maandag 8 april 2019

Toeval


Gesprek dat begint onder vier ogen, zij komt af en toe in de kerk: ”Mijn man houdt mij niet tegen maar gelooft zelf niet echt meer.” Wanneer hij bij ons komt zitten is het einde gesprek onder vier ogen. “U hebt niet zoveel met het geloof, zegt uw vrouw.” “Dat klopt.” Ik: ”Maar iemand gelooft toch altijd wel in iets?” Hij: ”Ik niet.” Ik: ”Maar hoe kan dat dan”? Hij: ”Ik geloof in het toeval.”

Daar sta je dan als afgezant van de kerk. Als afgezant van de Heer in wie je gelooft dat Hij leeft, dat Hij je leven leidt, dat Hij alles in zijn hand heeft, zowel het goede als kwade. “Dus het is toevallig dat deze vrouw jouw vrouw is.” Hij: ”Dat klopt. Ik: ”Dus ik had net zo goed met jou getrouwd kunnen zijn.” Hij: ”Ja.” (Totaal verbijsterde) ik:”Nou, ik ben blij dat ik met Bernard Terlouw ben getrouwd en dat is voor mij één van de grote bewijzen dat het leven inderdaad soms toeval mag lijken maar dat het bestuurd wordt door iemand Hoger en Groter. Stilte. “Mooi dat u het zo ziet, ik zie het anders.” 

Nog dagen daarna denk ik aan dit gesprek en overdenk ik het woord. “Toeval”: het valt je toe. Het overkomt je. De ontmoeting met Bernard Terlouw is mij overkomen. Ongepland, niet zelf bedacht, niet zelf geregeld. Maar intussen wel zeer bepalend voor de loop van mijn leven. Veel dingen die gebeuren worden door onszelf bepaald. Bernard en ik hebben een gezamenlijke agenda: planning is orde. Maar planning alleen is heel mager. Dat wat mij onverwacht toevalt is vaak het allermooiste. Dus eigenlijk geloof ik ook in toeval. Maar dan wel in toeval met een hoofdletter: Dat wat van hogerhand voor mij bedacht is en mij wordt aangereikt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten