Na
twee maanden thuiszitten baande ik me tussen de middag naar ons winkelcentrum.
Dat is de afgelopen maanden in een bouwterrein veranderd vanwege een
grootschalige verbouwing van de Aldi. Voor de bakkerswinkel ontmoette ik twee
dames op leeftijd. De ene kwam ik -voor Corona- wekelijks tegen in de
bibliotheek. De andere elke dinsdagavond op de gebedskring van de kerk. Met het
uitzicht op een grote lege vlakte -waar het voorheen gezellig winkelen was-
verzuchtte ik tegen hen: ’Wat een rare tijd he, eerst zie je elkaar elke
week en dan helemaal niet meer.’ Mijn bibliotheek-vriendin knikte: ’Ja
en daarom ben ik nu alweer drie keer naar de bieb geweest.’ Zij is weduwe
en die uitjes naar de bieb heeft ze broodnodig. ‘Nou Margriet, het klinkt
misschien heel stom, ik mis al die bijeenkomsten helemaal niet. Thuis kun je
ook bidden he? Ik vind het eigenlijk heeeeerlijk!’ Met een uitdagende blik
keek mijn gebedsvriendin ons aan.
Twee
manieren van omgaan met de beperkingen van Corona: de ene beleeft het als een
vrij veld zonder beperkingen. De ander als een lege woestijn waar elke fleur
uit verdwenen is. Ikzelf zit ergens tussenin: vrijheid is fijn, maar kan ook
verzanden in niks; dat wil zeggen dat er niks uit mijn handen komt. ‘Adam, waar
ben je?’ riep God in het paradijs nadat Adam zich voor hem verstopt had.
‘Margriet, waar ben je?’, roept Hij naar mij. Hij verwacht een antwoord. Ook
nu. Ik mag dan meer vrijheid hebben, ik ben nog steeds ver-antwoord-elijk. Als
antwoord naar Hem toe ben ik, nu al meer dan zeventig dagen geleden- met het
schrijven van een boek begonnen. Voor Corona schreef ik alleen kleine blogjes,
nu zijn het pagina’s vol.
Bernard,
Carolien, David, Elly, Fred…waar ben je? Wat is jouw antwoord naar God toe?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten