maandag 2 augustus 2021

Blikschade

 

‘Wat binne wy moai fuort west’, zeiden Bernard en ik op de terugweg vanuit Frankrijk. Het verblijf was mooi en de reizen ernaar toe en weer terug verliepen voorspoedig. Wij zijn gewend om aan het begin van een reis in de auto te bidden voor een veilige aankomst. Als we veilig zijn aangekomen danken we soms, soms vergeten we dat. De Heer vergeet ons nooit. Opnieuw kwamen we veilig thuis. Wat is het dan fijn om op een plek te wonen die op zichzelf vakantieachtig is. Want neem nou een ritje naar en een wandelingetje door Dokkum. ’Wat binne wy moai fuort west’, zei ik stralend tegen een vriendin op de parkeerplaats bij de Jumbo in Dokkum.

We hadden gewinkeld in Dokkum, koffiegedronken bij de Hema, kortom een geslaagde middag. Fluitend startte ik de auto op de bovenste verdieping van de parkeergarage bij de Jumbo en voorzichtig manoeuvreerde ik de auto twee verdiepingen naar beneden. Zowel de ingang als de uitgang daar zijn smal. Gelukkig is onze auto niet breed en heb ik het wel vaker gedaan.

Maar deze keer ging het anders. ‘Krak’, klonk het. Ik stopte abrupt. De auto zat aan de achterkant vast aan de hoekrailing. Zowel vooruit-als achteruitrijden zou beschadiging opleveren. Als er al geen beschadiging was. Oef. Een vriendelijke andere Jumboparkeerder hielp om de auto uit zijn beknelling te rijden. Inmiddels stonden er mensen te kijken. ‘Hopelijk ben je verzekerd’ zeiden ze toen ze de blikschade bekeken. En minder vrolijk dan na de vakantie kwam ik thuis. Maar het wonderlijk van dit alles is dat het eerste dat door me heen schoot was: ’Wat baat het een mens zo hij de gehele wereld wint maar schade lijdt aan zijn ziel’.  Schade aan je ziel is blijkbaar erger dan schade aan je auto…

(Wordt vervolgd)   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten