maandag 17 april 2023

Therapeutisch tuinieren

 

Het tuinseizoen is aangebroken en dat werkt goed op mijn gemoed. Ik ben nou eenmaal dol op wieden en schoffelen, zaaien en planten. Het komt door mijn genen, mijn vader was ook altijd bezig in zijn tuin. Dat was zijn zesde dochter, hij was dol op haar. Ik begin langzaam te begrijpen waarom: de tuin zegt nooit iets terug, is altijd stilletjes aanwezig, is nooit saai maar verandert van seizoen naar seizoen. Onze tuin kleurt nu hemels van de rankje blauwe druifjes waartussen een paar groepjes stoere tulpen zich laten gelden. De hortensia’s beginnen groen uit te lopen, de dahlia’s laten nog op zich wachten, net zoals de stokrozen en de Agapanthus. Als ik om de een of andere reden nooit meer op vakantie zou kunnen gaan, dan is er altijd nog de tuin. Tuinieren heeft iets therapeutisch. Daar kan niets tegenop. Het doet meer met me dan een goed gesprek of een mooie kerkdienst.

Tuinieren als therapie zonder dat er een therapeut aan te pas komt. Ligt hier een markt? Het is in elk geval voordelig, dat kan van een psycholoog of een therapeut niet gezegd worden. Tuinieren als therapie zonder dat er een gesprek -de meest voorkomende behandelingsvorm van een therapeut -  aan te pas komt. Hoe kan dat? Waarom heeft werken in de tuin, wroeten met je handen in de aarde, zo’n helende werking, niet alleen op mij maar op heel veel mensen? Ik voel me altijd een beetje meer mens na een paar uurtjes in de tuin.

Zoals heel vaak kwam het antwoord uit iets dat ik in de bijbel las: Psalm 19, een gedicht van David over de schepping.

‘Niet zoals mensen spreken. Geen stemgeluiden, geen taal, zwijgen is het, sprakeloze stilte: tot aan de randen van de aarde weerklank van stilte.’*

Als ik tuinier mag ik met God zelf in gesprek zijn, een gesprek zonder woorden, in het aller diepste van mijn ziel. Terwijl ik onkruid wied en kleine zaadjes in de grond stop hoor ik Hem bijna fluisteren: ’Wees niet bang, nergens voor, Ik ben er immers ook en Ik ben aan het werk, dat zie je toch. Van de Agapanthus zijn alleen nog groene sprieten zichtbaar. Maar Ik werk, het zullen grote sierlijke planten worden. Vrees niet mensenkind, maar werk met Mij mee. Ik Zelf doe het grootste werk.’

(*vers 4, 5 vertaling Huub Oosterhuis)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten