Voetballiefhebbers zien regelmatig "J o h a n n e s 3: 16" op een spandoek tussen de
supporters verschijnen. Die tekst heeft niks met voetballen te maken: ”Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat
Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een ieder die in Hem gelooft niet
verloren ga maar eeuwig leven hebben”. Bij voetballen gaat het er soms
hard aan toe, maar ‘verloren gaan’, gaat dat niet te ver? Om echt te begrijpen waar
de tekst overgaat moet je het verband lezen: “Mozes zette in de woestijn een koperen slang hoog op een paal. Net zo
moet de Mensenzoon een hoge plaats krijgen, eerst aan het kruis en daarna aan
de hemel.” (Johannes 3:14 Bijbel in Gewone Taal)
In de woestijn, op weg
naar het beloofde land, was het volk Israël voortdurend aan het klagen. Zo veel
en zo erg dat God giftige slangen stuurde waaraan velen stierven. Daarna kreeg
Mozes van God de opdracht om een koperen slang hoog aan een paal vast te maken maken
en iedere gebeten Israëliet die naar die slang keek bleef in leven. Op dezelfde
manier moet een mens in deze wereld naar het kruis van Jezus Christus blijven
kijken, want dat kruis maakt twee dingen duidelijk. Ten eerste dat ieder mens
-net als het volk in de woestijn- straf verdient, straf voor zijn continue
ongehoorzaamheid aan God. Ten tweede dat die straf al afbetaald is door de Zoon
van God zelf.
In de Westereen staat op één van de kerken een kruis zo hoog dat
je er overal in het dorp naar kunt kijken. Dat viel me op een donkere
winteravond op toen ik -vanaf ons nieuwe huis - de weg naar de kerk even kwijt
was. “Ik fiets gewoon richting dat -verlichte- kruis”, bedacht ik me. En het
kwam goed!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten