“Pietsje
heeft het in de pocket”, stralend vertelt ze het. Pietsje is dochterlief van
zeventien, ze zit op school, heeft nog geen diploma, maar wel vier
zwemdiploma’s en nu dus het rijbewijs. “In the pocket”, een Engelse uitdrukking
die hier dagelijks over de tong gaat. Want als je iets in het uitgestrekte
Friesland nodig hebt is het een rijbewijs. De afstanden zijn groot. Van de
Westereen naar Heerenveen is een half uur met de auto. Dat doe je niet zomaar
op de fiets. Friesland is nog vrijwel file-loos, een autootje hoort er gewoon
bij. Voor veel huizen hier staan vier auto’s: één voor vader, één voor moeder, één
voor zoon en één voor dochter. Pietsje kan zich een eigen autootje nog niet
veroorloven, maar ze kan er nu wel met moeder of vader als bijrijder op uit. En
dat geeft een goed gevoel. “Zit ik niet vast hier, de wereld is toch
groter dan de Westereen?” Wat een rijbewijs al niet met een mens doet. Naar
dat gevoel van vrijheid snakken ook veel vrouwen die jaren ouder zijn dan
Pietsje, ik ken er een paar die het rijbewijs haalden toen ze ouder dan zestig waren.
Eentje van hen moest tien keer examen doen voor het zover was. Een rijbewijs
krijg je niet voor niets.
Vanmorgen moest ik aan Pietsje denken die nu stralend
rondrijdt: als ze door een politieagent wordt aangehouden omdat haar rijgedrag
nog niet optimaal is, dan hoeft ze alleen maar haar rijbewijs te laten zien. En
daarna kan ze zo vrij als een vogeltje verder gaan. Een christen, iemand die op
Jezus Christus vertrouwt, is ook vrij. Vrij van allerlei regels die precies
zeggen hoe het moet. Vrij om het ene nodige te doen: je naaste liefhebben als
jezelf. Zijn ‘vrijbewijs’ is het kruis op Golgotha.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten