Na
twee weken topsport kijken, geboeid zijn geweest door het élan, de discipline,
de liefde voor de sport, het uithoudingsvermogen en het omgaan met de druk van
buiten, keken Bernard en ik op vrijdagmorgen naar de 1500 meter van ‘onze
schaatsers’: Kai Verbij, Hein Ottenspeer en Thomas Krol. De laatste won het
goud, de middelste werd tiende en voor Kai Verbij was de hele wedstrijd een
‘doemscenario’. Toch maakte dit doemscenario de meeste indruk op mij, ik
las in het nieuws:
‘Kai Verbij wilde
niet de persoon zijn die de rit van zijn tegenstander zou verpesten door een
foute wissel. Dus hield de 27-jarige schaatser in de slotrit van de 1000 meter
op de Spelen van Beijing zelf in om de Canadees Laurent Dubreuil voorrang te
verlenen. Verbij eindigde als dertigste en sluit de Spelen net als vier jaar
eerder in Pyeongchang af zonder medailles.
De schaatser dacht
niet dat hij nog voorlangs kon kruisen in de slotrit tegen Dubreuil. "Ik had het niet gehaald. Dat weet ik zeker", zei
hij. "Na 50 meter in de bocht dacht ik al dat het spannend zou worden. Ik
had gas kunnen geven, maar hoe ik het beleefde was hij dan in de problemen
gekomen en was ik gediskwalificeerd. Zo ben ik niet. Dat kun je doen als je
voor ligt, maar ik kwam naast hem uit de bocht.’
Kai
wilde zijn tegenstander niet in de problemen brengen. Is dat omdat hij een
Japanse moeder heeft? In Japan is ‘eerverlies’ belangrijker dan winnen ten
koste van een ander. Kai verloor zijn eer niet, maar werd de allerlaatste in de
wedstrijd. De manier waarop hij dit verdroeg heeft op mij een buitengewone
indruk achtergelaten. Dankjewel Kai dat jij liet zien dat eervol omgaan met de
tegenstander een wedstrijd op zichzelf is!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten