maandag 29 november 2021

Fijnstof

 

Ik til de zwarte palletstofzuiger uit de kast en zet deze vlak bij de palletkachel op de grond. Aan de voorkant van- en beide kanten naast het deurtje leg ik een paar witte T-shirts van Bernard. Ik doe een mondkapje voor, het deurtje open en druk op de aan-knop van de stofzuiger. Als een jankende hond klinkt het geluid door de kamer.

Dat is het dagelijkse ritueel in de pastorie sinds oktober. ‘Wat gezellig die palletkachel’, zegt iedereen die op bezoek komt. En altijd gaat er dan een grijns van Bernard in mijn richting. Want die is iedere morgen getuige van dat jankende geluid en veel geklaag uit mijn mond daarna: ’Dat fijnstof daar word ik helemaal niet goed van, moet je die zwarte vlekken in die T-shirts nu eens zien en het is nog niet eens december. Hoeveel maanden nog voordat die kachel niet meer aan hoeft? Waren we nog maar in Kenia.’

‘Voor as en fijnstof en stof in het algemeen moet je echt een Swiffer gebruiken’, zei iemand. Dus kocht ik een Starterspakket bij de Aldi. Bij zo’n pakket hoort een plastic greepje waar je heel handig een Swifferdoekje aan kunt vastmaken. Inmiddels zijn er heel veel wit- lichtblauwe doekjes in kleine zwarte monsters veranderd en bij ons in de kliko beland.

Toen ik vanmorgen het Swiffergreepje in de hand had en keek naar de zwarte afdruk op het doekje, dacht ik met een flits terug aan een dagelijks ritueel in Kenia. Daar waren het geen Swifferdoekjes maar wattenstaafjes. Elke avond voor het slapen gaan gebruikte ik er twee: een voor mijn ene neusgat en een voor het andere. Wit gingen ze erin, zwart kwamen ze eruit. Geen palletkachels in Nairobi, wel houtskoolbranders en uitlaatgassen waarvan de fijnstof tot binnen de huizen doordringt. Ook in Kenia klaagde ik.

(Inmiddels hebben we een andere stofzuiger 😊)  

maandag 22 november 2021

Dagboek

 

26 juni 1991:

-      Precies vier maanden in verwachting!

-      Vandaag heb ik het hartje voor het eerst horen kloppen. Ontroerend: tik, tik, tik. Dat kleine hummeltje doet zijn best om te leven. Opeens moet ik huilen.

Ik ben aan het opruimen in de pastorie en stuit op een doos met oude dagboeken. Terwijl ik erdoorheen blader lees ik over mijn tweede zwangerschap. (De eerste eindigde in een miskraam na drie maanden). Wat was het allemaal spannend. Ik lees bijna nooit terug, vanmorgen dus wel:

-      Ik maak me grote zorgen over onze financiën, hoe moet dat straks met een baby?Kinderen grootbrengen kost geld. Gaat dat wel lukken met één salaris?

Wat bijzonder om te bedenken dat het kleine hummeltje deze week dertig jaar wordt, zelf drie keer een zwangerschap meemaakte en nu drie dochters heeft. Dat is wat er gebeurt in dertig jaar. En wat het tweede betreft: ik was helemaal vergeten dat ik zo geobsedeerd was door geld.  Dertig jaar geleden was nog verborgen dat onze financiële situatie pas echt penibel zou worden in Kenia, daar leefden we van giften van vrienden.

In dertig jaar is er veel gebeurd. Ik ben blij dat ik, met vallen en opstaan, geleerd heb om zorgen over geld in Gods handen te leggen. Geld is een machtig middel, maar God is machtiger. In Kenia raakten we bevriend met Joyce, een bedelares die als levensmotto had: ’God kan doen wat geen mens kan doen’. Ze was straatarm maar ze beleefde het ene wonder na het andere.

Ik zou  eigenlijk vaker terug moeten lezen. Ook mensen die geen dagboek hebben zouden vaker achterom moeten kijken. Om zo Gods hand als een rode draad in hun levensverhaal te ontdekken. De toekomst is voor ieder mens onzeker, het verleden mag een troostende herinnering zijn.

maandag 15 november 2021

Beetje jaloers

 

Kleindochter Anne is nog maar vier maar zit al in groep 2 op aanraden van de juf omdat ‘ze in alles op de anderen voorloopt’. Ze schrijft al halve zinnetjes: ‘A n n e   is   l i e f, m a m a   i s   l ie f, p a p a   i s   l i e f.’ Dat leert ze ze zichzelf aan waarbij ze de kunst van grote zus Nynke, die in groep 4 zit, afkijkt. Ze logeerde pas bij ons in de pastorie, keek vol verlangen naar de boekenkasten en fluisterde: ‘Ik vind het niet eerlijk dat er geen boeken zijn met alleen de woorden die ik ken, want die boeken zou ik al kunnen lezen’. Anne zit vol passie.

In groep 2 moeten de kinderen soms in groepjes werken. Maar: ’Ik vind het niet fijn dat Noah in mijn groepje zit’, vertelt ze mama. ‘Waarom niet?’, vraagt mama. ‘Dat kan ik niet zeggen’. Mama zegt: ‘Kun je het niet heel zachtjes in mijn oor fluisteren?’ Anne gaat bij mama staan met haar hand voor haar mond, vlak bij mama’s oor: ’Noah mag al op haar eigen fiets naar school fietsen’. Mama is psycholoog en begrijpt meteen waar de schoen wringt: ’Dus je bent een heel klein beetje jaloers op Noah?’ Anne is eerlijk en beslist: ’Niet een heel klein beetje maar heel erg.’

Jaloers ben je op iets dat een ander wel, maar jij niet hebt, waardoor die ander opeens een rivaal wordt. Anne is nog een kind maar ze voelt nu al aan dat jaloersheid iets naars is, iets waarvoor ze zich schaamt. Grote mensen zouden van haar kunnen leren. In plaats van hun rivalen weg te duwen en in een kwaad daglicht zetten zouden ze hun eigen jaloersheid de baas moeten worden.

maandag 8 november 2021

Maud en Baps

 

‘Maamaa, kun je, o nee: oma, wil je me helpen?’ Anne van vier uit Groningen logeert bij ons met haar grote zus van zeven. Aan de Pastoryloane hebben ze hun eigen roze kamer met witte kinderbedden en dinosaurus dekbedovertrekken. Ik voel me opnieuw mama en zij vergissen zich soms. Want mama is in Groningen met papa en de baby.

Wanneer mijn oudste zus ook een dagje en nachtje komt is het familiefeest compleet. Die zus woont in Frankrijk en is niet vaak in Nederland. Anne en Nynke zijn het eerste op en daarom ontbijt ik met hen in de vroegte in de woonkamer. ‘Oma, jij bent ook mama en grote zus’, Anne kijkt naar me met peizende ogen en ik denk: dat klopt. ‘Want mijn mama heeft ook een mama nodig’, dus ze is in gedachten bij haar mama in Groningen. En ik realiseer me de vele rollen die ik mag spelen: mama, oma, grote zus, grote nicht, kleine nicht, tante, echtgenote, domineesvrouw. Het enige wat ik niet ben is kleine zus, want ik ben de oudste van de vijf dochters van mijn moeder.

Mijn moeder speelt ook veel rollen maar één daarvan veranderde precies een jaar geleden. Ze was de vrouw van mijn vader en nu is  ze weduwe. Een hele grote rolwisseling. Waar zij nog lang niet aangewend is en wij ook niet. Veel meer dan vroeger belt ze ons op om te overleggen: over een aankoop, om raad voor een computerprobleem of gewoon om even te kletsen. Soms voel ik me dan opeens als een mama voor mijn eigen mama. ‘Maud en Baps’ is een televisie serie waarin dat met veel humor wordt gespeeld. Maar Anne van vier heeft gelijk: ook oma heeft een mama nodig!

maandag 1 november 2021

Geven en nemen

 

Geven en nemen: ‘In de omgang met anderen toegevendheid weten te verenigen met de zorg voor eigen belang’ Die definitie vond ik op internet. Nooit alleen maar geven in een relatie maar ervoor zorgen dat je zelf niet te kort komt. ‘Blijft geven en nemen he?’, hoor ik vaak mensen zeggen als het huwelijk ter sprake komt. Geven en nemen is de normale gang van zaken.

Verwonderd was ik dan ook toen ik bij een trouwdienst de predikant tegen het aanstaande paartje hoorde zeggen: ’In een goed huwelijk is het geven en...’, hij trok zijn wenkbrauwen op en iedereen in de zaal vulde het in, maar toen kwam het: ’ontvangen.’ Nog weken erna dacht ik daarover na. Wat bedoelde hij? Ik ken huwelijken waarbij de ene altijd aan het geven is en de ander alleen maar ontvangt. Eerlijk gezegd vind ik dat vaak zielig en ook dom.  

Paulus schrijft over geven en ontvangen en hij doet er nog een schepje bovenop: ’Het is zaliger te geven dan te ontvangen.’ (Handelingen 20:35) Dit zijn overigens de woorden van Jezus zelf. Maar hoe kan Jezus dat van iemand vragen: altijd alleen maar geven? Ik ging opnieuw wekenlang peinzen. En toen kreeg ik het antwoord bij het lezen van Mattheüs 28: ’Kom tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal U rust geven.’ Jezus wil rust geven aan iedereen die vermoeid is (van het altijd maar geven bijvoorbeeld). Bij Hem mag je eerst voor jezelf rust ontvangen. Daarna moet je iets nemen: zijn juk op je. Hij wil de leiding van je leven overnemen. ‘Neem mijn juk op je.’

Iedereen die dat echt doet gaat het wonderlijk meemaken dat hij (of zij) opeens  niets anders wil dan geven. Bij Jezus is het ‘ontvangen en geven’. Ontvangen van Hem en geven aan die ander! In een goed huwelijk gebeurt dat vice versa!