maandag 13 juni 2022

Onzeker

 

Eerst op de fiets naar het station. Dat is niet moeilijk. Fiets gestald, ingecheckt en wachten maar. In het overdekte hokje zitten een paar jongens te lachen en te roken, dus ik blijf buiten staan. Het miezert een beetje.

‘PTHU’ lees ik op de zwarte rugzak van een dame in het zwart die naast me staat. Ik herken het logo en denk: die werkt vast op de Theologische Universiteit in Groningen. Zal ik het haar vragen? Maar dan komt er een gesprek en ik weet niet of ik dat wil. Ik ben zenuwachtig.

‘Werkt u in Groningen aan de theologische universiteit?”, het is eruit voor ik er erg in heb. Ik ben en blijf een spreker, ook al ga ik naar een schrijvers les. De vrouw heeft een fijn besneden gezichtje, vriendelijke ogen en roze lippenstift. Ze begint te stralen. Gelukkig. “Nog nooit heeft er iemand op het logo op mijn rugzak gereageerd, maar het klopt: ik was docent aan de  theologische universiteit”. “Was?”, vraag ik nieuwsgierig als ik ben. “Ja, want ik ben 72 en dan zijn de meeste mensen echt wel gestopt met werken”, lacht ze.

Ik had haar jonger ingeschat, spreek dat vervolgens uit waardoor de glimlach op dat smalle gezichtje nog groter wordt. De trein naar Leeuwarden komt er aan. Zij zegt dat ze op weg is naar het Fries museum in Leeuwarden, naar een tentoonstelling die haar interesse heeft. In de twintig minuten van de Westereen naar Leeuwarden leren we elkaar een beetje kennen en blijken we allerlei gezamenlijke kennissen te hebben. Als ze uitstapt zeg ik: ’Ik kan wel tot het Fries museum met je meelopen want ik moet ook die kant op.” Wat ik op vrijdagmiddag ga doen in de gevangenis, omgebouwd tot een bibliotheek, vertel ik niet. Dat durf ik niet.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten