maandag 20 november 2017

Koffiekazerne

“Da’s zeker een groot verschil: leven in Nairobi en leven in de Westereen?”, soms vraagt iemand me dat. En mijn antwoord is altijd: ”Nee, hoor, want Westereenders lijken op Kenianen.” Als de vraagsteller dan zijn wenkbrauwen optrekt vertel ik waar die overeenkomst in bestaat: in de liefde voor een mooi gesprek.

In Kenia is dat tot een ware kunst verheven: samen praten doe je daar nooit kort, maar altijd lang en met veel omhaal en stembuigingen. Als mijn hulp Jacinta een vriendin aan de telefoon had, verstond ik haar stamtaal (het Luya) niet, maar kon ik aan de intonatie opmaken of het bericht goed of slecht was. Wij spraken samen Engels, en als ze goed op dreef was zei ze na elke zin ‘e-u-h’. Dat gaf mij altijd het gevoel dat ze helemaal in het gesprek opging. En dat kunnen Westereenders ook. Niet met ‘e-u-h’ maar wel met veel ‘leave's’ en stembuigingen. Ook hier klinkt het prachtig en ik ben blij dat ik het Fries kan verstaan. 

De elf jaar dat wij in Kenia woonden waren te kort om net zo volleerd in het voeren van een mooi gesprek te raken als een Keniaan, maar voldoende om er de smaak van te pakken te krijgen. En om die reden vind ik het  fijn dat er sinds kort in de Westereen een koffierestaurant is: de ‘Koffiekazerne’. In Nairobi komen mensen in het’ Javahouse’ samen om te koffiedrinken en eindeloos te praten (met veel ‘ehs’ en ‘nini’s’, een ander stopwoord). In de Westereen kan dat nu in de Koffiekazerne. Elke vrijdagmorgen van halftien tot twaalf is iedereen daar welkom voor een bakje koffie en een babbel. Ik was er al een paar keer en waande me bijna in Nairobi 😊

Geen opmerkingen:

Een reactie posten