‘Google
maps’, gebed en een goede mountainbiker waren mijn redding.
Dat
zit zo: na gisteren een halve dag in de auto gezeten te hebben bedacht ik
vanmorgen dat een stevige wandeling in het bos me goed zou doen. Per slot van
rekening wonen we nu al bijna twee maanden in de bossen tussen Amerongen en
Leersum. Die bossen waren ooit in het bezit van rijke landeigenaars. Wat daar
nog van rest zijn de bordjes bij de ingangen: ‘Landgoed het Hek’ en ‘Landgoed de
Laan’. Weinig spannende namen waarachter
een sprookjesachtig bos ligt. Ik genoot van de wandeling in mijn eentje en voelde
me een brave staatsburger met dit ‘Corona-proof’ gedrag. Aan het begin van de lockdown liep ik ook vaak
in ‘de Mieden’, het moerasachtige gebied rond de Westereen. Misschien minder sprookjesachtig,
niet minder mooi.
Maar
na een uur sloeg mijn wandeling-stemming om want opeens kreeg ik de
onplezierige gedachte: Wat als ik nu iemand met verkeerde bedoelingen tegen tegenkom?
Was die Anne Faber ook niet ergens in de bossen van Utrecht vermoord? En toen
ik in de verte een man zag lopen sloeg mijn hart een slag over. Hij liep ver voor
me uit en zag mij niet maar ik hem wel en over het zonnige van het pad met
eeuwenoude eiken in geeloranje herfstkleuren viel een donkere schaduw. Hoe zou
ik hier zo snel mogelijk vandaan kunnen komen? Mijn mobiel had stroom nodig en
ik wist dat ik verdwaald was.
“Opzij!”,
hoorde ik toen vlak achter me. Ik
draaide me om zag een mountainbiker in volle vaart op me affietsen. Die wil me
in elk geval geen kwaad doen bedacht ik
in een flits. Met een lef dat mezelf verbaasde vroeg ik hem om hulp en binnen
een half uur was ik veilig en wel in ons huisje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten