maandag 28 juni 2021

Identiteit

 

Mijn lange vlechten waren mijn identiteit. Op de middelbare school liep ik er fier mee rond: ze bungelden tot aan mijn billen, waren donkerbruin en dik. Eén van mijn zusjes had ook vlechten maar die waren dunner. Ik vond de mijne het mooiste en onze ouders waren trots op ons. We hadden altijd veel belangstelling, iedereen keek ons na. ‘Moet je eens zien wat een lange vlechten die meisjes hebben’. Wij tweetjes waren anders dan anderen. En mama genoot van ons. 

Ik zat in de vijfde klas en Annet in de eerste. Het gebeurde op een middag toen ik thuiskwam van school. Ik stalde mijn fiets in de garage en deed de voordeur open. Mama stond achter de deur: ’O, ben je daar Margriet. Je moet even niet verder lopen en wachten op Annet, die moet iets laten zien.’ Ik vroeg me af of mama blij of boos keek. Geen van beide, concludeerde ik. Keek ze trots? Waarom lachte ze zo? ‘Annet, kom je even naar beneden?’ Met mama keek ik naar boven. 

Op de trap verscheen een jonge vrouw met halflang haar rond haar gezicht. Het gezicht was van Annet, maar waar waren haar blonde vlechten? Ik zag hoe mama met ontzag naar haar keek. Vond zij dit mooi? Wilde zij opeens niet meer dat wij lange dikke vlechten hadden? Die vlechten waren mijn identiteit. Annet had geen vlechten meer en mama leek nog steeds blij met haar. Hoe kon dat? Ik voelde me verraden. ‘Ze is zelf naar de kapper gegaan,’ mama glunderde. Ik wilde het liefst door de grond zakken. Waarom was nooit in mij opgekomen om dat te doen? Ik voelde hoe ik knalrood werd en wist me geen raad met mijn houding.

Toen ik twintig was durfde ik de stap naar de kapper te wagen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten