maandag 28 oktober 2019

Handen uit de mouwen


‘Meester, wat is het allerbelangrijkste gebod?’ In Jezus’ tijd op aarde werd dit aan hem gevraagd en iedereen die een beetje thuis is in de bijbel weet het antwoord: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf. Al meer dan veertig jaar heb ik daar mijn handen vol aan. Ik was twintig toen ik de keuze maakte om met en voor Jezus te leven.

Maar soms verlang ik naar meer: dat wil zeggen naar meer concrete aanwijzingen. Want zeg nou zelf: hoe doe je dat: God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf? Mijn meest nabije naaste is Bernard, elke dag weer is het mijn opdracht om van hem net zoveel te houden als van mezelf. Ik probeer dat te doen door me in hem te verplaatsen, door niet alleen van mijn eigen gezichtspunt uit te gaan. Valt lang niet altijd mee, maar ik oefen mijzelf. Maar God liefhebben boven Bernard en boven mezelf is een heel ander verhaal. Hoe doe je dat? Wat vraagt God op dit moment van mij?

Vorig jaar werd ik om deze tijd gevraagd om pastoraal werk te doen in de gemeente. Dat kwam toen heel duidelijk op mijn pad. Maar nu? Ik weet het niet. Dus besluit ik om elke dag een hoofdstuk uit ‘Handelingen (van de apostelen)’ te lezen. Om te zien hoe die apostelen dat aanpakten. En meteen al in Handelingen 1 valt me iets bijzonders op: het laatste wat Jezus, vlak voor zijn hemelvaart, aan zijn leerlingen vraagt is om helemaal te niks te doen: ze moeten blijven wachten ‘op de belofte van de Vader’. Hoe zal iemand als Petrus, die graag de handen uit de mouwen stak, dat gevonden hebben? Jezus gaat naar de hemel, en het enige wat hij moet doen is wachten.

(Wordt vervolgd)

maandag 21 oktober 2019

Wonderboom


Ik sta op, ga naar beneden om koffie (voor Bernard) en thee (voor mezelf) te maken en trek de rolgordijnen naar boven. Iedereen is al naar het werk: op het pleintje voor ons huis staat geen enkele auto. Wat er wel staat is de boom in het midden met rondom een zitbank. (Waar ik overigens in drie jaar nog nooit iemand op heb zien zitten.) Die boom is een hele gewone boom, niet een eik of een kastanje. Bovenuit steekt zelfs een vreemde dode tak die altijd in het oog valt. (Ook in drie jaar is die nog steeds niet weggehaald.) Die boom is ooit veelbelovend daar neergezet, compleet met bankje er omheen, maar hij heeft de belofte nooit kunnen waarmaken. 

Alleen is het nu herfst en is die hele gewone boom voor een paar dagen in een wonderboom veranderd: goudgeel van kleur, het stralende middelpunt van ons pleintje. Gauw loop ik naar buiten om een foto te maken en binnen tien minuten hebben op Facebook al meer dan tien mensen hun waardering voor die boom uitgesproken. Dat heb je met bomen in de herfst.

Over een paar dagen staat hij er weer maandenlang kaal en saai bij. Het enige wat dan nog overblijft is hoop: op de lente, de zomer en de herfst. Hoop is iets dat niet echt past bij deze tijd. Op iets dat we nog niet zien wachten we hoogstens een dag, maar dan moet het toch echt zichtbaar zijn anders worden we ongeduldig. Maar: ‘Hoop die gezien wordt is geen hoop want hoe zal men hopen op dat wat men ziet? Maar als we hopen op dat wat we niet zien, verwachten we het met volharding.’ (Romeinen 8)

Misschien heeft God daarom wel de winter bedacht: om mensen te laten oefenen in echte verwachting. 


maandag 14 oktober 2019

Verkeerd uitgelegd


Het verhaal van Maria en Martha wordt vaak verkeerd uitgelegd. Dat gaat dan als volgt: ‘Martha, Martha, leg je bezem neer, al dat werken komt een andere keer.’ Neem een voorbeeld aan Maria, die zit stil te luisteren. Werkheiligheid tegenover devoot stil zijn. En Jezus zou de voorkeur geven aan het laatste.

Maar rijmt dat wel met teksten als: ‘Mijn Vader werkt tot nu toe en Ik werk ook’? Of: ‘De Zoon des mensen is niet gekomen om zich te laten dienen maar om te dienen’. En: ‘Wij moeten werken de werken van degene, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is. Jezus is niet tegen werken en ook niet tegen dienen. Het tegendeel: ‘Juist de werken die Ik doe getuigen van Mij dat de Vader Mij gezonden heeft.’ (Dit zijn teksten uit Mattheüs en Johannes.)

Wat Martha verkeerd doet is niet dat zij hard werkt en dient om het allemaal in orde te maken. Wat wel verkeerd van haar is is haar houding: ze is ongeduldig naar Maria toe en jaloers. Ze vindt zichzelf geweldig en is verbitterd. Ze kan het gewoon niet hebben dat Maria heel rustig bij Jezus zit terwijl zij zich als een gek uitslooft. Ze voelt zich een slachtoffer en eist bijna van Jezus dat Hij iets voor haar doet.

Ik geloof dat Jezus wel degelijk ziet hoe zij zich uitslooft. Maar Hij wil haar iets leren. Het is dezelfde les die Saulus moest leren voordat hij Paulus werd: Hard werken vanuit een negatieve grondhouding stelt niks voor in de ogen van God. ‘Al ware het dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde…maar had de liefde niet, het baatte mij niets.’(1 Corinthiërs 13)

Het ene nodige wat Jezus vraagt en wat eraan ontbreekt bij Martha is de liefde.

(Einde)

zaterdag 5 oktober 2019

Mzungu



Wanneer je als toerist een aantal dagen in Kenia rondloopt kan het niet anders of je leert het woord ‘mzungu’, het Kiswahili woord voor ‘blanke’. Onze vakantie in Kenia bestaat uit anderhalve week in Nairobi: oude bekenden ontmoeten. En een halve week de toerist uithangen aan de kust bij Mombassa. In Nairobi waren we nog Bernard en Margriet, hier aan de kust zijn we alleen ‘mzungu’. Je hoeft maar een stap buiten de deur te zetten of je hoort mensen tegen je roepen: ‘mzungu, mzungu!’ “Er niet op ingaan hoor, ze willen gewoon met je praten en je dan één of ander souvenir verkopen. Dat is het enige vervelend aan Kenia, dat niemand je hier met rust laat”, hoor ik een toerist mompelen. “Niemand kent je hier bij naam hoor, dus doe ook maar gewoon alsof je neus bloedt en loop de mensen straal voorbij”, een andere.

Ik denk aan de Westereen en aan mijn leven als vrouw van de dorpsdominee daar. “Ha Margriet!”, ik hoef maar een stap in het winkelcentrum te zetten of ik hoor dat. Iemand straal voorbijlopen hoort er niet bij in de Westereen. En ik wil dat ook helemaal niet. Want het is toch prachtig om op de hoogte te zijn van elkaars wel en wee? Dit is juist één van de redenen waarom we hier naartoe verhuisd zijn: leven in een gemeenschap waar je de mensen kent. In de Westereen ben ik niet een anonieme ‘mzungu’ maar mag ik wel helemaal mezelf zijn: Margriet Terlouw. Ik heb nu al zin om verhalen te gaan vertellen over wat we hier allemaal beleefd hebben. En dan maar hopen dat niemand me iets van het één of ander wil verkopen. Want Westereenders lijken in dat opzicht een beetje op de Kenianen aan het strand van Mombassa 😊