maandag 19 november 2018

Herfst


“Herfst, herfst, wat heb je te koop? Duizend kilo bladeren op een hoop. Zakken vol met wind, ja mijn kind, ‘k weet niet of jij dat aardig vindt.”          

Als kind van vier leerde ik dit liedje en ik geloof dat ik het leuk vond. Als vrouw van zestig vind ik de herfst maar niks. “Wat heb je te koop?” Niet veel. Het wordt al weer vroeg donker en de wind waait je om de oren. De bomen kleuren weliswaar mooi rood en oranje en geel, maar dat is maar van korte duur. Voor je het weet zijn het allemaal “duizend kilo bladeren op een hoop”. En die hoop moet je dan ook nog eens zelf bijeen harken. Bladeren waaien daar nu eenmaal niet automatisch op.

Ik fietste peinzend terug naar huis en zag het al van een afstand: de takken van de twee lei-lindes voor ons huis waren weer zichtbaar en het gras lag bedolven onder een grote berg bladeren. Werk aan de winkel dus. Het minst mooie tuinwerk: bladeren harken en opruimen. “Herfst herfst, wat heb je te koop?” Alleen maar vervelend werk met de winter in het vooruitzicht. Ik zette de fiets in de schuur en bedacht wanneer ik dit karweitje zou opknappen. Momenteel heb ik het drukker dan ooit met werk voor de kerk.

En toen gebeurde het. “Mevrouw, kunnen we misschien helpen met bladeren vegen?” Twee blonde Friese jongetjes kwamen op me af. Beide vervaarlijk zwaaiend met een grote mensen hark. Ik kon mijn oren en ogen niet geloven. “Dus jullie willen een heitje voor een karweitje doen?” “Precies!”, glunderde één van hen. “Maar u mag zelf weten hoeveel u ervoor betaalt hoor”, zei de ander trouwhartig.

“Herfst, herfst, wat heb je te koop”? Twee Friese blonde jongetjes die bladeren harken best wel aardig vinden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten