Bernards
oma is heel oud geworden, ver over de 90. Toen ze stierf woonden wij in Kenia,
ver weg bij haar vandaan. Wij gingen in die tijd alleen in de zomervakantie
naar Nederland. Daar bleken we verzekerd te zijn ‘in het geval van overlijden
van een naast familielid’ en dus vlogen we ook in de herfst terug. Om oma de
laatste eer te bewijzen.
Oma woonde ongeveer haar hele leven in Zeist. Wijzelf -voor
het Kenia avontuur- ook een paar jaar. We arriveerden destijds in Zeist met één
kind, de twee andere zijn daar geboren. Vaak ging ik even bij oma langs, met één
kind op de fiets of met drie in de auto. Mooie herinneringen heb ik daaraan. “Moet
je eens zien wat ik kreeg”, vertelde oma me een keer. Ze liet me een wit
kartonnetje zien waarop in dikke zwarte letters Johannes 3:16 stond: ”Want
alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft
op dat een ieder die in Hem gelooft niet verloren ga maar eeuwig leven heeft.”
Onder
die -overbekende- tekst stond in kleine letters: Aan de voorkant zie je van wie
God zoveel houdt. “Draai het kaartje maar om”, zei oma met een lachje en toen
keek ik recht in mijn eigen gezicht want de voorkant was een spiegeltje. “Mooi
he?”, zei ze verrukt.
Oma was heel oud toen ze het schuchter tot zich door
liet dringen: God houdt ook van mij. Hoe ouder een mens wordt, des te
moeilijker het wellicht is om dat echt te geloven, want waarom zou God in de
vredesnaam houden van onvolmaakte, vervelende, zeurderige mensen? De kerk van
Jezus Christus bestaat als antwoord op die vraag: ”Vrede zij u!” sprak Jezus na
zijn opstanding. En Hij toonde zijn leerlingen zijn doorboorde handen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten