat vroeger in de studeerkamer van mijn vader lag en dat nu ergens in ons huis aan de Balstien rondslingert. Mijn antwoord op die vraag was destijds: ”Ik ga naar de kerk, twee keer per zondag, omdat het moet, van mijn ouders.” Ik weet dat dat voor veel mensen zo was. (Niet altijd twee, maar in elk geval wel één keer per zondag.) In het huis van mijn ouders was (en is) kerkgang ‘een gewoonte’ waar niet over gediscussieerd werd. Mijn vader was per slot van rekening predikant en het zou een mooie boel worden als zijn dochters niet van de partij waren op zondagmorgen. Kinderen en echtgenoten van predikanten zijn dus niet de goede mensen om die vraag aan te stellen, want voor hen zit er een zeker ‘moeten’ in de kerkgang.

Maar als ik u, die dit leest, de vraag zou stellen: Waarom gaat u naar de kerk? Wat is dan het antwoord? Eigenlijk ben ik daar best benieuwd naar. En om die reden hoop ik hier vaker op maandag over te bloggen. Als u  een verrassende reden heeft om zondagsmorgens niet uit te slapen, niet hard te rennen, niet tv te kijken, maar naar de kerk te gaan, dan hoor ik dat graag. Want ‘omdat het nu eenmaal mijn gewoonte is’, is een hele magere reden, toch? Sinds anderhalf jaar ga ik overigens zelf wel weer met de regelmaat van de klok naar de kerk op zondag en het is wonderlijk wat dat met me doet. Want in plaats van ‘saaie sleur’ maakt juist dat uurtje (nou ja, die anderhalf uur) van de zondag een hele andere dag dan de overige zes! Dat is mooi meegenomen toch? 

maandag 15 januari 2018

Feit of fictie?

Het lijkt steeds moeilijker te worden om elkaar in het dagelijks leven te ontmoeten. Het is vaak lastig feiten en verzinsels van elkaar te onderscheiden. We moeten niet zoeken naar een groter 'ik' maar naar een breder 'wij'.”

Zomaar een paar zinnen uit de kersttoespraak van koning Willem Alexander. De teneur was dat Nederlanders steeds minder dingen samendoen, dat kerk en verenigingen aan het wegvallen zijn en dat het meer en meer ‘ieder voor zich’ wordt. Net als de koning vind ik dat jammer. De Westereen heeft er overigens niet zoveel last van, want daar bloeit het kerkelijk- en voetballeven nog. In Leusden was het naar mijn beleving anders. Maar dat is een vooroordeel, bleek onlangs, tijdens een vrij weekend.

Nadat we in Leusden familie en kennissen hadden bezocht vroeg Bernard: ”Zullen we nog even naar onze oude kringloop gaan.” Zoiets hoef je mij nooit voor een tweede keer te vragen en kort daarna verschanste hij zich tussen de boeken en ging ik op zoek naar kleren. Na een half uurtje waren we klaar en liet ik hem mijn vondsten zien, hij mij de zijne: ”Kijk eens, acht boeken van Maarten Toonder voor tien euro.” Vlak bij ons stond een man die meeluisterde: ”Als u dat mooie boeken vindt dan heb ik er nog wel een paar, een hele doos zelfs, die kunt u zo voor niks bij mij ophalen.” “Dan moet dat nu, want wij gaan straks weer terug naar Friesland”, stamelde Bernard. “Nou, dan rijdt u maar achter me aan”, zei hij uitnodigend. In zijn huis in Leusden kregen we thee met een stroopwafel en we reden terug met een doos vol Olie B. Bommels.

Maarten Toonders’ boeken zijn fictie, dit verhaal een feit: In Leusden wonen ook mensen voor wie ‘wij’ belangrijker is dan ‘ik’.   

maandag 8 januari 2018

Lievelingsrestaurant

De kerk is op zijn retour, kerkdiensten zoals onze grootouders en ouders ze meemaakten zullen verdwijnen. Mensen komen veel liever samen in de huiskamer om daar te praten over de bijbel in plaats van een uur of nog langer stil te zitten en te luisteren…

Ik zit in de kerk, terwijl ik luister naar mijn eigen man. Van tevoren had hij mij verteld waar de preek over zou gaan en omdat ik een griepje aan voel komen blijf ik bijna in bed. Omdat ik solidair met hem wil zijn ga ik toch en zit te luisteren. Inderdaad, zonder dat ik of iemand anders iets terug mag zeggen. Gewoon te luisteren, om me heen te kijken en mee te zingen. Mooi eigenlijk, dat samen zingen, bedenk ik me. Tijdens de preek gebeurt er iets. Ik kan nog steeds niet precies thuisbrengen wat, maar iets in me verandert. Ik kijk naar de beamer, hoor de stem van mijn  man, laat de tekst een beetje tot me doordringen, kijk opnieuw om me heen en zie mensen aandachtig luisteren. Mooi eigenlijk dat er nu niemand de preek onderbreekt. Dat we gewoon samen luisteren en de woorden van de bijbel tot ons door laten dringen.

Opeens komt er een vergelijking in me op: als mensen samen naar een restaurant gaan gebeurt er hetzelfde. Zodra het bestelde menu wordt binnengebracht verstommen de stemmen en begint het proeven, happen, kauwen en doorslikken. “Mmm, heerlijk!”, en “Verrukkelijke soep”, meer komt er dan niet uit. Het gaat om het eten. Niet te snel, maar bedachtzaam. Alle smaken tot je door laten dringen. Niet te veel praten. Gewoon genieten. En thuisgekomen merken dat dat heerlijke eten je goed gedaan heeft.

“Alleen van brood kan een mens niet leven. Maar hij leeft van elk woord dat God spreekt.”

maandag 1 januari 2018

Gelukkig Nieuw Jaar?

Maandag 1 januari 2018, de 7 van 2017 is een 8 geworden.

Het kost mij altijd een paar weken om daaraan te wennen. Maar na tientallen jaren weet ik dat een jaar zomaar om is en het dan op 1 januari weer allemaal van voren af aan begint. De dagen gaan lengen, eind februari verschijnen de sneeuwklokjes, de eerste lammetjes worden geboren, de lente kondigt zich aan en de natuur en de mensen bloeien. In de zomer is dan voor een paar maanden het leven uitbundig en dan gaat het weer bergafwaarts richting herfst. Kortere dagen, op naar de winter, het langdurige binnen-zitten, de Feestdagen: van Sinterklaas tot en met Oudejaarsavond. En dan opnieuw -het woord zegt het al -Nieuwjaarsdag. Een voortdurende cyclus die sneller lijkt te gaan naarmate ik ouder word. Elk volgend jaar lijkt op een vorig, want het is steeds dezelfde kringloop. Dat maakt mij soms somber. “Gelukkig Nieuw Jaar”, hoor je overal om je heen. “Hoe zo nieuw?”, denk ik dan, “Het is toch elk jaar hetzelfde liedje?”

Om die sombere stemming te verdrijven besloot ik Psalm 103 te lezen want die Psalm roept op om toch vooral dankbaar te zijn: “Loof de Heer, mijn ziel, en al wat in mij is zijn heilige naam…” Ik ken de Psalm vrijwel uit het hoofd maar één regel sprong eruit: ”Die uw ziel verzadigt met het goede, zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend. “Wow”, dacht ik: ”De Heer is wel bij machte iets nieuws te doen. Eigenlijk wist ik dat wel, de hele bijbel is er vol van: ”Denk niet alleen aan wat er gebeurd is. Kijk niet alleen terug naar het verleden. Want Ik ga iets nieuws doen”, profeteert Jesaja.

En daarom voor al mijn blog-lezers:

Verrassend Nieuw Jaar!