Wat
is de beste Bijbelvertaling? In Nederland kun je je veroorloven om die vraag te
stellen. Omdat hier bijbels in de meest uiteenlopende vertalingen te koop zijn voor iedereen.
Nederlandse, Engelse, Duitse, Franse, Zuid-Afrikaanse, Spaanse: noem maar op.
En met Nederlandse vertalingen is de kous nog niet af: want die heb je in
allerlei soorten: de Statenvertaling, de herziene Statenvertaling, het Boek
(=Het Levende Woord, even voor de echte kenners), het NBG (Nederlands
Bijbelgenootschap, 1951), de NBV (Nieuwe Bijbelvertaling, 2004), de BGT (Bijbel
in gewone taal, 2014), de KBV (Katholieke Bijbelvertaling). Ik houd hier maar
even op, want anders wordt dit blogje te lang en ik neem aan dat het je nu al
duizelt.
Wat is de beste van al deze vertalingen? Die vraag duikt af en toe op.
Het juiste antwoord is niet makkelijk. Het levert ook vaak hele discussies op. 'Mensen die niet in de Statenvertaling lezen zijn geen goede christenen.' Of: 'De Bijbel in gewone taal is Jip en Janneke taal: dat kan toch niet de
bedoeling van de bijbel zijn?' Mensen zijn blijkbaar in staat om elkaar af te
wijzen op grond van het lezen van de verkeerde vertaling. Dát kan de bedoeling
niet zijn, dunkt me.
Mensen die elkaar afwijzen is niet de bedoeling, maar mensen
die elkaar om de oren slaan met Bijbelteksten is al helemaal niet de bedoeling.
“Het Woord [van God] is mens geworden”, staat in Johannes. God heeft het niet
bij woorden alleen gelaten. Hij heeft het niet bij het Oude Testament alleen
gelaten. Hij heeft aan de wereld laten zien wie Hij echt is door zelf een mens
te worden. Jezus Christus is voor een kind te begrijpen. Kleine kinderen gaan
nog niet verder dan Jip en Janneke en Jezus trekt daar zijn neus niet voor op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten