Deze
week was het moeilijk om een blogje te schrijven. Want als familie werden we
geconfronteerd met de dood. Vorige week zondag kreeg Bernard één van zijn
zussen aan de telefoon. Ik zag aan zijn gezicht dat er wat ergs was gebeurd en fluisterde:
’Iets met ma of pa?’ Hij schudde van nee en ging door met het gesprek dat ik
niet kon volgen. Toen hij ophing zei hij: ’Meindert is er niet meer.’
Meindert
is onze neef, een jaar jonger dan onze jongste dochter, 23 jaar. Hij wás onze
neef, want hij is er niet meer. Plotseling overleden, zijn ouders konden geen
afscheid van hem nemen. Van de ene op de andere dag is hij er niet meer. De
hele week heb ik naar de foto op de rouwkaart zitten kijken: een hele mooie
jonge kop, met stoer haar en een stoppelbaardje. Hij was artistiek en schreef
zijn eigen liedjes. Maar zijn ogen hebben iets verdrietigs. Voor Meindert was
het leven niet alleen maar mooi, ook al was hij nog jong. Hij woonde in
Brabant, ver van Friesland, maar omdat bij mijn schoonouders in Amersfoort
altijd alle kleinkinderen ter sprake komen, kende ik Meindert toch een beetje.
Wat zullen zijn twee oudere broers hem missen. Wat zullen zijn vader en moeder
hem missen. Wat zullen zijn grootouders hem missen. De dood is zo
onherroepelijk.
Ik
besluit om de kaart goed te bewaren en deze voorlopig een plaatsje in de kamer
te geven. Om me Meindert te blijven herinneren. En om me te realiseren dat ‘te
mogen leven’ niet iets vanzelfsprekends is. Vanmiddag gaan we als familie
Meindert in Brabant samen naar zijn laatste rustplaats brengen. Samen rouwen
schept een band en geeft misschien een klein beetje troost.
‘This world was never meant for one as beautiful as you…’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten