maandag 13 februari 2017

De jongen zonder been

Afgelopen vrijdag hadden we een feestje. In de Westereen zijn ze daar dol op. Eerst taart met koffie, later op de avond bier en wijn en worst en kaas en nog meer worst en kaas. Tot in de late uurtjes. Ik zag Bernard uit een ooghoek geanimeerd met iemand praten en was nieuwsgierig. Zo nieuwsgierig dat ik niet oplette in het gesprek dat ik zelf met iemand voerde. Dus ving ik flarden op hier en flarden op daar. “Hoe is het nu eigenlijk afgelopen met die jongen op het voetbalveld?”, vroeg ik op de terugweg. “Niet best, ligt in het ziekenhuis, moet geopereerd.” 

Het was laat, we gingen slapen, ik vergat de jongen op het voetbalveld maar twee dagen later ving ik opnieuw iets op: ”Heb je het al gehoord: de operatie van het been is mislukt, ziet er niet best uit.” Die avond was er een gesprekskring in de kerk en bleek het been van de jongen dorpsnieuws van de dag: “Been moet hoogstwaarschijnlijk geamputeerd”, zoemde overal rond. Boudewijn de Groot schreef een lied voor zijn zoontje toen het nog klein was: ”Als hij maar geen voetballer wordt, ze schoppen hem halfdood.” Arme ouders, dacht ik bij mezelf. Deze keer kon ik niet slapen, ik had die jongen, zonder been en met een prothese, steeds op mijn netvlies. 

En wie reed er de volgende dag door onze straat? De jongen, stralend op een gewone fiets met op elke trapper een been. “Wat was er nu eigenlijk aan de hand met je been?”, vroeg ik hem. “Oh, viel allemaal reuze mee, deed even pijn, ze moesten me van het veld dragen, maar na een avondje rust op de bank gaat het weer goed.”  

Moraal van het verhaal: vertrouw alleen de juiste bron J



Geen opmerkingen:

Een reactie posten