‘Je
hebt geluk dat het je linker pols is, want je bent rechtshandig toch?’, vroeg één
van mijn zussen nadat ze gehoord had over het breken van mijn pols. Ze had
uiteraard gelijk, een gebroken rechter pols was pas echt onhandig geweest. Maar
na twee weken hard, en één week zacht gips om die linker pols vraag ik me af of
het heel anders was geweest als het mijn rechterpols was. Want ik ben erachter
gekomen dat mijn rechterhand niet zonder de linker en de linker niet zonder de
rechter kan. Ze vullen elkaar aan. Ze hebben elkaar nodig, van 's ochtends
vroeg tot 's avonds laat. Wie ooit weleens in zijn leven geprobeerd heeft om
zich met één hand aan te kleden weet waar ik het over heb. Het lukte mij de
eerste week niet. En om een boterham te besmeren met boter en jam en daarna in
stukjes te snijden lukte ook niet. Koken met één hand bleek moeilijk, strijken
simpelweg onmogelijk.
Dus
bleef er veel tijd over om te peinzen, over tweetallen. Een mens heeft niet alleen
twee handen maar ook twee voeten, twee ogen, twee oren, twee neusgaten. Om te
lopen moeten linker en rechtervoet samenwerken en voor horen zien en ruiken
geldt hetzelfde. Niet alleen bestaat het menselijk lichaam voor een aanzienlijk
gedeelte uit tweetallen, ook mensen onderling functioneren het beste op die
manier. ‘Het is niet goed dat de mens alleen is’, staat in Genesis. Ik
prees mijzelf de afgelopen weken gelukkig dat Bernard er was om me te helpen
met koken, aankleden en zelfs strijken.
Maar
met wat ik het liefste doe, schrijven, typen op de computer, kon hij me niet
helpen. En daarvan baalde ik echt. Maar Bernard zei met een lachje: ’Nu kun je
er eindelijk niet meer onderuit.’ ‘Waaronderuit?’, vroeg ik. ‘Met je tekst
inspreken, in plaats van opschrijven’, zei hij. Hij zelf doet dat al jaren en het
gaat inderdaad veel sneller dan typen. Maar ik wilde er nooit aan. Omdat het
voor mijn gevoel dan net lijkt alsof dat wat er op papier komt niet van jezelf
is. Maar toen ik daar over mijmerde -ik had immers tijd genoeg om te mijmeren- bedacht
ik dat het vroeger heel gebruikelijk was om hard op uit te spreken wat iemand anders
dan opschreef. Veel van Paulus brieven zijn zo geschreven.
En
nu spreek ik alles dus al een paar weken in en komt het zonder mijn hand op
papier. Met mijn stem is gelukkig helemaal niks mis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten