maandag 8 juni 2020

Vakantie


Veel woorden die voorheen niet tot ons vocabulaire hoorden zijn nu alledaags: pandemie, epidemioloog, viroloog, quarantaine en lockdown. De term ‘lockdown’ deed na ‘quarantaine’ zijn intrede. ‘Quarantaine’ is afgeleid van ‘quarante’”: veertig: veertig dagen opsluiting. ‘Lockdown’ betekent eigenlijk precies hetzelfde: opsluiting, maar niet gebonden aan veertig dagen. Meer dan zeventig dagen moesten we, voor zover mogelijk, ons in onze eigen huizen opsluiten. Er stond geen gewapende politie voor de deur om ons, zodra we een paar stappen naar buiten deden, in de kraag te grijpen. In Nederland was het een ‘intelligente lockdown’ en werd er aanspraak gedaan op ieders eigen verantwoordelijkheidsgevoel. We zijn en blijven tenslotte een democratie.

Maar sinds een paar weken hebben al die nieuwe woorden het veld moeten ruimen voor het voor het oude vertrouwde woord ‘vakantie’. ‘Vakantie’ komt van het Latijnse ‘vacare’ en dat betekent ‘vrij zijn’. Het woord vakantie beheerst gewoonlijk de sterreclame van januari tot en met juni. Zodra de Coronacrisis haar intrede deed verdween het uit de media. (Het zou wrang geweest zijn om over ‘vakantie’ te spreken naar mensen toe die opgesloten zijn.) Maar nu de gedwongen ‘vrijheid’ een beetje voorbij is vinden veel mensen dat ze recht hebben op ‘echte vrijheid’, een echte vakantie. Dat snakken bespeur ik soms ook bij mezelf terwijl de gedwongen vrijheid voor mij best goed uitkwam en ik dagelijks geniet van mijn vakantie-achtige tuin.

De mensen die echt vakantie nodig hebben zijn zij die nooit gedwongen vrijheid gekend hebben, die geen dag opgesloten zijn geweest, wier werk met de dag intensiever werd: doctoren, verpleegkundigen, werkers in de verpleegtehuizen, ouderenzorg, mantelzorgers. Wanneer die zeggen dat ze snakken naar vakantie dan is dat heel begrijpelijk. En het is maar de grote vraag of een echte goede vakantie er dit jaar voor hen inzit.

Laten we hen niet vergeten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten