Sinds
drie weken hebben we niet één, maar twee kleindochters. Wat een rijkdom! Vanwege
mijn mobieltje - inmiddels vol met filmpjes en foto’s - weet half de Westereen
van hun bestaan. “De trots straalt je je ogen uit”, hoor ik. De trots van het
oma-schap. Toen Nynke, ons eerste kleinkind, ter wereld kwam woonden wij twee
uur bij haar vandaan. Daarom maakten we haar ontwikkeling sprongsgewijs mee.
“Dat gaat me met kleinkind nummer twee niet gebeuren”, en dus appte ik naar
onze dochter: “Zal ik morgen even langskomen, misschien kan ik je met iets
helpen.” “Super mam, dan kunnen we mooi wandelen, ik achter de kinderwagen en
jij met Nynke op haar fietsje met de stok er aan vast.” Mijn trots groeide: ik
bleek nodig als oma.
“We doen een kort wandelingetje, even bij de Hema lunchen
en dan weer terug want Nynke moet het wel volhouden op haar fietsje.” Ik
begreep het en genoot van elke stap. De baby lag lekker te slapen, we bespraken
de bevallingsperikelen, het zonnetje scheen, iedereen was blij. Totdat we na
onze lunch bij de Hema nog even door de paden liepen. “Let jij op Nynke, dan ga
ik met de kinderwagen deze kant op”. “Komt in orde”, lachte ik. Ik hield de stok van het fietsje vast en leidde
Nynke naar de rekken van onze gezamenlijke interesse: oorbellen. Intussen keek
ik zelf met een schuin oogje naar een ander schap, schatte dat een halve minuut
nodig was om daar iets van te pakken en liet de stok van het fietsje even los.
Precies in die halve minuut gebeurde het: Nynke verdween. En een trotse oma
veranderde in een schuldbewuste. Welke kant zou ze opgegaan zijn, was ze
überhaupt nog in de Hema, liep hier een kinderlokker rond die ik niet had
opgemerkt?
“Blijf jij maar bij de kinderwagen, dan kijk ik wel rond”, mijn
dochter reageerde gelukkig kordaat. In twee minuten was Nynke gevonden en na
nog weer twee minuten waren wij op de terugweg naar huis. Het zonnetje scheen
nog steeds maar het trotse oma-gevoel was even helemaal ondergesneeuwd door
schuld en schaamte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten