Die
eerste dagen weer naar (de middelbare) school, na de Kerstvakantie: ronduit
vervelend vond ik ze vroeger. Twee weken hoefde je helemaal niks, mocht je
lekker binnen blijven, hoe koud het ook was, geen vervelende repetities of
onverwachte schriftelijke overhoringen. Met de overgang naar januari leek het
wel alsof het allemaal gedaan was met de pret. ‘Je zit hier niet voor je lol,
er moet gewoon gewerkt worden’: alsof je dat niet snapt als leerling. De hele
december maand mocht je blijkbaar wel een beetje lol hebben, wij deden op
school ook aan Sinterklaas en Kerst, maar in januari moest dat allemaal voorbij
en vergeten zijn. ‘Je zit hier niet voor je lol’. Ik bedacht toen al, hoe ik
januari als volwassene - zonder leerplicht- zou beleven.
Inmiddels heb ik 61
keer Sinterklaas en kerst meegemaakt. En geloof me: na zo veel keren precies
dezelfde feesten (die ook nog op dezelfde manier als vroeger gevierd worden) is
het spannende daar voor mij vanaf. En de
middenstand werkt ook niet bepaald mee om die feesten levendig en speciaal te
houden want al in augustus zijn pepernoten en kerstkransjes verkrijgbaar.
Op dit
moment vind ik januari een prachtmaand. En wel precies om dezelfde reden waarom
ik vroeger de kerstvakantie zo fijn vond: in januari hoef ik niks. Alle kerstfeesten en diensten en maaltijden en vieringen zijn voorbij. De agenda is
bijna blanco. En dat vind ik heerlijk, want dat geeft ruimte voor het
onverwachte. December staat bomvol vaste verwachtingen, januari is heerlijk
leeg en geeft inspiratie, een vrij gevoel. In januari is het weer tijd om te
gaan geloven in: ‘Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat
in geen mensen hart is opgeklommen, al wat God heeft bereid voor degenen, die
Hem liefhebben.’ (1 KorinthiĆ«rs 2:9)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten