maandag 29 april 2019

Oudemirdum


-Supermooie dag gehad in Lissabon!

-Genieten in Barcelona!

-Op naar Bali!

De zinnetjes worden steeds kleiner maar de vakantieoorden exotischer als ik de foto’s op de Facebookpagina’s van vrienden en bekenden mag geloven. Nooit geweten dat Friezen zo reislustig zijn. Voor veel oudere dames in de Westereen -dan heb ik het over 80+- is een busreis naar Italië een standaard jaarlijks uitje. Jongere Westereenders gaan backpacken: Australië, Azië, China: alles in één ademtocht. Bali wordt gewoon even meegepakt. Want de hele wereld ligt binnen handbereik tegenwoordig. Zelfs tieners en middelbare scholieren kunnen zich al gauw (na bijvoorbeeld een tijdje hard werken in de supermarkt) een verre reis veroorloven. En ver weg is gewild: want ver is buiten Friesland en spannend en nieuw.

In februari gaven Bernard en ik ook even toe aan die horizon verbreding: Mallorca mag voor een backpacker een lachertje zijn, voor ons was het exotisch en zonnig en om dat laatste was het ons vooral te doen. Maar nu het ook in Friesland elke dag zonniger en groener en mooier wordt hoef ik niet meer ver weg. Eigenlijk hoef ik helemaal niet weg want onze achtertuin is een botanisch avontuur op zichzelf. Maar ‘er even uit’ schijnt goed te zijn voor lichaam en ziel en dus hebben we de Kip van stal gehaald, schoongemaakt, ingeruimd en vastgekoppeld en zijn we op weg gegaan: helemaal naar Oudemirdum in Gaasterland. Gaasterland ligt niet over de grens, zelfs niet over de grens tussen Holland en Friesland. Het is de bosrijke omgeving in Zuidwest Friesland. Voor ons op het moment dat ik dit schrijf trouwens alleen van horen zeggen. Want wij zijn er nog nooit geweest.

-We zijn benieuwd!

Dat wordt mijn zinnetje op Facebook. 


maandag 22 april 2019

Trauma


“Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ”Ik wens jullie vrede!” Na deze woorden toonde hij hen zijn handen en zijn zijde.”

In drie zinnen legt Johannes het Paasevangelie uit en ook Goede Vrijdag ligt erin besloten. De laatste twee zinnen is waar het allemaal om draait: ”Ik wens jullie vrede!” Na deze woorden toonde hij hen zijn handen en zijn zijde.”

De opgestane Heer komt bij mensen die hem drie jaar lang gevolgd waren, die zijn handen aan het werk gezien hadden: breken van brood, aanraken van zieken, zegenen van kinderen, opheffen naar de hemel als een gebed tot zijn Vader, uitnodigend uitstrekken als een welkom gebaar. Handen zijn het meest kostbare instrument van een menselijk lichaam. Maar die handen waren doorboord geweest met spijkers en verscheurd aan een kruis. Een aantal van die leerlingen had met eigen ogen gezien hoe Jezus aan dat kruis gestorven was. En hun leven was één groot vraagteken geworden: waarom?

”Ik wens jullie vrede!” Na deze woorden toonde hij hen zijn handen en zijn zijde.” De spijkers waren weggehaald, de wonden zichtbaar en Jezus wilde dat zij die zagen. Het verscheurend lijden was voorbij, een trauma (wond) achtergebleven. Jezus’ trauma betekent vergeving en vrede voor zijn leerlingen en ook voor ons. Waarom kan God niet zomaar vergeven en is er een hele lijdensweg voor nodig? Met zijn verwonde handen geeft Jezus het antwoord, alsof hij zegt: Kijk, ik heb jullie afwijzing en haat helemaal op me genomen, het heeft een trauma achtergelaten. Maar ik strek mijn handen nog steeds uit als een welkom gebaar want ik wil niets liever dan in jullie midden zijn.


maandag 15 april 2019

Kwaad gerucht


Jaren geleden deed een oude predikant de ronde in zijn gemeente. Hij kende iedereen: de vromen, de minder vromen, de randkerkelijken, oud en jong. Zijn eerste bezoek was bij een oude vrouw. Zeer vroom, miste nooit de kerkgang, deed altijd ruim in de collectezak. Ze schonk de dominee een kopje koffie in, ging zitten en stak van wal: ”Dominee, er moet mij iets van het hart, ik ben toch zo verschrikkelijk zondig.” Ze nipte aan haar kopje en keek hem aan met een bedeesde blik. Hij raakte de koffie niet aan, ging staan en knikte eenstemmig: ”Ja, dat heb ik ook gehoord.” Waarop zij bijna haar kopje omgooide en met nauwelijks genoeg adem fluisterde: ”O ja? Van wie??” 

“Zonde” is een woord dat thuishoort in een gedegen preek. In het gewone leven gebruiken we het als er een kopje stukvalt: “Zonde!” Die oude vrouw was in theorie graag heel zondig. Om als grote zondares bij iedereen te boek te staan was een heel ander verhaal. Maar laat dat nu het verhaal van de bijbel zijn. Die dominee kende zijn bijbel. Hij had het niet van een gemeentelid gehoord, maar wel van Paulus: ”Want álle mensen doen verkeerde dingen en daardoor leeft niemand dicht bij God.” Alle mensen in de wereld zijn als stukgevallen kopjes. Niemand voldoet aan het prachtige oorspronkelijke plan van God met de mensheid. Jammer. Heel jammer. Maar Paulus gaat verder: ”Maar God vergeeft de zonden van iedereen die gelooft in Jezus Christus. Zo goed wil God voor ons zijn.” (Romeinen 3)

Daarom mag niemand meer prat gaan op zijn ‘grote zonden’ en moeten we ophouden kwade geruchten over elkaar (s zonden) te verspreiden. Het is namelijk pas echt zonde -heel jammer- wanneer Jezus Christus, onze  Grote Verlosser niet alle eer en dankbaarheid krijgt.


maandag 8 april 2019

Toeval


Gesprek dat begint onder vier ogen, zij komt af en toe in de kerk: ”Mijn man houdt mij niet tegen maar gelooft zelf niet echt meer.” Wanneer hij bij ons komt zitten is het einde gesprek onder vier ogen. “U hebt niet zoveel met het geloof, zegt uw vrouw.” “Dat klopt.” Ik: ”Maar iemand gelooft toch altijd wel in iets?” Hij: ”Ik niet.” Ik: ”Maar hoe kan dat dan”? Hij: ”Ik geloof in het toeval.”

Daar sta je dan als afgezant van de kerk. Als afgezant van de Heer in wie je gelooft dat Hij leeft, dat Hij je leven leidt, dat Hij alles in zijn hand heeft, zowel het goede als kwade. “Dus het is toevallig dat deze vrouw jouw vrouw is.” Hij: ”Dat klopt. Ik: ”Dus ik had net zo goed met jou getrouwd kunnen zijn.” Hij: ”Ja.” (Totaal verbijsterde) ik:”Nou, ik ben blij dat ik met Bernard Terlouw ben getrouwd en dat is voor mij één van de grote bewijzen dat het leven inderdaad soms toeval mag lijken maar dat het bestuurd wordt door iemand Hoger en Groter. Stilte. “Mooi dat u het zo ziet, ik zie het anders.” 

Nog dagen daarna denk ik aan dit gesprek en overdenk ik het woord. “Toeval”: het valt je toe. Het overkomt je. De ontmoeting met Bernard Terlouw is mij overkomen. Ongepland, niet zelf bedacht, niet zelf geregeld. Maar intussen wel zeer bepalend voor de loop van mijn leven. Veel dingen die gebeuren worden door onszelf bepaald. Bernard en ik hebben een gezamenlijke agenda: planning is orde. Maar planning alleen is heel mager. Dat wat mij onverwacht toevalt is vaak het allermooiste. Dus eigenlijk geloof ik ook in toeval. Maar dan wel in toeval met een hoofdletter: Dat wat van hogerhand voor mij bedacht is en mij wordt aangereikt.

maandag 1 april 2019

Spiegeltje


Bernards oma is heel oud geworden, ver over de 90. Toen ze stierf woonden wij in Kenia, ver weg bij haar vandaan. Wij gingen in die tijd alleen in de zomervakantie naar Nederland. Daar bleken we verzekerd te zijn ‘in het geval van overlijden van een naast familielid’ en dus vlogen we ook in de herfst terug. Om oma de laatste eer te bewijzen.

Oma woonde ongeveer haar hele leven in Zeist. Wijzelf -voor het Kenia avontuur- ook een paar jaar. We arriveerden destijds in Zeist met één kind, de twee andere zijn daar geboren. Vaak ging ik even bij oma langs, met één kind op de fiets of met drie in de auto. Mooie herinneringen heb ik daaraan. “Moet je eens zien wat ik kreeg”, vertelde oma me een keer. Ze liet me een wit kartonnetje zien waarop in dikke zwarte letters Johannes 3:16 stond: ”Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft op dat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga maar eeuwig leven heeft.” Onder die -overbekende- tekst stond in kleine letters: Aan de voorkant zie je van wie God zoveel houdt. “Draai het kaartje maar om”, zei oma met een lachje en toen keek ik recht in mijn eigen gezicht want de voorkant was een spiegeltje. “Mooi he?”, zei ze verrukt.

Oma was heel oud toen ze het schuchter tot zich door liet dringen: God houdt ook van mij. Hoe ouder een mens wordt, des te moeilijker het wellicht is om dat echt te geloven, want waarom zou God in de vredesnaam houden van onvolmaakte, vervelende, zeurderige mensen? De kerk van Jezus Christus bestaat als antwoord op die vraag: ”Vrede zij u!” sprak Jezus na zijn opstanding. En Hij toonde zijn leerlingen zijn doorboorde handen.