maandag 25 september 2017

Pootjebaden of zwemmen

In de Westereen is helaas geen zwembad meer maar dat neemt niet weg dat ik vaak hoor van ouders die trots vertellen over de zwemdiploma’s van hun kinderen. Van A tot en met C is niks bijzonders voor een kind in de Westereen. Sommigen doen zelfs mee aan wedstrijden. Ook onder de ouderen is zwemmen zeer geliefd. Ik zelf ben na mijn 20e gestopt met zwembadbezoek, mij krijgen ze niet zo snel in het water, ik zwem liever in de bijbel rond. Dat mag gek klinken, maar deze uitspraak van kerkvader Hieronymus legt uit wat ik bedoel: “Het geschreven evangelie is ondiep genoeg voor baby’s om pootje in te baden en niet te verdrinken en toch diep genoeg voor geleerden om erin te zwemmen en nooit de bodem te raken.” 

Ik vind het heerlijk om in de bijbel te zwemmen, dat water verveelt me nooit, maar ik heb gemerkt dat veel mensen erin blijven pootjebaden ook als ze al lang geen baby meer zijn. Ze horen een tekst, maar laten hem niet om zich heen hangen. Ze lezen een stukje, maar het glijdt meteen waar van hen af. Ze bespetteren elkaar graag met Bijbelteksten, maar vragen zich nooit af wat het verband is tussen al die losse teksten. 

Wat jammer is dat! Wat zou het mooi zijn als ‘zwemmen in de bijbel’ net zo geliefd werd in de Westereen als zwemmen in een zwembad. Voor zwemmen in de bijbel hoef je niet naar Buitenpost of Bergum, je kunt het gewoon thuis doen. Als je het echt wilt leren zul je merken dat je er steeds beter in wordt. Dat je steeds meer begrijpt en grote verbanden gaat zien. Begin gewoon maar eens thuis om een week lang, iedere dag, een baantje te zwemmen in hetzelfde hoofdstuk.  

maandag 18 september 2017

Jaloers

Als dochter van een dominee kreeg ik de Tien Geboden uit Exodus 20 al van jongs af aan te horen. Ik hoor ze mijn vader nog uitspreken vanaf de hoge kansel in Nunspeet. Als hij aan het laatste gebod toewas dan sidderde ik vaak: ”Gij zult niet begeren, uws naasten huis, gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch.” Dat sidderen was niet omdat ik ‘mijns naasten huis’ begeerde, maar wel omdat ik heel jaloers was op de witte leren laarsjes van een meisje uit mijn klas. Ik droomde van die laarsjes en begeerde ze heel erg, maar ik maakte uit de stemverheffing van mijn vader op dat dat heel verkeerd was. Jaloersheid was een zonde waar ik vaak mee te kampen had en waar ik onder gebukt ging. 

Tot ik theologie ging studeren en voor mezelf in de bijbel ging lezen. Op een goede dag las ik in Jacobus: ”De geest die Hij (God) in ons deed wonen, begeert Hij met jaloersheid.” (Jacobus 4:5, NBG) Nog nooit had ik dat gehoord, nog nooit had ik dat gelezen: begeerte en jaloersheid in één zin. Begeerte en jaloersheid als eigenschappen van God. Ik geloof dat ik die zin wel tien keer heb gelezen: dus God begeert óók, God is óók jaloers, Hij begeert mijn geest. Hij is jaloers als ik mijn geest met andere dingen vul dan met Hem zelf. Als ik alleen maar tv kijk en romans lees en geen tijd meer heb voor het lezen van de bijbel, zijn boek. God is jaloers op alles wat ik doe zonder Hem erbij te betrekken. Het nieuwe (kerkelijk) seizoen is begonnen, de startweek ligt achter ons en ook ik ben bezig met plannen maken. Maar ik probeer dat samen met God te doen want ik geloof dat Hij daar heel erg naar verlangt.






maandag 11 september 2017

Levensloopbestendige woning


In de Westereen krijgt iedereen wekelijks een aantal regionale bladen door de bus. Tot voor kort gingen die bij ons meteen in de bak oud papier. Maar daar is verandering in gekomen want ik heb ontdekt dat het hele interessante bladen zijn. Vol met leuke nieuwtjes uit de regio, advertenties van aantrekkelijke aanbiedingen, ontroerende overlijdensberichten en pagina vullende ‘huizen te koop’ aanbiedingen van makelaars. Zo viel mijn oog op de volgende advertentie: ”Sfeervol en uniek wonen in een rustige omgeving! Het betreft een levensloopbestendige woning.”  Dat soort woningen hadden ze op St. Maarten moeten bouwen, bedacht ik terwijl wij op tv zagen hoe orkaan Irma alles daar verwoestte. Voor mij was de term nieuw, maar Bernard bleek hem te kennen. Het gaat om een huis waar iemand kan blijven wonen ook als hij oud en stram is en niet meer de trap op kan. Een levensloopbestendig huis is dus een huis waar je kunt blijven wonen hoe je leven ook verloopt.

Het is nu een week later en ik peins al die hele week over de term. Ik woonde zelf in meer dan twintig verschillende huizen. Want de loop van ons leven ging alle kanten op: van Friesland naar Midden-Nederland, naar Kenia en via Midden-Nederland uiteindelijk weer terug naar Friesland. Sommigen huizen waren heel erg ‘levensloopbestendig’, andere wat minder. Maar nooit heeft het huis waarin wij woonden de loop van ons leven bepaald. Want wij lopen achter Jezus aan en geloven dat een woning op aarde altijd iets tijdelijks blijft. Pas als we sterven ligt er een echt duurzaam huis voor ons klaar. Jezus heeft het beloofd: “In het huis van mijn Vader zijn vele woningen – anders zou ik het u gezegd hebben- want Ik ga heen om u plaats te bereiden…” (Johannes 14:2)

Een eeuwige woning!


maandag 4 september 2017

Wespensteek

Het gebeurde vlak na de kerkdienst, in de stralende nazomerzon, op het kerkplein voor de kerk in de Westereen: “Pas op, een wesp”, met haar elle boog probeerde mijn gesprekspartner het beestje weg te laten vliegen, maar dat had andere plannen en vloog regelrecht mijn mond in. “Oh, waar is ie nu?”, stamelde ze. Ik voelde ik een enorme steek achter in mijn keel en zo snel als de wesp naar binnen was gevlogen, vloog hij ook weer naar buiten. Ik was nog nooit gestoken door een wesp en had -tot voor deze bewuste zondag- eigenlijk een hekel aan mensen die bang zijn voor wespen. Want ik geloofde mijn moeder: “Als jezelf niks doet, doet een wesp je ook niks”. Dat blijkt dus niet te kloppen. De dokter in Dokkum, waar Bernard mij in vliegende vaart heen bracht, vertelde ons dat dit ‘zijn eerste wespensteek achter in de mond was’. Als een klein trofeetje liet hij ons de angel zien die in mijn keel vast was blijven zitten: ”Wilt u em meenemen naar huis?” 

Een angel van een wesp achter in je keel is niet het grootste lijden van de wereld, voor mij was het voldoende om me totaal van mijn stuk te brengen. Tot dat moment had ik altijd zelf bepaald wat erin en uit mijn mond ging, opeens had een wesp de regie overgenomen. Wat verbeeldde dat beestje zich eigenlijk? Ik had me erop verheugd om lekker te fietsen maar lag nu de hele middag voor pampus op de bank. Toen ik tegen de avond wakker werd kwam het inzicht: Wat verbeeld ik me eigenlijk dat ik recht heb op mijn eigen leven? Als christen geloof ik toch dat ik ‘gekocht en betaald ben door Jezus Christus’: Hij is de regisseur van mijn leven en bij Hem loopt nooit iets uit de hand.