“Op de avond van die eerste dag van de
week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze
bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ”Ik wens jullie
vrede!” Na deze woorden toonde hij hen zijn handen en zijn zijde.”
In drie zinnen legt Johannes het
Paasevangelie uit en ook Goede Vrijdag ligt erin besloten. De laatste twee zinnen
is waar het allemaal om draait: ”Ik wens
jullie vrede!” Na deze woorden toonde hij hen zijn handen en zijn zijde.”
De
opgestane Heer komt bij mensen die hem drie jaar lang gevolgd waren, die zijn
handen aan het werk gezien hadden: breken van brood, aanraken van zieken, zegenen
van kinderen, opheffen naar de hemel als een gebed tot zijn Vader, uitnodigend
uitstrekken als een welkom gebaar. Handen zijn het meest kostbare instrument
van een menselijk lichaam. Maar die handen waren doorboord geweest met spijkers
en verscheurd aan een kruis. Een aantal van die leerlingen had met eigen ogen gezien
hoe Jezus aan dat kruis gestorven was. En hun leven was één groot vraagteken
geworden: waarom?
”Ik wens jullie vrede!”
Na deze woorden toonde hij hen zijn handen en zijn zijde.” De spijkers
waren weggehaald, de wonden zichtbaar en Jezus wilde dat zij die zagen. Het verscheurend
lijden was voorbij, een trauma (wond) achtergebleven. Jezus’ trauma betekent vergeving
en vrede voor zijn leerlingen en ook voor ons. Waarom kan God niet zomaar
vergeven en is er een hele lijdensweg voor nodig? Met zijn verwonde handen geeft
Jezus het antwoord, alsof hij zegt: Kijk, ik heb jullie afwijzing en haat
helemaal op me genomen, het heeft een trauma achtergelaten. Maar ik strek mijn
handen nog steeds uit als een welkom gebaar want ik wil niets liever dan in
jullie midden zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten