“Waarom zou ik naar de kerk gaan?” is de
titel van een boek dat vroeger in de studeerkamer van mijn vader lag en dat nu
ergens in ons huis aan de Balstien rondslingert. Mijn antwoord op die vraag was
destijds: ”Ik ga naar de kerk, twee keer per zondag, omdat het moet, van mijn
ouders.” Ik weet dat dat voor veel mensen zo was. (Niet altijd twee, maar in
elk geval wel één keer per zondag.) In het huis van mijn ouders was (en is)
kerkgang ‘een gewoonte’ waar niet over gediscussieerd werd. Mijn vader was per
slot van rekening predikant en het zou een mooie boel worden als zijn dochters
niet van de partij waren op zondagmorgen. Kinderen en echtgenoten van
predikanten zijn dus niet de goede mensen om die vraag aan te stellen, want
voor hen zit er een zeker ‘moeten’ in de kerkgang.
Maar
als ik u, die dit leest, de vraag zou stellen: Waarom gaat u naar de kerk? Wat
is dan het antwoord? Eigenlijk ben ik daar best benieuwd naar. En om die reden
hoop ik hier vaker op maandag over te bloggen. Als u een verrassende reden heeft om zondagsmorgens
niet uit te slapen, niet hard te rennen, niet tv te kijken, maar naar de kerk
te gaan, dan hoor ik dat graag. Want ‘omdat het nu eenmaal mijn gewoonte is’,
is een hele magere reden, toch? Sinds anderhalf jaar ga ik overigens zelf wel
weer met de regelmaat van de klok naar de kerk op zondag en het is wonderlijk
wat dat met me doet. Want in plaats van ‘saaie sleur’ maakt juist dat uurtje
(nou ja, die anderhalf uur) van de zondag een hele andere dag dan de overige
zes! Dat is mooi meegenomen toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten