maandag 27 februari 2017

Gewetenswroeging

Plaats van handeling is de Co-op in de Westereen die mij vaak verleidt met de ‘aanbieding van de week.’ Deze keer was de “Cabernet” uit Chili zo goed geprijsd dat ik twee dozen á zes stuks in mijn karretje laadde. (Soms heb ik hamsterneigingen.) “Wilt u het bonnetje mee?”, vroeg de kassière. “Jazeker”, bonnetjes worden door mij altijd gecontroleerd. En inderdaad: deze keer was het volgens mijn berekening niet goed gegaan. In plaats van twaalf keer korting (op twaalf flessen wijn) was er maar zes keer korting afgegaan en vijftien euro te veel betaald. ”Daar kun je bijna een boek van kopen”, bedacht ik afstevende op de bedrijfsleidster. Eén blik op het bonnetje was voor haar voldoende, joviaal trok ze de kassa en overhandigde mij twee briefjes.

Wat ik eigenlijk normaliter nooit doe, nu dus wel: thuis nog een keer het bonnetje bestuderen. Dat kwam omdat mijn moeder me belde vlak na deze reuzeaankoop: ”Hoeveel heb je er dan voor betaald?”, vroeg ze. “Ik weet het niet helemaal precies meer, maar echt een hele goed prijs, geloof me.” Toch nog maar eens kijken naar het precieze bedrag, nadat we hadden opgehangen. En toen las ik wat wij beide, de bedrijfsleidster en ik, over het hoofd hadden gezien: er was wel degelijk twee keer zes (=twaalf keer) korting afgerekend. Op die vijftien euro, waar ik al een boek voor in mijn gedachten had, had ik dus helemaal geen recht. 

Die wijn zou me niet lekker gaan smaken en zat er dus niets anders op dan terug naar de Co-op met vijftien euro en een stuntelend verhaal. “Tjonge, dankjewel, en wacht nog even”, zei een bedremmelde bedrijfsleidster. Met een vrolijk roze/paars gekleurd boeketje gerbera’s - “als blijk van waardering voor de eerlijkheid”- kwam ze terug. Had ik toch nog een boek(et).




   

maandag 20 februari 2017

De baas spelen

Lonicera henry i, Hydrangea- Petiolaris, Vitis Lambrusca Himrod…: als je na deze woorden afhaakt om verder te lezen snap ik dat. Toch hoop ik dat je dat niet doet en laat ik dit alvast verklappen: die vreemde woorden zijn de Latijnse namen van ‘kamperfoelie, klimhortensia en witte druif’: nieuwe planten in onze tuin. Vorige week was het zover en ging de tuinman/kweker uit de buurt aan de slag. Ik stond erbij en ik keek ernaar en vroeg hem de oren van het lijf. “Hoeveel mest moet daarbij, wanneer moet dit gesnoeid, heeft deze veel zon nodig en ga zo maar door”. Mijn kennis over tuinieren is in een paar uur verrijkt en het resultaat van zijn werk mag er zijn.

Die avond las ik in Genesis over Adam en Eva in de paradijs-tuin: ”Jullie moeten de baas zijn over de aarde”, zei God tegen hen (Genesis 1:28). Ze mochten name geven aan de planten en de dieren en het tuinmanschap ging hen goed af, totdat ze ongehoorzaam werden aan dat ene verbod: eten van de boom die ‘je leert wat goed is en wat kwaad is’.  (2:17) Dat had grote gevolgen. Ze werden uit het paradijs verdreven, het bewerken van de aarde zou met pijn en moeite gepaard gaan en (tot overmaat van ramp): Adam zou niet alleen de baas worden over de planten, vissen en vogels, maar ook over zijn vrouw! (3:16) Dat was niet Gods oorspronkelijke plan, de baas spelen over elkaar is nooit ‘zeer goed’.

De adviezen van mijn tuinman waren de adviezen van een ‘baas’ die helemaal gericht was op (mijn wensen voor) mijn tuin. Ik had hem dat gezag gegeven omdat ik hem vertrouwde. Als mensen de baas over elkaar gaan spelen omdat ze kicken op hun macht als ‘de Baas’ moet je alert zijn!


maandag 13 februari 2017

De jongen zonder been

Afgelopen vrijdag hadden we een feestje. In de Westereen zijn ze daar dol op. Eerst taart met koffie, later op de avond bier en wijn en worst en kaas en nog meer worst en kaas. Tot in de late uurtjes. Ik zag Bernard uit een ooghoek geanimeerd met iemand praten en was nieuwsgierig. Zo nieuwsgierig dat ik niet oplette in het gesprek dat ik zelf met iemand voerde. Dus ving ik flarden op hier en flarden op daar. “Hoe is het nu eigenlijk afgelopen met die jongen op het voetbalveld?”, vroeg ik op de terugweg. “Niet best, ligt in het ziekenhuis, moet geopereerd.” 

Het was laat, we gingen slapen, ik vergat de jongen op het voetbalveld maar twee dagen later ving ik opnieuw iets op: ”Heb je het al gehoord: de operatie van het been is mislukt, ziet er niet best uit.” Die avond was er een gesprekskring in de kerk en bleek het been van de jongen dorpsnieuws van de dag: “Been moet hoogstwaarschijnlijk geamputeerd”, zoemde overal rond. Boudewijn de Groot schreef een lied voor zijn zoontje toen het nog klein was: ”Als hij maar geen voetballer wordt, ze schoppen hem halfdood.” Arme ouders, dacht ik bij mezelf. Deze keer kon ik niet slapen, ik had die jongen, zonder been en met een prothese, steeds op mijn netvlies. 

En wie reed er de volgende dag door onze straat? De jongen, stralend op een gewone fiets met op elke trapper een been. “Wat was er nu eigenlijk aan de hand met je been?”, vroeg ik hem. “Oh, viel allemaal reuze mee, deed even pijn, ze moesten me van het veld dragen, maar na een avondje rust op de bank gaat het weer goed.”  

Moraal van het verhaal: vertrouw alleen de juiste bron J



maandag 6 februari 2017

Pakje shag

Ik dwaal door de Aldi (in de Westereen is die zo groot dat je er kunt dwalen) en kom er niet uit als ik voor de groente sta: alle soorten zijn vreselijk duur. Opgevoed door een vader die tot op zeer hoge leeftijd zijn eigen groente verbouwde vind ik een euro voor een pond prei al gauw teveel, maar deze keer is bijna alles boven de twee euro.

Als ik mijn glazen potten met sperziebonen en bietjes van de band haal begin ik een praatje met de man achter de kassa:” Geen verse groente deze keer, want een bloemkool voor 2.79 is echt te veel!” Hij reageert begrijpend: ”Niet alleen bij ons hoor, overal zijn groenten duur, de oogst in het zuiden van Europa was heel slecht.” Ik bewonder zijn kennis over de oogst maar de klant achter mij doet een duit in het zakje, naar mij toe: “Nou, ik vind dat u niet moet zeuren. Ik denk nooit na over de prijs, voor mij is 2.79 euro helemaal niet te veel voor een bloemkool. U weet vast niet hoeveel een pakje shag kost?” Bedremmeld knik ik ‘nee’. “Meer dan een bloemkool, dat mag u weten, en ik was gewend om heel veel pakjes shag te kopen. Maar nu niet meer, godzijdank. Ik ben trots op elke bloemkool die ik koop en ik let nooit op prijs."

”Sta ik hier notabene in de Aldi en wijst een onbekende mij op iets waarvan een variant in de bijbel te vinden is. Deze vrouw weet het: het is of het één, of het ander. “Jullie kunnen niet God dienen én de mammon”, zegt Jezus. Ik geloof dat ik als christen God dien, maar dien ik misschien toch af en toe een beetje de god van het geld?