“Een marskramer is een verkoper van kleine artikelen, die hij in een rugkorf of mars vervoert en waarmee hij platteland en steden afreist om zijn waar op markten en kermissen van huis tot huis te verkopen.”
Het
duurde even voor ik dit op Wikipedia gevonden had, want “Marskramer” is
tegenwoordig alleen bekend als ‘die winkel die een beetje op Blokker lijkt maar
toch ook anders is’. In de Westereen is zo’n winkel. Nu al 26 jaar. Ik mag
sinds een half jaar meegenieten. “Maar volgend jaar sluiten er 17 van onze
filialen”, vertelde de verkoopster mij vanmiddag: “Wij doen het gelukkig goed
maar op andere plekken heeft ‘de Marskramer’ te lijden onder het internet.”
Eerst verdween de rondreizende marskramer van het toneel, nu de Marskramer als
winkel.
Niet alleen de Marskramer, overal sluiten winkels. In Leusden staan
drie winkelpanden naast elkaar leeg. “Dat noodt niet uit tot winkelen”,
vertelde een vriendin me door de telefoon. “Hier valt dat wel mee”, zei ik.
Maar ook hier zijn sommige winkels verdwenen en is het voor de middenstand
moeilijk om klanten aan zich te binden. Het is zoveel makkelijker om dingen
online te bestellen en je hoeft lekker de deur niet meer uit. Ik herken dat
uiteraard. Maar is het zo erg om even de deur uit te gaan voor een boodschapje?
Ik ontmoette vanmiddag drie bekenden in de winkels. En het deed me goed om even
bij te praten.
Want mens is meer dan een machine die er genoeg aan heeft om
zich door een andere machine (computer) te laten bedienen. Een mens is een
sociaal wezen dat behoefte heeft aan andere mensen. De marskramers van vroeger
gingen uitgebreid in gesprek met hun klanten. En (Marskramer)-winkels zijn
plekken bij uitstek om andere mensen te ontmoeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten