“Tweehonderd
euro is het totale bedrag dat u vandaag kunt pinnen”, het scherm van de
pinautomaat weigerde te voldoen aan mijn verzoek om tweehonderdvijftig. Zou het
aan mijn nieuwe RABO-bank pasje liggen? Nog maar een keer proberen, misschien
had ik iets over het hoofd gezien.
“Kinne jo gjin jild krije?”, de vrouwenstem
hield gelukkig de vereiste afstand want ik was niet in de stemming om haar
vraag te beantwoorden. In Leusden had ik volkomen anoniem met mijn karretje door
Albert Heijn kunnen schuifelen. Hier kreeg ik op de meest onverwachte momenten
een schouderklopje. Gisteren nog: met een stralend gezicht had een bejaarde man
me midden in de supermarkt aangesproken met: ”Ha, u kent mij niet, maar ik u
wel!” Iedereen in het dorp wist inmiddels wie ik was, voor mij zou het veel
langer duren om gezichten te onderscheiden en namen te kennen.
“Het
heeft tijd nodig hoor”, dezelfde vrouwenstem ging over in het Nederlands. Had
ze aangevoeld dat ik moe was van alle veranderingen? Ze keek naar me op met
ogen die een praatje verwachten. “Nou, ik geniet er best van om hier te wonen
hoor”, ik hoopte dat dit joviaal genoeg klonk.
Maar zij fronste haar
wenkbrauwen: “Ik bedoel eigenlijk dat wij als Westereenders tijd nodig hebben. Het
is een grote overgang voor ons, de vorige dominee was zo heel anders en die
heeft hier elf jaar gewoond. Maar ik zeg tegen iedereen: ”We moeten deze mensen
ook een kans geven, over een half jaar zijn we waarschijnlijk wel gewend.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten