“Kun
jij eigenlijk wel eens een verleiding weerstaan?” Verbouwereerd kijk ik de
vragenstelster aan. “Wat bedoel je?” “Nou, om eerlijk te zijn, jij hebt zoveel
kleren dat ik je nooit in hetzelfde zie lopen.”
Niet alleen laarsjes, ook
kleren zijn mijn hobby. Altijd al zo geweest. Zodra ik zelf kleedgeld kreeg -en
dat was al op jonge leeftijd want mijn moeder wilde het zichzelf makkelijk
maken- zocht ik klerenwinkels en paskamers op. In de jaren 70 was Nederland nog
niet zo welvarend, dus het was soms een hele toer om iets moois te vinden. Dat
is nu wel een ander verhaal. Ik ga bijna nooit de Westereen uit om kleren te
kopen want zelfs Kruidvat en Aldi verkopen naast shampoo en pindakaas veel
mooie dingen: broeken, rokjes, hemdjes, truien en jurkjes: teveel om hier op te
noemen. Ik heb nog nooit zoveel kleren gehad waar ik zo weinig moeite voor heb
hoeven doen. Wanneer ik een broek in mijn maat en naar mijn smaak zie liggen is
dat niet een verleiding maar juist een geschenk uit de hemel.
“Mijn kasten zouden op
een gegeven moment uitpuilen”, die vragenstelster blijft doorgaan en ik probeer
haar een beetje tegemoet te komen: ”Als mijn kasten uitpuilen dan breng ik altijd
een lading naar “het Lichtpunt” (tweedehandsklerenwinkel met een goed doel). Ze
knikt goedkeurend en ik raak op stoom:” Ik heb daar wel eens een jurk voor de
tweede keer gekocht, een echt mooie die ik had teruggebracht. Die jurk heeft
het Lichtpunt veel opgeleverd.” Eindelijk verschijnt er een grote grijns, die staat haar mooi.
Mijn levensfilosofie is de volgende: een jaar heeft 365
dagen en God belooft dat zijn goedheid nooit ophoudt maar iedere dag nieuw is.
Daar hoort voor mij iedere dag een mooie outfit bij. Als eerbetoon aan Hem!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten