Afgelopen
vrijdag hadden we een feestje. In de Westereen zijn ze daar dol op. Eerst taart
met koffie, later op de avond bier en wijn en worst en kaas en nog meer worst
en kaas. Tot in de late uurtjes. Ik zag Bernard uit een ooghoek geanimeerd met
iemand praten en was nieuwsgierig. Zo nieuwsgierig dat ik niet oplette in het
gesprek dat ik zelf met iemand voerde. Dus ving ik flarden op hier en flarden
op daar. “Hoe is het nu eigenlijk afgelopen met die jongen op het voetbalveld?”,
vroeg ik op de terugweg. “Niet best, ligt in het ziekenhuis, moet geopereerd.”
Het
was laat, we gingen slapen, ik vergat de jongen op het voetbalveld maar twee
dagen later ving ik opnieuw iets op: ”Heb je het al gehoord: de operatie van
het been is mislukt, ziet er niet best uit.” Die avond was er een gesprekskring
in de kerk en bleek het been van de jongen dorpsnieuws van de dag: “Been moet
hoogstwaarschijnlijk geamputeerd”, zoemde overal rond. Boudewijn de Groot
schreef een lied voor zijn zoontje toen het nog klein was: ”Als hij maar geen
voetballer wordt, ze schoppen hem halfdood.” Arme ouders, dacht ik bij mezelf. Deze
keer kon ik niet slapen, ik had die jongen, zonder been en met een prothese,
steeds op mijn netvlies.
En wie reed er de volgende dag door onze straat? De
jongen, stralend op een gewone fiets met op elke trapper een been. “Wat was er
nu eigenlijk aan de hand met je been?”, vroeg ik hem. “Oh, viel allemaal reuze
mee, deed even pijn, ze moesten me van het veld dragen, maar na een avondje
rust op de bank gaat het weer goed.”
Moraal van het verhaal: vertrouw alleen de
juiste bron J
Geen opmerkingen:
Een reactie posten