maandag 19 oktober 2020

De tijd

‘Wanneer was ik hier eigenlijk voor het laatst papa gisteren of eergisteren?’ Mijn moeder en ik waren op bezoek bij mijn vader in het verzorgingshuis. Hij heeft het daar best naar zijn zin, de sfeer is er goed en hij mist thuis niet echt. Maar deze vraag bleek moeilijk. Hij keek mijn moeder vragend aan, maar die verklapte niks. ‘Uh, ik denk eergisteren’ mompelde hij voorzichtig naar mij toe maar uit de klank van zijn stem maakte ik op dat hij niet zeker was van zijn zaak.

Ik was er twee weken geleden voor het laatst; hij zat er dus ver naast. Ik wist dat hij het zich niet meer herinnerde, want zijn kortetermijngeheugen is helemaal weg. En ik vroeg het niet om hem te plagen maar om mijn moeder te laten zien hoe dat werkt bij iemand met beginnende dementie: we kunnen nog overal over praten met hem, maar hij is na een half uur vergeten waar het gesprek over ging en zijn besef van tijd is helemaal weg. Op de één of andere manier vind ik dat verfrissend. Want in de huidige maatschappij zijn veel mensen verslaafd aan de tijd die ze -netjes opgedeeld in hun agenda- met zich meedragen: Als je een afspraak wilt maken dan bepaalt de agenda of dat wel of niet kan. Veel agenda’s zijn zo volgepland dat mensen geen tijd voor iets spontaans kunnen maken. ‘Ik heb er geen tijd voor’, is een uitdrukking waar ik altijd kriebelig van wordt. Want tijd is niet iets wat je hebt: tijd krijg je, elke dag opnieuw, om er iets goeds mee te doen: ‘Leer ons zo onze dagen tellen dat wij een wijs hart krijgen’ (Psalm 90:12)

Besef van tijd is mijn vader verloren, een wijs hart heeft hij gelukkig nog steeds.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten