De
laatste opdracht die Jezus aan zijn leerlingen geeft, vlak voordat hij naar de
hemel gaat is een beetje vreemd: Hij zegt hen dat ze moeten blijven zitten waar
ze zitten en helemaal niks mogen ondernemen maar moeten blijven wachten.
Niet wachten op een opdracht, maar wachten op een belofte. Iemand als Petrus
kan er duidelijk niet mee uit de voeten want zodra Jezus naar de hemel gegaan
is komt hij in actie: Hij bedenkt zich dat ze als leerlingen nu niet meer met
zijn twaalven zijn en dat ze moeten zorgen dat er iemand in de plaats van Judas
komt. Met zijn allen kiezen ze eerst twee mannen uit en loten vervolgens wie de
uitverkorene gaat worden. Ze doen dit al biddend, dat moet toegegeven worden.
Maar is dit zo echt de bedoeling van God geweest? In Handelingen 9 verschijnt een
zekere Saulus van Tarsus die als Paulus snel een positie als die van Petrus
inneemt.
(Op iets) wachten is moeilijk. Wachten in de wachtkamer van een
dokter, wachten op de uitslag van een examen, wachten op de juiste
levenspartner, noem maar op. Ook wachten op een belofte is moeilijk. Abraham
duurde het wachten op kind van Sarah te lang en hij ondernam zelf het één en
ander. Net als in het geval van Petrus had dat niet gehoeven, want als God iets
belooft, dan komt het altijd goed. Hoe lang je ook moet wachten. Die leerlingen
hadden geen idee waar ze precies op moesten wachten. ‘De doop met de Heilige
Geest’ was iets heel nieuws. Maar toen het kwam wisten ze allemaal: Dit is dus
waar we op moesten wachten. Een wervelwind met zoveel kracht dat ze niet op hun
stoelen konden blijven zitten. De Geest zelf stuurde hen precies de kant op die
Hij wilde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten